LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Jan Wagner – Regentonvariaties

3 apr, 2016

Buitencategorie

door Paul Roelofsen

De reden om deze bundel te bespreken:
Goede vertalers zou men heilig moeten verklaren, zeker als zij van het niveau zijn van als bijvoorbeeld August Willemsen(†) en Peter Verstegen.
Kort geleden vernam ik dat Ria van Hengel tot dit illustere gezelschap behoort, maar had nog nooit iets van haar onder ogen gehad. Vandaar.
De dichter was mij onbekend.

Om te beginnen twee quotes over Jan Wagner en deze bundel:
‘De beste dichter van zijn generatie, een van de sterkste en origineelste stemmen in de Duitse, hedendaagse literatuur’.
(Süddeutsche Zeitung)
‘Dit is eenvoudigweg grandioze, adembenemende poëzie’.
(Frankfurther Allgemeine)
Enige argwaan is geboden bij zulke superlatieven, maar bij deze lof is dat niet het geval. Want inderdaad, het is een grandioze bundel en dat Jan Wagner de beste dichter van zijn generatie is geloof ik graag, al ken ik het werk van zijn generatiegenoten niet; hij won als eerste dichter ooit de Preis der Leipziger Buchmesse en van Regentonnenvariationen werden er meer dan dertigduizend exemplaren verkocht! (Kom daar eens om in Nederland).

Wat maakt deze gedichten zo bijzonder?
Prachtige beelden :

[…]
de kaketoe, die ons spoor
van maiskorrels had gevolgd,
met al zijn wit op de kroonlijst,
zijn slimme jeneverbes –ogen
en een gele kuif van veren,
die hij opensloeg
als goochelaars hun kaarten,
de danseres haar waaier;
zeeanemonenhoofd
[…]

Ten tweede de muzikaliteit; ritme en rijm zijn speels en variërend , nergens knelt het, wat de gedichten lucht en licht geeft. Ten derde de ogenschijnlijk alledaagse voorwerpen ( tennisballen, een theekopje, een stuk zeep) die Wagner dikwijls als titel en uitgangspunt neemt en onverwachte dimensies weet te geven.
Ter illustratie de tweede strofe uit ‘verhandeling over zeep’ : ‘woog als een steen in je vuist/schuimde op, werd zachter/je waste je van kain tot abel’
En tenslotte is het de manier waarop de dichter de vorm aanpast aan de inhoud.
Een voorbeeld hiervan toont het openingsgedicht:

sluipgeer (zevenblad)

niet te onderschatten: de sluip-
geer, met de begeerte al in de naam, daarom
de bloemen die zo zwevend wit zijn, kuis
als een tirannendroom.

komt steeds terug als een oude schuld,
kruit door het duister zijn smokkelwaar
onder het gras door, onder het veld,
totdat een nieuwe witte verzetshaard

ergens weer opduikt achter het tuinhuis,
bij de struiken, tussen de kruiden:
sluipgeer als bruisen zonder geluid,

dat schuimend opspuit, langs puien omhoogkruipt, totdat sluipgeer
alle ruimte gebruikt om uit te spruiten, tot overal sluipgeer
over sluipgeer schuift, de tuin verslindt met uitsluitend sluipgeer.

Wat de vertaling betreft, deze is voor mij beperkt te beoordelen, omdat de bundel op het openingsgedicht na, helaas alleen de vertaling toont en niet het origineel daarnaast. Maar die ene vertaling vind ik uitzonderlijk goed, nauwgezet waar mogelijk, vindingrijk indien een letterlijke vertaling zou storen. De vertaalster Ria van Hengel won in 2007 de Martinus Nijhoff- prijs.
Opdat u zelf kunt oordelen nogmaals het openingsgedicht, nu in het Duits:

Giersch

nicht zu unterschätzen: der giersch
mit dem begehren schon im namen – darum
die blüten, die so schwebend weiss sind, keusch
wie ein tyrannentraum.

kert stets zurück wie eine alte schuld,
schickt seine kassiber
durchs dunkel unterm rasen, unterm feld,
bis irgendwo erneut ein weisses wider-

standnest emporschiesst. hinter der garage,
beim knirschenden kies, der kirsche: giersch
als schäumen, als gisch, der ohne ein geräusch

geschieht, bis hoch zum giebel kriecht, bis giersch
schier überall spriesst, im ganzen garten giersch
sich über giersch schiebt, ihn verschlingt mit nichts als giersch.

Valt er dan niet iets minder positiefs over deze bundel te melden? (Een recensent moet toch wat te zeuren hebben). Wat de gedichten en de vertaling betreft, ik zou het niet weten, maar gelukkig valt de gerenommeerde Uitgeverij Podium wel iets te verwijten en dat is niet mals: hoe fraai het omslagontwerp ook en hoe aangenaam rustig de typografie, de bundel is beschamend slecht gebonden; al na een eerste lezing zat ik met losse bladzijden op schoot. Foei!

Maar poëzieliefhebber, laat dit u er niet van weerhouden deze bundel aan te schaffen; een must.

***

Jan Wagner (1971, is vertaler, essayist en dichter. Zijn eerste bundel, Probebohrung im Himmel, verscheen in 2001. Voor Regentonnenvariationen (2014) ontving hij de eerste Preis der Leipzicher Buchmesse (2015).
Ria van Hengel (1939) vertaalde onder andere werk van W.G. Sebald, Elfriede Jelinek, Novalis en Heinrich von Kleist. Ze kreeg onder andere de Martinus Nijhoffprijs (2007) voor haar vertalingen uit het Duits.

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...