LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

“Anderen laten groeien”

2 mei, 2019

Yvonne Broekmans studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde en was docent in het Middelbaar Onderwijs. Zij had jarenlang een actieve dichtersgroep in Geldermalsen en zit sinds 2002 in de redactie van Meander.
Marten Janse en Yvonne Broekmans interviewden elkaar. Volgende week het gesprek met Marten.

Hoe ben je bij Meander terechtgekomen?
Vanaf het begin volgde ik Meander. In 2002 bracht iemand uit mijn Dichtersgroep mij in contact met Rob de Vos en sindsdien heb ik zo’n beetje alle afdelingen van de redactie gezien. Ik heb gedichten die binnenkwamen beoordeeld en besproken, bundels gerecenseerd, werkplannen opgesteld en gecoördineerd, wedstrijden gejureerd en prijzen uitgereikt. Na het overlijden van Joop Leibbrand is daar de eindredactie bijgekomen.
Op dit moment doe ik de eindredactie van de losse artikelen en de interviews; zo nu en dan voer ik zelf nog een gesprekje met een dichter die me aanspreekt.

Er zijn in die zeventien jaren talloze collega’s voorbijgekomen. Sommigen waren na de eerste bijdrage alweer verdwenen, anderen zijn inmiddels vertrouwd. Het meest verwant voelde ik me met Joop Leibbrand. Hij was jarenlang zeker zo belangrijk voor Meander als Rob de Vos. ‘Klassiekers’ en de afdeling ‘Recensies’ zijn door hem gerealiseerd en toonaangevend gemaakt. Hij was stadsdichter van Den Helder. Ik herinner me hoe we na zijn begrafenis in september 2015 op de kade stonden bij zijn stadsgedicht Het mooiste van Den Helder.

Het mooiste van Den Helder

Het mooiste van Den Helder
is het kerkje van Den Hoorn

als je in het late ochtendlicht
alleen staat op de dijk

en vanaf deze overkant
de zee voorzichtig deint

naar het voorbije land dat over
verre horizon getild zal wijken.

Het is daar dezelfde hemel
niet die je hier ziet.

© Joop Leibbrand, 2007

Wanneer las je voor het eerst poëzie?
Wie opgroeit met een ouder zusje dat vanaf haar zevende jaar iedere avond Annie M.G. Schmidt voorleest, kan niet anders dan van taal gaan houden. Vanzelfsprekend en geleidelijk. Wat ik me wel herinner als een Aha-erlebnis, is de kennismaking met het gedicht De idioot in het bad van Vasalis: het besef dat de zeggingskracht van poëzie juist niet datgene is, wat in het algemeen als poëtisch getypeerd wordt.


Welke rol heeft taal in je leven?
Taal is een constante liefde in mijn leven, maar het accent verschuift voortdurend. Uiteraard vulde het voor een groot deel mijn beroepsleven. Later kwam er meer ruimte voor het spel met de taal. Zo’n twintig jaar lang kwam mijn dichtersgroep wekelijks bij elkaar in de bibliotheek om elkaars werk te bespreken en inspiratie op te doen. Wij organiseerden regelmatig poëzieavonden, tentoonstellingen in samenwerking met andere kunstenaars of culturele dagen.
Het is zonder meer een opsteker als je steeds weer positieve reacties op gedichten en optredens krijgt, maar mijn grootste voldoening voel ik toch als een pupil groeit, iets presteert, erkenning krijgt. Datzelfde mechanisme draait natuurlijk in het onderwijs en het geven van mijn workshops, maar ook bijvoorbeeld bij het vrijwilligerswerk waar ik vaak bezig ben met de elementaire verwerving van taal.
Zelfs een simpel interview voor Meander kun je zo voeren dat de geïnterviewde zo goed mogelijk tevoorschijn komt.


Ben je nog bezig met eigen gedichten?
De jeukende behoefte om een eigen bundel uit te brengen, zoals ik die bij veel dichters tegenkom, heeft mij niet echt geplaagd. In de periode van de dichtersgroep deden wij wel mee met wedstrijden, en daar is er zelden een bij geweest waar ik geen prijs heb gewonnen. Ook hebben tijdschriften als Maatstaf of De 100 beste gedichten uit … gedichten van mij geplaatst die zij toevallig ergens tegenkwamen.
Ik moet steeds weer het antwoord schuldig blijven op de vraag: ‘Wanneer doe je nu eindelijk eens iets met die stapel gedichten?’ Ik kan me zelfs herinneren dat Joop al iets dergelijks zei, nog voordat ik bij Meander werkte, toen hij dit sonnet van mij besprak in de rubriek ‘gedicht van de maand’:

Etsen

Van jouw gezicht kras ik de ronde
zachte contouren op het staal.
De afdruk die ik bovenhaal
giet bijtend zuur in de open wonde.

Sinds jij een nieuw thuis hebt gevonden
spreken mijn etsen een vreemde taal
en ik verbrand ze allemaal
omdat ze jou niet vangen konden.

De moederplaat gaat niet verloren.
Daar volgt, onleesbaar filigrein
mijn hand de bogen van je oren

En schrijft je naam in lijnen pijn
die scherper dan de weeën zijn
waarin jij werd geboren.

© Yvonne Broekmans

Wat vind je leuk aan het werken bij Meander?
Dat is duidelijk de combinatie taal-onderwijs. Mensen stimuleren en begeleiden, een podium geven en zorgen dat ze zo voordelig mogelijk uit de verf komen. Er zijn inmiddels al diverse bekende dichters die bij Meander voor het eerst publiceerden. Ik herinner me bijvoorbeeld hoe ik in Rotterdam aan Ellen Deckwitz in 2009 haar eerste prijs uitreikte. De groei van een dichter is minstens zo boeiend als het uiteindelijke resultaat.


Passie


Achter het raam de passiebloem.
Zij geeft zich over aan gezoem van bijen
laat zich wellustig loom bevrijen
lonkt, lange vingers achter glas
om in het zacht bedauwde gras ons neer te vlijen.
Ik schrijf.
Geen mene tekel aan de wand
maar laat me raadsels schrijven
op de lijnen van je hand
en weerloos blijven.

© Yvonne Broekmans

     Andere berichten

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...

Interview Arjan Witte

'Poëzie is geen uitlaatklep want de emoties zijn niet de uitstoot maar de brandstof. Dat de boel lekt is een ander verhaal.' door Gerard...