LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Ik schreef een bundel vol lievelingen

19 aug, 2015

Hester Knibbe werd geboren in Harderwijk (1946) en woont sinds 1972 in Rotterdam. Ze beheerde als klinisch-farmaceutisch analiste lange tijd het laboratorium van een ziekenhuisapotheek. In 1982 debuteerde ze als dichter met de bundel Tussen gebaren en woorden. In de jaren daarna publiceerde ze nog tien dichtbundels waarvan Antidood (1999) met de Herman Gorterprijs onderscheiden werd. In 2001 ontving zij de Anna Blaman prijs voor haar gehele oeuvre, in 2009 werd haar de A. Roland Holstprijs toegekend, ook een oeuvreprijs, en begin 2015 werd haar nieuwste bundel Archaïsch de dieren bekroond met de VSB Poëzieprijs.

Eerder dit jaar werd uw bundel Archaïsch de dieren onderscheiden met de VSB Poëzieprijs. Kunt u iets vertellen over de totstandkoming van deze bundel?
De bundel is niet anders tot stand gekomen dan voorgaande bundels. Wel had ik deze keer vrij snel het thema: schuld, schaamte. Maar ook als het thema duidelijk is, blijft het een verrassing hoe het vorm gaat krijgen, hoe het zich ontwikkelt. Ik laat mij graag verrassen en probeer in eerste instantie zo weinig mogelijk te sturen. Later komt het schaven en schikken, krijgen de gedichten en de bundel hun, voor dat moment, definitieve vorm.

U bent pas geleden benoemd tot stadsdichter van Rotterdam. Hoe belangrijk is dit voor u? Hoe inspirerend is Rotterdam, een stad waar heden en verleden zo contrastief naast elkaar bestaan, voor een stadsdichter?
Rotterdam is een stad die langzaam maar zeker mijn hart heeft weten te veroveren. Als stadsdichter kijk ik nu wat intensiever en soms met meer verwondering naar het reilen en zeilen in deze stad. Ja, in Rotterdam vind je de nodige contrasten, zowel in architectuur als in bevolkingssamenstelling. Dat maakt het leven hier soms ingewikkeld, maar vooral boeiend. Het geeft een zekere dynamiek, vitaliteit aan de samenleving.
Het gaat mij in het stadsdichterschap om wat zich afspeelt in die stad. Om de mensen die er wonen en niet om gebouwen, bruggen en dergelijke hoogstandjes. Rotterdam heeft, gezien zijn multiculturele samenstelling, natuurlijk zijn eigen sores en aardigheden. Maar of die in de kern afwijken van die in andere grote steden in Nederland? Nauwelijks, denk ik.

Wie zijn volgens u de belangrijkste Nederlandse dichters van dit moment?
Het beantwoorden van die vraag laat ik liever over aan generaties na ons. Pas na langere tijd zal blijken wie de belangrijkste dichters waren. Elke tijd, ik zou bijna zeggen elk jaar, kent zijn nieuwigheden, modes, verschijnselen die snel weer voorbij gaan. Dat maakt het poëtische landschap levendig en interessant, maar welke dichter van zo’n ‘uitspatting’ achteraf blijkt te beklijven is nu moeilijk te zeggen. Ik geniet vooral van de grote diversiteit in de huidige poëzie.

In uw poëzie zijn leven en dood terugkerende thema’s. Kunt u iets vertellen over uw voorkeur voor deze klassieke thema’s.
Die thema’s hebben niets te maken met mijn voorkeur. Maar het is nu eenmaal zo dat ze mijn leven zijn binnengedrongen op een manier waardoor ik er in mijn poëzie niet omheen kan en wil. Leven en dood zijn de belangrijkste zaken in een mensenleven. Veel dichters, schrijvers hebben zich er mee beziggehouden. Elk op zijn of haar eigen wijze. Ik behandel ze in mijn poëzie op mijn manier, maar wel zo dat ze voor de lezer invoelbaar moeten zijn.

In veel van uw gedichten laat u zich inspireren door bekende plaatsen en mythen uit de Griekse oudheid. Leest u ook poëzie van dichters uit die tijd?
De Griekse tragedies raken op een prachtige manier aan het basale leven. Daarom ook weten ze ons nog steeds te ontroeren. In de kern veranderen mensen nauwelijks, hoeveel zich aan de oppervlakte ook wijzigt. Ik houd ervan me telkens weer te laten raken, te laten overrompelen door die sterke teksten. En de Metamorfosen van Ovidius vind ik een van de mooiste en rijkste boeken die er bestaan.

In de afdeling ‘Archaïsch de dieren’ uit uw gelijknamige bundel, speelt de cyclus ‘Thebe’ zich af in Griekenland. De cyclus is geschreven tijdens uw verblijf in Anthidona. Werkt u vaker tijdens reizen aan uw gedichten of schrijft u de meeste gedichten thuis?
Ik werk vaak en graag op reis. Ver weg van de dagelijkse besognes en afleidingen en in een nieuwe omgeving kijk ik rustiger, nieuwsgieriger naar wat er om mij heen gebeurt. Mijn geest is dan leger en ontvankelijker voor indrukken en ik week mij in zo’n toestand lichter los van eigen gewoonten en aannames. Dat maakt voor mij de charme en het belang van reizen uit. Wat ik opdoe aan indrukken wordt in die mentale gesteldheid ook makkelijker in taal omgezet.

Wat is uw favoriete gedicht uit deze bundel en waarom?
Ik heb geen favoriet gedicht. Geen enkel gedicht in de bundel kan worden gemist. Elk hoort thuis op de plek waar het staat. Ik schreef kortom een bundel vol lievelingen.

In uw laatste bundel komen personages en verhalen uit de bijbel voor, zoals bijvoorbeeld in het gedicht ‘Vrijspraak voor Kain’. Denkt u dat de verhalen uit de bijbel nog steeds belangrijk zijn in onze huidige maatschappij?
Ook de bijbel is een klassiek boek, uit een andere Oudheid, met prachtige verhalen met wijsheden die genoeg stof tot nadenken bieden. Neem Prediker. Delen daaruit zijn spreekwoordelijk geworden. De Psalmen en ook andere bijbelboeken schijnen qua constructie geniaal in elkaar te steken.

Welke Nederlandse of buitenlandse dichter zou meer onder de aandacht mogen komen volgens u?
Dat Willem van Toorn, een van onze beste dichters en alom geprezen, de P.C. Hooft-prijs nog niet heeft gekregen, is onbegrijpelijk en onterecht.

Wat zijn uw plannen of projecten voor de komende tijd?
Doorgaan met waar ik mee bezig ben: de nodige stadsgedichten schrijven en mij inzetten voor meer poëzie in de openbare ruimte. Zo is er onder meer een app in de maak voor een route door de stad langs beeldende kunst waarbij dichters een gedicht hebben geschreven. Rotterdam wordt meer en meer een stad waar de cultuur zich vanzelfsprekend nestelt. Ik juich dat toe en wil mijn steentje bijdragen.
Ook werk ik aan een nieuwe bundel. Ik ben nu al benieuwd hoe die zich zal ontwikkelen.

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...