LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Monica Boschman – Nieuwe wegen voor Mariken

21 feb, 2020

Een goddelijke drie-eenheid

door Janine Jongsma



Geïllustreerde dichtbundels komen zo nu en dan binnen op de redactie. Meestal een heikele onderneming. Vaker niet dan wel zijn de gedichten en de illustraties in balans met elkaar. In het slechtste geval zijn de illustraties beter dan de gedichten. In het beste geval voegen de illustraties weinig toe. En heel soms doen de samenstellers ons versteld staan, dan vormen beeld en gedicht een eenheid, ze versterken elkaar. De nieuwe bundel van Monica Boschman (1965), Nieuwe wegen voor Mariken met illustraties van ontwerper Jet Westbroek (1966), behoort tot de laatste categorie. Boschman doet er zelfs nog een schepje bovenop door ook proza toe te voegen. Een brouwsel van poëzie, proza en beeld, mogen we dit wel een dichtbundel noemen? Ja, dat mogen we zeker. Boschman (tevens de uitgever) heeft zich gehouden aan een logische, strakke volgorde die de gedichten meer dan recht doet. Voor poëzie is de hoofdrol weggelegd. De bundel is luxe uitgevoerd in dik papier en met een singersteek gebrocheerd in de rug. Prachtig.

De hele bundel staat in het teken van de vertelling van Mariken van Nieumeghen (oftewel Mariken van Nimwegen) en is tot stand gekomen via een succesvolle crowdfunding op de website van voordekunst. Dit weer naar aanleiding van het Marikenjaar in 2018 te Nijmegen. Boschman en Westbroek zijn beiden uiteraard verbonden met Nijmegen. De oorspronkelijke vertelling, in de vorm van een mirakelspel, komt uit het begin van de zestiende eeuw en heeft de meeste bekendheid gekregen in ons land. Het mirakelspel was een middeleeuwse vorm van toneel dat draaide vooral om de verbeelding van heiligenlevens. Maria en andere heiligen speelden daarom een hoofdrol in de ontknoping. Door tussenkomst van een heilige keert het leven van zondaars ten goede. In de late middeleeuwen beleeft de Mariaverering zijn hoogtijdagen. Mariken vindt in de vertelling dan ook vergeving middels Maria. Nadat ze uit wanhoop meegaat met de duivel en zeven jaar in zonde leeft met hem, komt ze tot inkeer.

In de bundel wordt steeds gestart met een kort stukje proza dat Romeins genummerd is. Soms staat er een citaat in het Middelnederlands tussen (een voorloper van de moderne Nederlandse taal). Dat citaat komt uit de brontekst, gebaseerd op de oudst bewaarde druk uit 1515. Dan volgt de bijpassende illustratie van Jet Westbroek die het verhaal op een indringende, soms sinistere wijze weergeeft. Haar basis voor de illustraties is het bronzen beeld van Mariken op de Grote Markt in Nijmegen. Ik wil de lezer graag laten kennismaken met één van illustraties om de sfeer te proeven.

Het korte proza en de illustratie ondersteunen beide het gedicht dat dan volgt. Boschman verwoordt in het gedicht de gedachten van Mariken die terugslaan op de gebeurtenis die men net heeft gelezen. Of zoals we lezen op het achterplat: ‘Boschman kroop in de huid van Mariken’. Ze doet dit zonder sentiment in karige taal; kernachtig. In het verhaal van Mariken neemt het heilige getal 3, dat naar de goddelijke drie-eenheid verwijst, een bijzondere plaats in. Nu begrijpen we de keuze voor poëzie, proza en beeld, sterker nog, die keuze was onontkoombaar met dit thema.

Moenen (de duivel) vraagt aan Mariken om een andere naam aan te nemen want Maria en de duivel samen dat kan natuurlijk niet. Dat offer wil Mariken niet brengen en ze zegt: ‘Want Maria daer ic naer hete, dats alle mijn troost’. Er wordt een compromis gesloten. Haar eerste letter mag ze houden. Ze gaat met de duivel mee als Emmeken, kleine M. Ik verklap niets over de illustratie die nu volgt, wel kan ik zeggen dat deze zeer suggestief is weergegeven.

—————- ————————————M

—————————————–In mijn naam zoemt de M
—————————————–als maagdenpalm in maart
—————————————–of een hommel in mei.

—————————————–Jij drapeert hem in vreemde plooien
—————————————–hangt de schreven aan de kapstok
—————————————–van het kwaad.

—————————————–Ik draag de eerste letter
—————————————–van Maria, van Moenen.

—————————————–De voldragen driepoot
—————————————–trekt me alle kanten uit.

In de eerste strofe staan fijne assonantie en alliteratie met het mooi gevonden maagdenpalm, een eeuwig groenblijvende plant. Strofe twee kan op twee manieren worden opgevat. De letterlijke betekenis is dat de letter M aan zijn dwarsstreepjes (de schreven) aan de kapstok van het zondige leven wordt gehangen. Hier op het voorbeeld zijn de dwarsstreepjes boven- en onderaan goed te zien.

