Anne E. Karelse (Singapore, 1952) publiceerde voor het eerst een gedicht in 1968 in De Groene Amsterdammer, studeerde Nederlands, werd lerares en bleef gedichten en korte verhalen schrijven. Gedichten verschenen in Lust & Gratie, ExtaZE en in de 1e bundel met genomineerden voor de Turingprijs. Een kort verhaal verscheen in KortVerhaal. Voor het basisonderwijs maakt zij lessen creatief schrijven voor de methode Laatmaarlezen.
In november 2018 publiceerde ze ‘huishoudelijke gedichten’ in het tijdschrift ExtaZe.
foto Anna Bergkotte
januari
het is januari weer
ook nu ik niet thuis ben
boven mij de paarse heuvels
waar ik vannacht
ik hoorde uilen
zo verder
waak ik
tussen mijn slapen
zit alles van mij te waken
ik heb je nog niet verloren
al heb ik je
nog nooit gehad
niet januari
zij zei dat alles over ging
en ik die haar niet geloofde
stro in goud
as in jou
zij weet niet dat
januari niet bestaat
en dat onderweg van
a naar b
slechts een machine is
die beweegt
het land staat stil
ik verroer mij niet
ik zoek alleen maar een huid
duiker in de douche
het donker in
droom mij
ik wisselde te vaak
van huis
wat ik alleen maar zeggen wil
dat stro verandert in goud
water in sneeuw
as in jou
als je schrijft
een zelfportret
om in de nacht te zijn
één pikzwarte stap
jullie bleven bij vuur en drank
de takken van de kastanje
het witte hek
mollige bewegingen van bladeren
voor zover dat kon
stond ik dan eindelijk op de weg
het huis voorbij een beetje hoger
en
daar was ik dan
op de weg
naast het huis
langs de heuvel
onder de sterren
als een zeiler
die niet meer merkt
dat de bodem waarop hij staat
de grond niet is
even maar
zo