Hieruit drie gedichten.
Belijdenis
Als jongens hebben we geprobeerd te bidden
tijdens een logeerpartij onder een te laag dak,
maar het buigen leek ons al het halve gebed
Volgens Claude moesten we wachten tot we gestommel
aan de andere kant van de lijn hoorden
We waren in slaap getuimeld voor het zover was
Opeens veerde Claude op. Hij vertelde later
dat er een stroompje door zijn botten schoot
Net als toen keken we elkaar niet aan,
maar ik wist dat hij op zijn lip beet
Hoe we ook ons best deden, we kwamen nooit dichterbij
dan zijn duizelige sterretjes en kanaries
Terravorming
Sinds kort eet Sybille bij voorkeur ‘licht-exotisch’,
omdat we ‘absolument moderne’ moeten zijn
Vandaag eten we, voor de derde keer al deze week,
kebab. Zij praat over wat te dragen
naar een sollicitatiegesprek; over welk gazon,
welke zitmaaier. We moeten alles heruitvinden,
dus we zijn. Claude werpt tegen: ‘De keuzes
die we maken, zijn allang gemaakt. Alleen het decor
wordt geregeld ververst.’ Ik had zo graag
met mijn vuist op tafel geslagen,
maar kijk naar de plastic fles knoflooksaus
omdat ik behoefte aan een middelpunt heb
Verdeling
Onze driehoek is een triangel
Ik zeg: ‘Ze moet mee.’ Claude knipoogt,
van de ene zuidpool naar de andere,
laat me nog eens de uitnodiging zien