De figuurlijke betekenis –volgens mijn eigen interpretatie– is dat Emmekens lichaam in vreemde –voor haar onbekende– bochten seks heeft met de duivel. Ze deelt het bed tenslotte als maagd met hem. De schreven zouden figuurlijke ‘scherven’ kunnen zijn maar dat denk ik niet. In het historisch woordenboek komt het woord ‘schreve’ in de late middeleeuwen voor met de betekenis van spleet, opening. Er staat ‘schreven’, meervoud dus, vult u de rest zelf maar in. Ook in de laatste strofe, de ‘voldragen driepoot’, vinden we de nu seksueel rijpe Emmeken terug die de prostitutie in gaat. Aan de andere kant betekent het de letter M (driepoot), waarin Mariken in het midden staat als zondige Emmeken die naar Maria aan de rechterkant verlangt (rechts vertegenwoordigt ‘het goede’) en naar Moenen trekt aan de linkerkant (links vertegenwoordigt ‘het kwaad’).

Na zeven jaren (opnieuw een heilig getal) keren zij en Moenen van hun leven in Antwerpen terug naar Nieumeghe. Ze komen aan op de dag van de Mariaprocessie. Mariken wordt gegrepen door het wagenspel van Masscheroen. Hierin discussiëren God, Maria en Masscheroen, die de advocaat van Lucifer is, over gerechtigheid en berouw: ‘Wie oprecht berouw heeft, zal met open armen ontvangen worden. / Zij [Mariken] zet de deur naar Maria en haar geloof wagenwijd open’. Hiermee roept ze de woede van Moenen over zich af en hij neemt haar mee, hoog, steeds hoger de lucht in. In ‘Torenhoog’ lezen we in strofe twee: ‘Was er een laffer wapen / voor laten vallen / dan de zwaartekracht?’ En in de laatste strofe: ‘waar ik ooit vertrok. / Mijn naam hervonden / op de bodem.’ Ze overleeft de val. Het eerste mirakel is een feit.

Mariken krijgt van de Paus in Rome te horen dat ze drie zware ijzeren ringen zal moeten dragen als boetedoening. Eén om haar nek en twee om haar armen (de goddelijke drie-eenheid). Pas na genoeg boetedoening zal ze vergeven worden en zullen de ringen er als vanzelf van afvallen. Ze trekt zich terug in het klooster:

———————————————–KLOOSTERGANG

—————————————–Waar ik intreed achter oude muren
—————————————–voor onderhoud en pleisterwerk.

—————————————–Waar zusters me schragen
—————————————–en dwarslatten geven.

—————————————–Waar ik in een lange gang op stok ga
—————————————–het kruis draag, tot daar.

Na lange tijd in het klooster droomt ze dat ze naar de hemel wordt gebracht. Witte duiven vliegen haar tegemoet, ze slaan met hun vleugels de ijzeren ringen af. Bij het ontwaken, liggen de ringen naast haar. Het tweede mirakel is geschied. De duiven zijn overigens nieuw voor mij. Interessant. Ik heb altijd begrepen dat Mariken door de aartsengel Gabriël van de ringen werd bevrijd.

Aan het einde van de bundel volgt er achtergrondinformatie over Mariken van Nieumeghen, de bronnen, de aantekeningen bij de gedichten en natuurlijk informatie over de dichter en de illustrator die de bundel vorm gaven, Monica Boschman en Jet Westbroek. Maar dan volgt er plots nog een gedicht. En na het lezen begrijp je waar de twee vrouwen –verwoord door Boschman– ons subtiel op wijzen:

————————————————CYCLUS

—————————————–Al dat gevrij en gedoe
—————————————–en dat er geen duivels kind
—————————————–van kwam, dat kan.

—————————————–In die vruchtbare jaren
—————————————–hing ik mijn maanstond
—————————————–aan lappen te drogen.
—————————————–Ik las het nergens.

—————————————–Het was een man die
—————————————–het verhaal schreef.
—————————————–Wist hij van mijn cyclus?

Een inventieve afsluiting met ‘cyclus’ als titel. Van cyclus gaan we naar kringloop, naar cirkel, om te eindigen bij ring. Over deze bundel is goed nagedacht, alles klopt tot in detail. Zelfs de titels van de gedichten zijn in dezelfde kleur als de bijpassende illustratie op de linkerpagina. Boschman geeft het Marikenverhaal een nieuwe vorm. Mooie bundel, goed vormgegeven in een goddelijke drie-eenheid: poëzie, proza en beeld.

____

Monica Boschman (2019). Nieuwe wegen voor Mariken. Uitgeverij MB Communicatie, 56 blz. € 12,50. ISBN 9789081292191

     Andere berichten

Karel Wasch – Tegelijkertijd

Karel Wasch – Tegelijkertijd

Sentiment door Jan van Gulik - - Karel Wasch (1951) neemt ons in Tegelijkertijd mee op een reis ‘vol verwondering, melancholie, weemoed en...