LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

‘Schrijven is inherent aan zijn’

18 mrt, 2016

Hedwig Selles (Zwolle, 1968) publiceerde onlangs haar vierde dichtbundel Wie hier binnentreedt bij uitgeverij Vrijdag.

De titel van je bundel Wie hier binnentreedt klinkt onheilspellend door de verwijzing naar Dantes vers: “Wie hier binnen treedt laat alle hoop varen.” Heb je dat als waarschuwing bedoeld? Jij zegt in je gedicht “Wie hier binnentreedt doet eerst een wens.” Wat is je bedoeling met deze zin?
Het is eigenlijk een motto voor het leven. Je hebt het leven niet onder controle en je kunt maar beter een wens doen in de hoop dat dat enig effect heeft op de uitkomst. Wellicht zoek ik de waarde in de beelden die ik oproep en waarmee ik leef. Omdat ik daar tot op zekere hoogte enige sturing aan kan geven.

Het meest duidelijke gedicht uit de bundel vind ik Tussen theater en waarheid . Als je het zo naturel houdt bereik je meer lezers naar mijn idee. Je hebt een heel eigen idioom, dat zich moeilijk ontvouwt. Wat is jouw visie?
Misschien heb je gelijk. Voor poëzie moet je moeite doen maar misschien sla ik daarin een beetje door. Ik hoor het vaker. Het is een afweging, wil ik toegang hebben tot een groter publiek, dan is dit niet de manier. In het werk dat ik nu voorhanden heb, probeer ik dit wel wat meer mee te laten wegen. Dat is voor mij ook een spannend traject.

Je slotzin uit de bundel “Er is geen weg in het gistend gezelschap van kiemend zaad jezelf in de aarde te storten.” Is er nog hoop?
Ja, men zegt wel eens, geloof hoop en liefde en het meeste daarvan is de liefde. Daar geloof ik niet in. Hoop op iets beters, alleen dan blijf je in leven. Je kunt nog zo bemind worden, maar als je bijv. in een gevangenis, een vluchtelingenkamp of waar dan ook bent bekneld, heb je daar weinig aan. Je hoopt dat op een zeker moment de bevrijders aan de poort staan. Dat je ze kunt omarmen en kunt vertrekken.

Je bundels kwamen uit bij vier verschillende uitgeverijen?
De eerste Jaarringen was bij Stichting De Beuk van Wim Simons. Wim overleed. Toen met IJzerbijt in de Windroos serie en daar werd Henk van Zuiden ziek en uitgeverij Haarlem stopte met de Windroos. Vervolgens ben ik via de Bezige Bij bij Uitgeverij P (Leo Peraer in Leuven) terecht gekomen met Schadenfreude. Hij wilde ook graag mijn nieuwste bundel uitgeven, maar ik kreeg een beter aanbod van Uitgeverij Vrijdag.

Hoe gaat het schrijven bij jou, met pen en papier of met de computer?
Met de computer, vervolgens print ik het uit en dan met de pen en het printje op pad. Overal tref je in mijn huis printjes aan, ook in tas en jas. Omdat ik de hele dag bezig ben met het scannen van mijn woordomgeving en dat op te schrijven, zien printjes er vies en smoezelig uit. Met deze vodjes keer ik weer terug naar de laptop, om het toe te voegen en te manipuleren. En met de woorden nieuwe werelden te verkennen.

Hoe is je dagindeling als je schrijft?
Het ontwaken is een belangrijk moment, dan keer ik me meteen naar de laptop om te kijken wat ik er acht uur eerder van gemaakt heb. Dan ben ik op mijn best. Dat wil zeggen dat ik het best aanvoel, wat het gedicht van me wil. Helaas kom ik vaak tot de conclusie dat de verrukking waarmee ik acht uur eerder het gedicht ‘opsloeg’ nergens op gebaseerd is en ik opnieuw moet gaan zoeken. Een ontnuchterend moment.


Op een bankje in de Zwolse wijk Stadshagen is een dichtregel van Hedwig Selles geplaatst.

Heb je goede herinneringen aan optredens?
Het voordragen is een vak apart. Het verdient echt concentratie en op aanraden van een ervaringsdeskundige ben ik gaan oefenen zodat ik zekerder ben van wat ik voordraag en de wijze waarop ik de gedichten voordraag. Zo krijg ik er ook meer plezier in.
Ieder gedicht dat ik schrijf, prevel ik voor mezelf. Immers dan hoor ik wat ik opgeschreven heb. De alliteraties en de assonanties. Dit klinkt logisch, maar het stuurt de richting en betekenis van het gedicht.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Schrijven is inherent aan zijn, dus eigenlijk heb ik geen plan of voornemen. Ik leef, ik schrijf, het is waarom ik ben. Om terug te keren naar het zakelijke, ik heb een literaire app ontwikkeld naar aanleiding van een idee dat een vriend van mij en ik samen hebben ontwikkeld. Ik ben al een heel eind maar nu zoek ik een sterke partner om het verder te trekken. Daar gaat veel tijd in zitten en ik vind het prachtig om te doen, omdat ik erin geloof dat deze app de verbeelding en de actualiteit met elkaar verbindt.

Wat is dat voor een app?
Het concept van de game is bezig zijn met teksten op je smartphone of tablet. Dat de spelers worden uitgedaagd om met teksten in de breedste zin van het woord, te gaan spelen en daar gevoel voor te ontwikkelen. Doordat verbeelding en tekst een verbinding aangaan – dat kan een tekst van Willie Wartaal zijn, maar ook van Guido Gezelle- willen we de afstand tussen ‘moeilijke’ zinnen en ‘toegankelijke’ zinnen overbruggen.

Dat is een heel interessante app waarover je begrijpelijk nog niet te veel wil loslaten en we wensen je veel succes met het verder ontwikkelen van het prototype.

Recensie van Wie hier binnentreedt

     Andere berichten

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...

Interview Arjan Witte

'Poëzie is geen uitlaatklep want de emoties zijn niet de uitstoot maar de brandstof. Dat de boel lekt is een ander verhaal.' door Gerard...