De afgelopen jaren is er nogal wat onderzoek gedaan naar poëzie. En dan niet zozeer naar de inhoud, al zal dat ook gebeurd zijn, maar naar het gedrag van mensen, lezers van poëzie.
In 2017 publiceerde Kila van der Starre een uitgebreid onderzoek naar Poëzie in Nederland en verscheen er op de Leesmonitor een artikel over poëzie in Nederland. In 2015 publiceerde KVB Boekwerk een onderzoek van het GFK on-linepanel naar het koopgedrag van de Nederlander als het om boeken gaat. Uit deze onderzoeken en artikelen heb ik de inhoudelijke informatie voor dit artikel gehaald.
Ervaren
Wanneer je dagelijks met poëzie bezig bent is het soms moeilijk te begrijpen dat poëzie nog altijd als een niche wordt gezien binnen de literatuur. Maar als ik eerlijk ben begrijp ik het ook wel. Loop maar eens een boekhandel of bibliotheek binnen en kijk naar de afdeling of de kast met poëzie (als die er al is) en vergelijk deze dan met de afdeling romans of non-fictie. Ik denk dat iedereen meteen begrijpt wat ik wil zeggen. Wanneer er een overweldigende aandacht en koop/leenlust was voor poëzie dan zouden deze verhoudingen heel anders liggen.
Daarom verbaasde ik me over de eerste conclusie die ik uit het rapport van Kila van der Starre las, dat maar liefst 97% van de door haar ondervraagden aangaf weleens in aanraking te komen met poëzie.
In de meeste gevallen is er sprake van ‘zomaar tegen aanlopen’ door bijvoorbeeld het bezoeken van een speciale gelegenheid (huwelijk, begrafenis of speech) 84% of in de openbare ruimte 72%. Daarnaast komt men poëzie tegen op televisie 72% en in tijdschriften en kranten respectievelijk 68% en 67%. Ook geeft 40% aan dat men in aanraking met poëzie komt door het lezen van poëziebundels die men heeft gekregen, het zelf schrijven van poëzie (meestal voor een bijzondere gelegenheid) 45% het beluisteren van poëzie op een besloten voordracht 66%! Of via Internet wanneer men ernaar op zoek gaat 35%. Je kan dus concluderen dat het met de bekendheid met poëzie wel goed gesteld is.
Zeker als je de waardering van een 7 in aanmerking neemt die men geeft wanneer men met poëzie in aanraking komt.
Kopen en lenen
Maar hoe zit het dan met de verkoop en het kopen van poëzie? Wanneer je de bovengenoemde percentages leest zou je toch denken dat er ook wel behoorlijk wat poëzie verkocht en gekocht wordt in Nederland.
Als je alle fictieboeken die gelezen worden bij elkaar optelt is daarvan maar 6% poëzie. Dit wordt voornamelijk van papier gelezen. GFK die dit onderzoek heeft verricht kijkt naar verkopen en het leesgedrag, dus van papieren boeken of van elektronische boeken (e-books), dus niet van de social media of van websites en dergelijke. Van de groep fictielezers (alle fictie dus niet uitsluitend poëzie) leest 74% boeken, 18% e-books en 7% papieren en e-books.
Die 6% poëzielezers leest dit voor 50% uit nieuw gekochte poëziebundels, 25% tweedehands poëziebundels, 30% geleende bibliotheekbundels, 23% geleend van anderen, 27% uit cadeau gekregen bundels, 9% uit gratis gedownloade e-bundels, 8% van betaalde gedownloade e-bundels en 4% op een andere manier.
Als we kijken naar het aanschaffen van poëziebundels, gebeurt dat nog steeds voornamelijk in de boekhandel al zie je wel dat ook hier het gemak mensen er steeds meer toe drijft on-line poëzie te kopen. In de boekhandel wordt 44% gekocht, boekhandel en on-line samen 28% en uitsluitend on-line toch ook 28%.
Lezen
Poëzie wordt zoals mag worden verwacht vooral gelezen in het Nederlands. Toch leest ‘maar’ 66% van de respondenten uitsluitend Nederlands. 13% leest uitsluitend Engelstalige poëzie en 21% poëzie in andere talen. Daarnaast geldt dat hoe jonger de lezer, hoe vaker er poëzie in het Engels wordt gelezen.
Als er gekeken wordt naar bundels oorspronkelijk verschenen in het Nederlands (of Vlaams) leest 43% van de ondervraagden dit. Nederlands/Vlaams én bundels in een andere taal maar liefst 36% en 14% leest voornamelijk poëziebundels in vertaling.
