Antoon Van den Braembussche (1946) is filosoof, kunstcriticus, essayist en dichter. Hij doceerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Jan van Eyck Academie en de Vrije Universiteit Brussel. Als filosoof publiceerde hij onder meer Denken over Kunst. Recentelijk verscheen De stilte en het onuitsprekelijke (A’pen, Epo, 2016).
Als dichter debuteerde hij in 1979 onder het pseudoniem Tonko Brem met de bundel Liefdesverklaring in de legendarische Yang Poëziereeks. Daarna verschenen: In het Voorbijgaan (Antwerpen, Contramine, 1985) en Verzwegen Verleden (Gent, J&J, 1995). Meer recent verschenen onder zijn eigen naam een drietal bundels bij Uitgeverij P : Kant-tekeningen (2007), Het uur van de wolf (2014) en Alles komt terug. Over de eeuwige terugkeer van het gelijke (2018).
Regen, misschien wel sneeuw
Er is regen, misschien wel sneeuw op komst.
Zo zei je. Alsof je iets anders wilde zeggen.
Iets dat vanuit de diepte kwam.
Nergens meer thuishoorde.
Je wist hoezeer ik van je hield. En toch
keek je strak de andere kant uit.
De bomen zwegen aan de horizon.
Boven de maïsvelden hing ijl de mist.
Ouroboros
Voor Rico Sneller
Zo heb ik het schreeuwen verleerd.
In dagdonkere wanhoop.
In woorden die bevroren in mijn mond.
Als ijskristallen. Ongeboren.
Zo heb ik de taal uitgevonden
van het vergeten en het naamloze,
het onpeilbare verdriet.
En tegelijk ontdekte ik de
achterzijde van elke taal.
Het onuitsprekelijk besef
dat alles uiteindelijk zichzelf
als een slang verslindt,
zijn eigen staart opeet.
De kringloop voltrekt.
Zichzelf opnieuw uitvindt.
Tot in het oneindige.
uit: Alles komt terug. Over de eeuwige terugkeer van het gelijke, uitgeverij P, 2018