Dit uur
Als onze zinnen uitgesproken raken
geen hoofdletters, het schrift verschraalt
hier en daar nog punten
veelzeggend
korter en kleiner, zoals je adem in dat landschap
wil je dat ik kom en moet het op een bijzondere dag zijn?
jouw ja en nee zinderen in het wit, maar je had gelijk
dat waren twee vragen
het laatste woord tussen ons, het
past niet meer
dit is het uur waarop we tellen
met hoeveel lichaamsdelen we kwamen
Stoute kinderen
Hier is nog een hemdmouw
en daar een knoopsgat waar je neus inpast
verstop je vingers maar in de zomen
kruip achter de voering
en wees thuis
misschien kun je zijn in de kleur
waaraan je dacht
herinner je je hoe ik ooit
de badstop in mijn hand verborg en
jij lachend school in schuim
sluit de jaspand achter je rug
bedek met kant nu maar je buik
en zet een kraag op
tegen de invallende nacht
De stem
In een hotelkamer in de Barrio
doe je opnieuw mee
in plaats van over haar schouder
bevind je je ineens op mijn huig
alsof je haar het achterste van mijn tong
wilt laten zien
en ieder licht woord dat ik nu zeg
wordt door jouw lippen dicht gekust
had het losgelaten, zeg je
wat bracht het ons
vanmiddag achter de gordijnen van Madrid
ben ik haar minnaar en haar illusionist
uit mijn vrolijk open mond tover ik
een eentonig lint van rouwenvelopjes
een keer raden, wiens naam
aan de binnenkant prijkt