Hooggeleerde bracht het nieuws
dat via voorpagina’s en weekendbijlagen
ten slotte belandde in talkshows
geen houden aan binnen drie maanden
had op gezag van de wetenschap
de randstadelite de ziel afgeschaft
ik wist niet wat mij te doen stond
waar kon ik de mijne verbergen
ik zou ermee voor gek lopen
bij een officiële gelegenheid
binnenkort ook onder vrienden
waar kon ik me dan nog vertonen
gelach in de tuin bij de barbecue
geen vuiltje aan de lucht tot buurman
begint over de almacht van het brein
hilariteit ontstaat om simpele geesten
valse sentimenten voorbije tijden
lang nadat iedereen is weggegaan
vind ik bij smeulend vuur mijzelf terug
en zie omhoog hoe zwijgend en meedogenloos
de sterren aan de hemel staan
Mijn lief is een vormvast gedicht
maar hoogst divers, met groot gemak
slijpt zij een puntdicht, danst zij een ballade
of hijst zich in een strak sonnet
ooit neigde zij naar het rondeel
maar nu mijdt zij herhaling en refrein
en het gehobbel van enjambementen
dan liever een bijtend kwatrijn
haar tekst is op de man af, nooit
bezondigt zij zich aan quasi filosofietjes
of beeldtaal die leegte verhult
geen zouteloze woordenbrij, trefzeker
richten haar klanken, vorm en ritme zich
op eindrijm dat mijn liefste wens vervult
Een golf vals blond valt binnen
wankelt op iets te hoge hakken
naar de bar om droge witte wijn
klikklak
Strakke pakjes dikke lippen
met een iets te schelle stem
commentaar op haar of hem
hakketak
Wat zie jij er fan tas tisch uit
vandaag, vertel hoe doe je dat
weet je dan niet mijn nieuwe liefde
drie maanden al en zo bijzonder
Ze lachen, strelen, stoten aan
met blossen op de wangen
spelen zij nog even vroeger
meisjes van zestig