Slechts weinigen halen de overkant
door Ernst Jan Peters
Waar de een iets heeft met het Songfestival, kijk ik zelf ieder jaar weer reikhalzend uit naar de Turing Gedichtenwedstrijd. Enerzijds om zelf weer eens drie of vier gedichten te testen, anderzijds om mij te verheugen over wat er zoal over wordt gemeld op Facebook. Via de mail word je voortdurend door Turing zelf op de hoogte gehouden over de absolute deadline voor inzenden, dus je krijgt ook nog eens een boel gezellige, aansporende mail. Ik houd ervan. En waar loop je nu de kans om zoveel geld te verdienen met zoiets obscuurs als poëzie?
Het meest concrete product van de Turing Gedichtenwedstrijd is de wedstrijdbundel die al helemaal klaarligt op de uitslagenavond. De honderd beste gedichten van het afgelopen jaar staan er in. Dit zijn de honderd waarover de jury zich heeft gebogen; de winnaars staan er niet in vernoemd. Die moet je dan weer even opzoeken op hun website. Voor 2017 waren de drie winnaars van goud naar brons: Jan-Paul Rosenberg uit Zeist, Merel van Slobbe uit Nijmegen en Dan Falck uit Amsterdam. De jury die de honderd gedichten moest beoordelen, bestond dit jaar uit: Tsead Bruinja (juryvoorzitter), Simone Atangana Bekono, Lies Van Gasse, Sef en vast jurylid Françoise Geelen (vanuit de Turing Foundation). Het voorwerk is dan reeds gedaan door mensen die zijn verbonden aan de tijdschriften Awater en de Poëziekrant. Deze poëzieslaven hebben zich geworsteld door de 8.306 anonieme inzendingen van 2.926 dichters om eerst een top duizend en dan een top honderd te maken. Voor wie er in geïnteresseerd is: de top duizend heb ik dit jaar gehaald met twee gedichten. Verder kwam ik niet.
Per fase krijgen de inzenders bericht over hoe zij het hebben gedaan. Gedichten worden ingezonden via een knap opgezette website waarin deelnemers kunnen inloggen om hun eigen werk te zien, door de tijd heen. Sommige deelnemers hebben vaker de top honderd gehaald en die gedichten zijn via de wedstrijd voor iedereen toegankelijk. Winnaar Jan-Paul Rosenberg heeft zelfs een bescheiden biografie toegevoegd aan zijn eigen pagina. Bij elke mededeling over de volgende fase, is het zaak om scherp op Facebook de verschillende dichters te volgen. Dichters van faam, met verschillende bundels op hun naam, spreken hun teleurstelling uit. De anonimiteit heeft ze geen voorsprong (of nadeel) opgeleverd. Hun commentaar levert weer commentaar op over de systematiek van de Turing Toto en uitroepen als ‘ik doe niet mee aan die onzin…’. En sommige dichters doen het anoniem ook gewoon goed getuige de aanwezigheid van Mark Boog in de top honderd.
De wedstrijdbundel is dus een bloemlezing van datgene wat mensen rond Awater en de Poëziekrant de beste gedichten vonden. Een meer thematische lijn zit er ook niet in. De titel van de wedstrijdbundel is dan ook steevast een schitterende dichtregel uit onze uitgebreide canon van schone verzen, maar zonder enige inhoudelijke band met de inhoud. Vorig jaar Boutens, dit jaar Gorter. ‘Goudlicht en avondschijn’ komt uit een van de Verzen van de grote meester. Volgend jaar wellicht Kloos of een iets minder lang geleden overleden dichter. De binding is de kwaliteit per gedicht, wellicht kan over 50 jaar een wetenschappelijke studie een lijn zien tussen de eerste editie (uit 2009) en de laatste, deze negende editie. En of dat dan een ontwikkeling is in het dichtwerk of meer over de manier waarop werk wordt beoordeeld, dat laat ik dan maar even in het midden.