Tot slot heeft men ook nog gevraagd naar het gebruik van social media en daaruit kwam dat 69% op Facebook zit, 33% op Twitter, 25% op Linkedin, 13% op Instagram en 15% op Pinterest.
Poëzieweek
In 2013 is men begonnen om de Poëzieweek te organiseren. Al langer was er de landelijke gedichtendag maar vanaf 2013 dus een hele week extra aandacht voor poëzie. Hoewel er best wel aandacht is voor de Poëzieweek bleek in 2017 dat van alle campagnes waaraan boekhandels, uitgeverijen en bibliotheken meedoen op het gebied van lezen en literatuur, de Poëzieweek toch de minste bekendheid genoot. In 2016 gaf 10% van een groep ondervraagden aan deze week te kennen en in 2017 zelfs maar 7% (in vergelijking: voor de Boekenweek was dat 61% en 66%).
Wel zie je met name bij bibliotheken in Nederland een toenemende belangstelling om iets met poëzie te doen in de Poëzieweek. Van de 138 bibliotheekorganisaties die in Nederland werden gevraagd bleek 23% in 2018 een activiteit te hebben georganiseerd rondom de Poëzieweek zoals bijvoorbeeld een dichtersbezoek.
Voorzichtige conclusies
Wanneer je al deze cijfers en percentages op je in laat werken kun je hier verschillend naar kijken. Het feit dat maar liefst 97% van de respondenten uit het onderzoek van Kila van der Starre aangeeft weleens in aanraking te komen met poëzie moet toch een grote glimlach op het gezicht van iedere poëzieliefhebber brengen. En dat dat wordt ingevuld met bijvoorbeeld 72% in de openbare ruimte al helemaal, dat wil toch zeggen dat poëzie veel meer aanwezig is dan ik in ieder geval, in eerste instantie zou denken.
Dat het schrijven en het lezen van poëzie door ook een aanzienlijke groep wordt gedaan (bijna de helft van de respondenten geeft dit aan) is ook hoopvol en dat maar liefst 66% poëzie beluistert op een besloten voordracht is veel meer dan ik had durven dromen. Waar al die mensen zich trouwens dan precies begeven vraag ik me wel af. Ik wil nog weleens voordragen op poëziepodia en de opkomst is daar meestal bescheiden (maximaal 30, 40 luisteraars is al heel behoorlijk). Maar misschien worden er inmiddels al op zoveel plekken dit soort bijeenkomsten georganiseerd dat de optelling van al die luisteraars tot dit percentage leidt.
De 6% van de gelezen fictie die poëzie betreft is dan wel weer heel laag maar weet dat er ontzettend veel fictie gelezen wordt in Nederland (in 2018 ruim 40 miljoen exemplaren verkocht en 57 miljoen geleend, neem daar 6% van en dat is dan toch nog altijd bijna 6 miljoen exemplaren).
Dat er in toenemende mate (ook) e-poëziebundels worden gelezen is niet zo vreemd, wanneer het lezen via een e-reader of tablet/laptop toeneemt zal dit ook gelden voor poëzie. Dat met name jongeren vaker kiezen voor het Engels hoeft ook geen bezwaar te zijn, volgens mij is dit van alle tijden en uiteindelijk is poëzie ook in een andere taal nog steeds poëzie.
Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik heb het idee, als ik om mij heen kijk, in de media, in de openbare ruimte, op podia, op internet en social media, dat er een toenemende interesse is voor het schrijven en lezen van poëzie. Dat deze interesse vele gezichten kent (van geschreven poëzie in bundels tot spoken word artiesten, poëzie slammers, Instagramdichters en podiumdichters) maakt dat het poëtische landschap alleen maar veelkleuriger wordt en voor iedereen wel iets te bieden heeft. Dat er daarnaast aandacht is op landelijke schaal (poëzieprijzen, Turing Poëziewedstrijd, Poëzieweek) en dat er meer en meer activiteiten (ook door bibliotheken) worden georganiseerd stemt mij dan ook positief over de poëzie in Nederland.
(c) Wouter van Heiningen
(dichter, schrijver van een dagelijks blog over poëzie, voorzitter van de Poëziebus, bestuurslid van stichting Ongehoord! en stichting Meander en uitgever van een kleinschalige poëzie-uitgeverij MUG books)
afbeeldingen Pixabay