LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Karel ten Haaf – Nilfisk!

9 sep, 2018

Dit was mijn afscheidskollage

door Hans Puper

Op het achterplat van De man met vele manieren van Ilja Leonard Pfeijffer staat een opmerkelijke foto: hij zit naakt op een bank voor een boekenkast. Hij geeft zich bloot in zijn poëzie, zou je kunnen zeggen. De foto van Karel ten Haaf op het achterplat  van Nilfisk! verwijst naar die van Pfeijffer. Ten Haaf gaat verder: hij staat naakt voor een boekenkast en heeft een beginnende erectie (of een erectie op zijn retour, wie zal het zeggen). Hij heeft een stofzuiger in zijn linkerhand en de slang in zijn rechter; de opening houdt hij naast zijn penis. Een van de genoteerde gespreksflarden van de dichter (die al heel lang in Groningen woont) luidt:  ‘Nilfisk de Noorman. De verloren viking. / – Haha, cool. Was trouwens een obsessie van Zappa: blote mensen die bepaalde handelingen verrichten met een stofzuiger’.  Deze regels staan in de afdeling ‘Hij klopt en hij veegt en hij zuigt’, de bekende slogan bij de roemruchte Hoover.  ‘Tegen De Nieuwe Kuisheid’ heet de foto. Het statement is duidelijk, de provocatieve gein ook. Maar tot meer dan schouderophalen leidt het niet.
Ten Haaf ontleent veel aan Vaandrager, net als Frans Vogel  (1935 – 2016) en in mindere mate Daniël Dee en Deelder. Dat levert amusante gedichten op zoals de serie ‘De echte McCoy’ die onder andere verscheen in Vaan nu. C.B. Vaandrager met andere ogen. Het eerste gedicht:

Kid McCoy bokste
achttienzoveelennegentig

tegen een dove bokser

hield vlak voor het eind van de derde ronde op
en wees naar de hoek

de dove tegenstander
dacht dat de gong had geklonken
liet zijn armen zakken
en werd
wellicht met de befaamde corkscrew punch
k.o. geslagen door Kid

Helaas bestaat de bundel voor een deel uit flauwe grappen, dubbelzinnigheden, meligheid. Pagina  29, links bovenaan: ‘En + kut?’ De volgende bladzijde, links onderaan: ‘Enschede’. En zo nog een paar, ik ken ze zonder uitzondering al tientallen jaren. Het enig leuke aan deze afdeling ‘Plaatsnaamrebi’ is de opdracht: ‘aan mij’. Een goedwillende lezer kan zich natuurlijk afvragen of er sprake is van een interessant, goed doordacht experiment, bijvoorbeeld: kun je meligheid zover doorvoeren dat er van de weeromstuit opmerkelijke poëzie ontstaat? Ikzelf mis die gevoeligheid.
De eerder genoemde afdeling ‘Hij klopt en hij veegt en hij zuigt’ begint als volgt: ‘Mijn naam is Edgar en ik verzamel stofzuigers. Ik weet dat het een beetje anders is als b.v. postzegels verzamelen maar ik kan u verzekeren dat ik niet alleen ben.’ Van Facebook geplukt, denk ik. Dan volgen een asterisk en de regels: ‘Ik ben zo bang dat de pijn / nooit overgaat.’ Ja, je vraagt erom als je masturbeert met een stofzuigerslang. Maar dat zinnetje krijgt een duistere lading als je een eindje verderop het volgende leest: ‘Herinnering schrijven. 11 april 2017. Magneetscan. Geen verwachte nekhernia maar een onvermoede uitzaaiing. Ziet eruit als kwaadaardig. Kanker dus.’ Het reeds geciteerde ‘Nilfisk de Noorman. De verloren viking’ blijkt dus een vergaande vorm van zwarte humor te bevatten, indrukwekkende zelfspot zo je wilt. Weer een eindje verder: ‘Geschiedenis schrijven. 14 april 2018. M.i.v. hedenavond behoor ik tot de twintig procent die de diagnose niet-kleincellige longkanker in het vierde stadium een jaar overleeft.’ Bij dit soort notities maak ik geen onderscheid meer tussen de persoon van de dichter en een lyrisch ik.