De (voor)jury heeft goed werk gedaan. Jammer dat ze mijn werk hebben genegeerd, maar wat wél de bundel heeft gehaald is zo bijzonder dat je heerlijk in de bundel kunt verdwalen. Mooie vondsten als ‘Mond – jij sponzende spraakkrater’ van Jaako Jannowitz of ‘LIEFDE KEERT TERUG / TERWIJL WIJ ERAAN SCHRIJVEN’ van Truus Roeygens of ‘daar geloof ik in, als in een verdrietig akkoord / niet van een regering maar van een gitarist’ van Wieger Wobbe Windhorst. Het ene gedicht spreekt vast meer aan dan het andere, maar is dat niet een eigenschap van álle bloemlezingen? Ieder gedicht is beoordeeld zonder dat de jury kennis had van de naam en dan is het natuurlijk helemaal mooi als twee gedichten of meer gedichten bij de Top 100 eindigden. Van maar liefst elf dichters staan twee gedichten in Goudlicht en avondschijn. Eén daarvan is Dorien Dijkhuis.
Overkant
je zet een vinger op de kaart, trekt een lijn
tussen landen, zegt: dit is eerder gedaan
zo gaan we aan boord, varen uit
slechts weinigen halen de overkant, zeg je
weinigen komen ooit in een thuishaven aan
land komt in zicht na dagen van deining
we zien daken van huize, we ruiken
de grond
bomen en mensen die in een vingertop
pasten, nemen algauw je hele hand
hele hart in beslag
wanneer we aan land gaan, gooien we
stenen over onze schouders om te zien
of het een jongetje of meisje wordt
Dorien Dijkhuis
Het respect voor de (voor)jury wordt per gelezen gedicht groter. De gedichten verschillen. De ene is sprankelender dan de ander, de een herbergt bijzondere beelden, de ander ‘zingt’ meer. Toch is het ook deze maal gelukt om een gedicht aan te wijzen als ‘winnaar’. De vijftien minuten van wereldfaam zijn deze dichter gegund. Niet van iedere winnaar horen we later nog iets terug. Jan-Paul Rosenberg lijkt mij iemand die actief is in de poëzie en die vast meer wil. Het prijzengeld kan een duwtje in de goede richting zijn.
Laatste foto van de vrede
Ik bedoel dit letterlijk: verlaat de zoemende foto
nu het nog kan, zelfs uit de ruimte blijkt de verwoesting
onafwendbaar. De man in de kamer hiernaast is al geschiedenis.
Vanuit deze foto leidt de weg naar de ontsnapping, elke poging tot bewegen
wordt beloond. Deze waarschuwing geldt voor iedereen: pretvaders, bonusmoeders,
leenkroost; alles waarop een naam rust, een burgerservicenummer, een cliëntprofiel; alles
wat kan worden afgeluisterd dus alles wat voor evacuatie in aanmerking komt.
De laatste foto van de vrede bloedt als een oprechte, loyale Madonna.
De staat stuurt een app: de elektriciteit is dood, telefoons/
computers
afgesneden. Discreet duiken we onder in een tentenkamp.
Paspoorten, sleutelwoorden raken uitgebloeid.
De foto liegt niet. Nog even en dan gaat het los
begint het zoeken met honden naar overlevenden.
Tot dan steken we de koppen in het zand, trakteren we
het gouden kalf op Bach, blijven God door de vingers zien.
Jan-Paul Rosenberg
Gerrit Komrij heeft toen hij werd benoemd als Dichter des Vaderland zijn masker van vlijmscherpe cynicus afgezet en is zich gaan inspannen om poëzie in Nederland een podium te geven voor een groter publiek. Zijn inzet vormde de basis voor de Turing gedichtenwedstrijd waarvan het doel is om meer mensen in Nederland en België te inspireren en te enthousiasmeren voor poëzie. Sommige actieve deelnemers publiceren na verloop van tijd hun eigen bundel. Anderen moeten genoegen nemen met publicatie in de wedstrijdbundel. Vorig jaar was ik erbij: de avond van de bekendmaking van de winnaars, een blauwe button op mijn borst. Dat lukt niet ieder jaar. En alleen om die reden kan ik niet anders zeggen dan: schitterende wedstrijdbundel, maar de vorige editie was beter…
***
Goudlicht en avondschijn is de negende editie van de bundel met de honderd beste gedichten uit de Turing Gedichtenwedstrijd. Een jury bestaande uit Tsead Bruinja (juryvoorzitter ), Simone Atangana Bekono, Lies Van Gasse, Sef en Françoise Geelen kozen de drie winnaars uit de Top 100.