LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Herman Rohaert – Beyond here lies nothin’

6 sep, 2019

Liefdespoëzie in tijden van nihilisme

door Kamiel Choi

De bundel Beyond here lies nothin’ van Herman Rohaert is mooi vormgegeven en bevat enkele indrukwekkende kleurenillustraties. Op de kaft is het schilderij The Angel van Michaël Borremans te zien: een androgyne mensenfiguur met een zwartgeschminkt gezicht in een lange roze gordijnachtige jurk. Wat mij verder direct opviel waren de titels van de afdelingen: ‘Envoi’, ‘Gebed in niets’, ‘The end’, ‘Amore’ en ‘Finale’. De liefde is het reddende; de bundel lijkt een poging om het bijtende zuur van het nihilisme te overwinnen door onze herinnering met de gouddraad van de liefde te verweven.

Het motto ‘beyond here lies nothin’ is afkomstig van een liedje van Bob Dylan uit 2009 en bevestigt die raison d’être van deze bundel:

beyond here lies nothin’
nothing but love. As long
as you will love me, my
throne the whole world will be.

De bundel begint met een nihilistische inslag. Zo wordt er, na enkele expliciete vermeldingen van de leegte en het niets, een paal zonder bord bij Duinkerke beschreven, en een bord zonder opschrift bij Kosovo, geïllustreerd met mooie foto’s van Ruben van Eeckhout. Dit zijn voormalige oorlogsgebieden, plaatsen waar men kan en moet zwijgen:

Hier stolt het woord
voor het uitgesproken,
hou je hoop en droom
achter gesloten lippen
voor ze verstarren tot
snijdend kristal.

De verstilde plaatsen maken het nihilisme voelbaar, en bereiden op die manier de overwinning ervan – door de liefde – voor.

De liefde wordt vooral geëvoceerd door het nauwkeurige esthetische taalgebruik. Het is de ambitie van deze poëzie dat ieder woord telt, dat een enkel woord een groots innerlijk landschap kan oproepen waarin we de liefde als mogelijkheid kunnen veronderstellen. Rohaert’s bedoeling lijkt het om de liefde met louter woorden op te roepen. Hij is zich bewust van de beperking van taal, getuige de afbeelding van een leeggeschreven rood boekje halverwege de bundel en twee waardige in memoriams, voor de overleden dichters Rogi Wieg (1962-2015) en Joost Zwagerman (1963-2015) in een aparte afdeling getiteld ‘The End’ vóór de afdeling ‘Amore’ (wat mij betreft een wat lugubere compositie). De dood is in deze bundel vooral het ‘zwarte gat van het vergeten’, het wegvallen van de uitdrukkingsmogelijkheid van herinnering, van het vermogen inzicht te krijgen in ons herinneringsproces, en het misschien ooit te overwinnen. Dat laatste blijft het privilege van de liefde.

We ontmoeten in dit werk dus een zintuiglijke taal, zich van haar eigen grenzen bewust. Zo is een ‘moment taai maar nog niet vloeibaar’, ‘strijkt [de] laatste zon met lange vingers over de gevels’, is de maan een ‘witte klaproos tegen zwarte nacht’, de nacht een ‘donkere zinkplaat’. In een gedicht vergelijkt de dichter de geliefde met Mona Lisa en zal de glimlach naglinsteren als een ‘slakkenspoor van verbrijzeld diamant’.

Ondanks de sensuele toonzetting maakt deze bundel een programmatische indruk. Esthetische, speelse zintuiglijke beelden worden afgewisseld met cryptische uitlatingen, coderingen van wat er kennelijk gezegd moet worden. Ik betwijfel of dit de bundel sterker maakt. In de laatste afdeling ‘Amore’ wordt de toon soms wat vrijer en vinden we gedichten die we ronduit geil kunnen noemen (de auteur is tevens Germanist, en in het Duits is die term allang niet meer alleen seksueel). Die onbevangenheid kan mooie poëzie opleveren, mits zij halt houdt voordat murwe herhaling en kitsch toeslaat.

Ter illustratie van de poëzie in ‘Amore’ citeer ik het gedicht ‘Ruiter’ in zijn geheel:

Ik heb je opgezadeld, tors je, neem
je op mijn buikvel, dans onder de schok-
ken van je gestel, weet enkel nog
nu en jij.

Je rijdt en ik klamp je, je legt me lam, ik
draag je, te graag.

En als ik verstijf in mijn tuig, tril in mijn zweet,
ben ik smacht naar nog spoor en meer kniestoot,
sta ik in mijn adem en verzamel ik hijg.

Alles wijkt tot jij geraakt, hier mijn haver,
geef me je water.

In dit erotische gedicht waarin de rol van paard en ruiter steeds wordt gewisseld, is het de taal zelf die zin sticht door het goed gedoseerde binnenrijm en het raadselachtige halfrijm haver – water. Ik vind Rohaert in dat register op zijn sterkst. Zeer abstracte formuleringen, zoals de ‘leegte die alles omvat’ tasten naar mijn mening het imposante bouwsel van sensuele poëzie aan, dat deze bundel in aanleg is.
____

Herman Rohaert (2019). Beyond here lies nothin’. Uitgeverij P, 64 blz. € 17,95. ISBN 29789492339812

     Andere berichten

J. Heymans – Alsnog

J. Heymans – Alsnog

Gelaagd, als een lasagne van betekenissen door Marc Bruynseraede - - Heel aparte, bijzondere dichter is John Heymans (Den Haag 1954) die...

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...