Das sagt man nicht
Wilma van den Akker
Achtzig is een keuze uit de gedichten van de Oostduitse dichter Reiner Kunze ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw verwierf hij faam met zijn korte teksten en gedichten, die felle kritiek bevatten op het communistische systeem. In Achtzig staan gedichten van een andere orde. De bundel is een kennismaking met een meer beschouwende kant van Kunze. De bundel is drietalig: Job Degenaar vertaalde de gedichten naar het Nederlands, Annmarie Sauer naar het Engels.
Elk gedicht staat dus drie keer in de bundel, waardoor ik onwillekeurig de vertalingen vergelijk met de oorspronkelijke versies. Dat roept af en toe vragen op, zoals: waarom wordt ‘Sensibel’ in het Nederlands vertaald met ‘kwetsbaar’ en in het Engels met ‘sensitive’? ‘Gevoelig’ heeft voor mij een andere lading dan ‘kwetsbaar.’ Ik neem het de vertalers niet kwalijk, poëzie vertalen blijft een haast onmogelijke opgave. Altijd gaat er iets verloren aan eigen associaties en gevoelswaarde.
Het gaat hier om het volgende gedicht:
Sensibele wege
Sensibel
ist die erde über den quellen: kein baum darf
gefällt, keine wurzel
gerodet werden
Die quellen könnten
versiegen
Wie viele baüme werden
gefällt, wie viele wurzeln
gerodet
in uns
In het Nederlands wordt dat:
Kwetsbare wegen
Kwetsbaar
is de aarde boven de bron: geen boom mag
geveld, geen wortel
gerooid
De bronnen konden het
laten afweten
Hoeveel bomen worden
geveld, hoeveel wortels
gerooid
in ons
In het Engels:
Sensitive ways
Sensitive
is the earth over the springs: no tree can
be felled, no root
cleared away
The springs could
wane
How many trees are
felled, how many roots
cleared
in us
Ik kan me voorstellen dat de context bij de Nederlandse vertaling een belangrijke rol speelde. ‘Gevoelige wegen’ en ‘gevoelige aarde’ klinkt in beide gevallen wat merkwaardig.
In de bundel staat een aantal van deze gedichten, waarbij beelden uit de natuur leiden tot beschouwingen over de menselijke aard. Af en toe zie ik gedichten die dicht tegen wijze spreuken aanliggen. ‘Is Kunze een dichter van tegeltjeswijsheden?’ vraag ik me even af. Maar dan lees ik:
Fernsehübertragung im gasthof zu E.
(fußballänderspiel Deutschland-Holland)
Den ham’s beim vagasn vagessen, sagt
der junge man als der holländer
das tor schießt
Dös sogt ma net dös denkt ma net, sagt
der wirt
Den ham’s beim vagasn vagessen, sagt
der junge man als der holländer
das zweite tor schießt
Der wirt bringt bier, den gästen steht
der schaum vorm mund
Was denken sie was man nicht sägt
was denken sie was man nicht denkt
In het Nederlands, waarbij het dialect naar het Duits vertaald is:
TV-uitzending in de herberg te E.
(interlandwedstrijd Duitsland-Nederland)
Den haben sie beim vergassen vergessen, zegt
de jonge man als de hollander
in het doel schiet
Das sagt man nicht, das denkt man nicht, zegt
de waard
Den haben sie beim vergassen vergessen, zegt
de jonge man als de hollander
de tweede keer scoort
De waard brengt bier, de gasten
staat het schuim op de mond
Wat denken ze wat men niet zegt
Wat denken ze wat men niet denkt
Dit gedicht is van een totaal ander kaliber. Kunze schrijft hier iets op wat anderen niet zullen opschrijven. Daarvoor moet je een dichter met ballen zijn.