Wouter van Heiningen (1963) is doener in poëzie: dichter, uitgever, bestuurslid poëziestichtingen, poëzieblogger, voordrager, organisator, presentator.
Hoe ben je bij Meander terechtgekomen? En wat doe je bij Meander?
Ik ben bij Meander terechtgekomen via de stichting Ongehoord!. Meander stelde voor elk podium een Meanderdichter voor die we dan een podiumplek gaven. Later ben ik gevraagd door de voorzitter om als secretaris deel uit te gaan maken van het bestuur van Meander, wat ik met veel plezier doe.
Wat vind je leuk aan deze klus?
Dat ik in een omgeving actief kan zijn met mensen die van poëzie houden en er met volle overtuiging mee aan de gang zijn.
Kun je je herinneren hoe je met poëzie in aanraking kwam? Wat betekent poëzie voor je?
Op mijn dertiende schreef ik mijn eerste gedichtje van zes regels en vanaf toen wist ik dat je met weinig goed gekozen woorden heel veel kon vertellen. Poëzie betekent enorm veel voor me, ik ben elke dag bezig met poëzie, lees veel poëzie, schrijf poëzie, schrijf over poëzie, een leven zonder poëzie is geen leven.
Wat vind je van het poëtisch klimaat in ons taalgebied? Welke functie vervult Meander daarin?
Het kan altijd beter en meer en vaker maar ik zie een toenemende aandacht voor poëzie en dat stemt me tevreden. Meander vervult een belangrijke rol, door de aandacht die we schenken aan poëzie, door de recensies, de klassiekers, de columns en de artikelen. Ik denk dat veel mensen gevoed worden op poëtisch gebied door Meander.
Is er toekomst voor Meander Magazine?
Natuurlijk is er een toekomst voor Meander, juist in deze tijd staat Meander voor kwaliteit en zorgvuldigheid, aandacht en poëzie.
Drie eigen gedichten
–
Het is niet meteen waar ik aan denk
. stilte
bij zo’n uitbundige uitvaart.
–
Het zijn geen kreten
die laatste adem,
steeds opnieuw.
–
Zonder doel of aanwijsbaar nut,
zonder begin of einde,
onzichtbaar reïncarneren in jezelf.
–
Langzaam wegglijden, boven komen
en opnieuw adem halen.
–
De een beweegt vrijer. In
een ovale vorm is het
makkelijk parels maken.
De ander zit vaster, moet
harder werken voor zo’n
kleinood.
–
Zelfs als vlees op de botten telt
of onregelmatigheid van
schelp, blijft een keuze
willekeurig,
twisten over smaak doet
dan misschien alleen denken aan
vrijheid.
–
Waar het zilte overheerst
prikkelt de tong
uitnodigend gebarend.
Beschermd mag er genoten
worden, niemand leeft
gesloten.
–
Kleurrijk zal het bos geweest zijn,
afgebladderd groengeel richting roestig bruin.
De grond drassig, paden onduidelijk door
takken en windverwaaide beplanting.
Er zullen wandelaars geweest zijn, ineengedoken
of vol met het gezicht in de waterige zon,
die er wellicht was. Ze zullen afkeurend gekeken hebben
of juist instemmend. Er waren ook vast beukennootjes,
kastanjes of een enkele eikel; de herfst in november
zoals je hem kent, van eerder en plaatjes. Ik herinner het mij niet.
Jij was er.