Bij de foto ‘Tegen de nieuwe kuisheid’ kun je je schouders ophalen, ondanks de vaststelling ‘Seks is een prachtig terrein voor een / kunstenaar. Er zijn nog zoveel taboes’. Als Ten Haaf al een taboe aanpakt, dan betreft die een ander soort kuisheid, door sommigen kiesheid genoemd en die in wezen angst is voor de dood: het vermijden van gesprekken over terminale kanker. Het motto van de afdeling ‘Bijwerken’ is van Hans Verhagen en luidt: ‘In gezelschappen, die aardbevingen en vliegtuigrampen, radio-activiteit en oorlogsdreiging gretig als onderwerpen van gesprek hanteren, is hij die de kanker aanroert een onwelkome gast, een griezel bovendien.’ Verhagen schreef deze regels waarschijnlijk als reactie op de ophef over de ready-mades over kanker uit Nederlandse, Engelse en Duitse voorlichtingsfolders die hij had opgenomen in zijn bundel Sterren Cirkels Bellen uit 1968. Patiënten leven ongetwijfeld niet meer in zo’n isolement als vijftig jaar geleden, maar voor een spiegel van sterfelijkheid sluiten nog steeds velen de ogen. Als er over kanker wordt gesproken, dan is het vaak in positieve zin: dapperheid en strijd worden geprezen, alsof je daarmee het verloop van de ziekte zou kunnen beïnvloeden.

In deze afdeling ‘Bijwerken’ maakte Ten Haaf net als Verhagen ready-mades, nu uit bijsluiters van kankermedicijnen. Bij Verhagen ging het om de vervreemding en de onbedoelde associaties die een uit zijn context gehaald fragmentje opwekken: ‘Vom Hautkrebs werden blonde hellhaütige Menschen / viel häufiger befallen als brünette; / Neger bleiben verschont.’ Ten Haaf intensiveert de werkelijkheid, niet alleen omdat je weet wat er met hem aan de hand is, maar ook vanwege de rangschikking van de fragmenten.  Hij volgt de verschillende stadia van longkanker en de bijbehorende inname en bijwerkingen van de medicijnen. Na stadium IIIb (er is dan al sprake van uitzaaiingen) voegt hij stukjes over de zogenoemde rouwfasen in:

De vijf verschillende rouwfases
zijn omschreven door psychiater
Elisabeth Kübler-Ross. Hoewel
zij deze fases in een bepaalde
volgorde omschrijft, hoeft deze
niet strikt gevolgd te worden.
Denk dus niet dat je abnormaal
bent wanneer je merkt dat deze
volgorde niet voor jou geldt.

Tel uit je winst. Je hoeft de volgorde niet strikt te volgen, gelukkig maar. Ondanks alles moet ik om deze absurdistische stupiditeit grimlachen.
Kwaad word ik om een formulering in het volgende stukje:

Aanvaarding
Hoeveel verdriet en pijn je als
nabestaande ook hebt, er komt
een dag dat je gaat proberen om
het verlies een plaatsje te geven
(…)

Het verdriet een plaatsje geven. Dat verkleinwoord. Om verder te kunnen met je leven moet je met een zwaar verlies en blijvend verdriet leren omgaan, maar een plaatsje geven? Dat doe je als je een cavia moet missen. De formulering is geruststellend voor omstanders, meer niet.

De afdeling ‘Bijwerken’ eindigt met een enkele cursieve zin op een pagina: Dit was mijn afscheidskollage. Maar wat voor zin: ondanks alles is hij humoristisch. En confronterend, tragisch, meelijwekkend, pijnlijk, vul maar  in.
Juist door de manier waarop hij over kanker schrijft, is Nilfisk! een bundel die je niet snel vergeet, ondanks alle ongein en meligheid elders in de bundel.  Ik hoop van harte dat de afdeling ‘Over de finish’ zijn geldigheid nog niet heeft verloren. Hij bestaat uit één zin: ‘Ik ga van nature niet zo gauw dood.’ Vooralsnog heeft hij gelijk, ik heb nog niet vernomen dat hij is overleden.
____

Karel ten Haaf (2018). Nilfisk! Uitgeverij Passage, 67 blz. € 14,50. ISBN 9789054523574

     Andere berichten

Bloemlezing – Het komt goed

Bloemlezing – Het komt goed

Een wereldbibliotheek van geluk door Tom Veys - - Een gedichtenbundel samenstellen met als thema ‘geluk’ is geen sinecure. Samensteller...

Jonas Bruyneel – Mulhacén

Hallo? Federico? door Marc Bruynseraede - - Aan het literaire firmament is sinds kort een nieuwe ster verrezen: Jonas Bruyneel, aan de...