Van aanblazing tot zinsstaart
door Joop Leibbrand
Dat het doornemen van het Groot retorisch woordenboek, het door Paul Claes en Eric Hulses bijeengebrachte Lexicon van stijlfiguren, voor alle neerlandici en andere mensen van het vak een haast onthutsende oefening in bescheidenheid blijkt te zijn, staat in bijna alle reacties op het verschijnen ervan centraal. Wie dacht iets te weten van retorische middelen vindt bladzijde na bladzijde de bewijzen van het tegendeel: asteïsme, brachylogie, chleuasme, diasyrmus, eperotesis… , alsof er zich na de vertrouwde overzichten van Buddingh’ en Lodewick, maar ook na de meer theoretisch gerichte boeken van bijvoorbeeld Mussche, Kazemier en Bronzwaer een nieuwe wereld opent.
De uitgeversinformatie in het persbericht en op het achterplat zegt over dit boek:
Stijlfiguren zijn beproefde procedés om een boodschap duidelijk, boeiend en doeltreffend, maar soms ook gezocht, mysterieus en intrigerend over te brengen. Iedere spreker en schrijver zoekt de formulering die het best past bij de situatie, het publiek en het beoogde doel. Zo ontstaan de retorische variaties die stijlfiguren zijn.
Dit Nederlandse lexicon bestrijkt het hele gamma van stijlprocedés. Alle figuren worden strikt gedefinieerd en hun mogelijke functies worden aangegeven. Elk trefwoord wordt geïllustreerd met voorbeelden uit diverse genres, tijdvakken en talen. Behalve een lexicon van stijlfiguren is dit werk dan ook een soms hilarische bloemlezing van taalacrobatiek.
Het Groot retorisch woordenboek is een staalkaart voor schrijvers, een inspiratiebron voor literatoren, copywriters en journalisten, en een stijlbaken voor docenten en studenten literatuur en creatief schrijven.
In hun inleiding geven Claes en Hulses een overzicht van oorsprong, betekenis en ontwikkeling van de redekunst en de stijlleer die daaruit voortkwam, van de klassieke retorica van Quintilianus tot aan de huidige praktijken van mediatrainers en reclamemakers.
Vervolgens onderscheiden zij negen verschillende terreinen waarop door zogenaamde ‘transformaties’ evenzovele soorten stijlfiguren ontstaan: (typo)grafisch, fonisch en prosodisch, lexicaal, syntactisch, semantisch, logisch, pragmatisch, narratief en intertekstueel. De systematisch lijst van hoofdcategorieën bevat een dikke driehonderd items die verder kunnen worden nagezocht in de hoofdmoot, het alfabetisch gerangschikte compendium met meer dan tweeduizend trefwoorden. Alleen al onder de letter A vinden we er meer dan 140.
Het is een schatkamer met veel onbekende begrippen, talloze voorbeelden uit allerlei tekstsoorten uit verschillende tijdvakken uit liefst twaalf talen (al het niet-Nederlandse wordt vertaald), met een zorgvuldig netwerk van kruisverwijzingen. Claes en Hulses moeten tientallen jaren bezig zijn geweest met het opbouwen van deze indrukwekkende database. Hun grondhouding moet er een geweest zijn van lezen om te noteren, te verzamelen, te inventariseren voor wat ooit gebruikt zou worden.
Voor wie het te doen is om onverwachte vondsten of zomaar wat wil grasduinen, ongeveer zoals je af en toe voor je plezier Battus’ Opperlandse taal- en letterkunde openslaat, is het Groot retorisch woordenboek een lees- en bladerboek. Te vrezen valt dat het niet overal zo vrijblijvend gebruikt zal worden, want bij gebruik als leerboek zijn er leuke tentamenopdrachten uit samen te stellen. Of het, zoals de auteurs zelf menen, ook een bruikbaar werkboek is, waag ik eerlijk gezegd te betwijfelen. Ik zie een schrijver, uit welke discipline dan ook, niet het lexicon doornemen om stijlvariaties te verzinnen.
Uitgeverij Vantilt zet hoog in met dit boek en startte, zeer bijzonder voor een zo specialistisch werk, met een heus reclameoffensief (‘een feestelijk pleidooi voor taalcreativiteit’), compleet met een wedstrijd stilistiek waarin dagelijks een zoektocht werd ondernomen naar stijlfiguren in het nieuws en de winnaars uiteraard beloond werden met een exemplaar van het boek. Deelname was (is) mogelijk tot maandag 13 april, de laatste update is van 10 april.
Zeer veel langer zal het boek te koop en te gebruiken zijn. Dit unieke werk heeft alles in zich om tot in lengte van jaren hét standaardwerk voor stijlfiguren te zijn.