Over de (niet zo) warhoofdige stilte van het licht
door Marc Bruynseraede
–
Over de metafysische drempel van stilte en licht heeft Alain Delmotte met Warhoofds leerdichten 2 een vervolg gebreid aan zijn Warhoofds leerdichten 1 uit 2019.
De bundel is als volgt samengesteld: twaalf cycli met in totaal 99 teksten (soms maar enkele regels lang), die over zes onderwerpen handelen. 1) ‘Een prachtige dag’, 2) ‘Stilte’, 3) ‘Klavierstukken van Schubert’, 4) ‘Het licht’, 5) ‘De dingen’, 6) ‘De duisternis’. Uit al die onderwerpen merkt de lezer snel dat alles draait om de metaforen van licht en stilte en hun achterliggende betekenis.
In zekere zin doet het concept van leerdichten me denken aan de Navolging van Christus van Thomas a Kempis uit 1424, die hoofdstukken had met titels als: ‘Over het nut van tegenspoed’, ‘Over de vreugde van een goed geweten’, ‘Over het vermijden van overtollige gesprekken’. Of: ‘Over het aanleren van geduld en het worstelen met de driften’ en ‘Over het verdragen van andermans fouten’. Niet dat Delmotte moralistische bedoelingen heeft, maar zijn bespiegelingen brengen ons naar de diepten van introspectie, naar de onderliggende lagen van ons denken, voorbij alle materiële en futiele beslommeringen des levens.
Stilte en Licht hebben zovele dichters en beeldende kunstenaars vóór Delmotte reeds geïnspireerd. We denken hier aan Joost Zwagerman met zijn essays over beeldende kunsten in De stilte van het licht; aan Antoon Van den Braembussche en zijn zeer boeiende verkenningen in De stilte en het onuitsprekelijke en aan biograaf en poëziekenner Jan van der Vegt die zich met Dichter bij het licht gebogen heeft over het aspect licht in de poëzie van Hans Andreus. Licht en Stilte, dus. Wat is stilte? En wat gebeurt er wanneer er stilte is?
Leerdicht over een prachtige dag
1.
Er was meer licht dan je je had voorgenomen. Mocht je vandaag gestorven
zijn dan was je dood niet menens geweest.
Het was een soort licht waarmee je met haar snelheid weer in een veel
vroeger (of was het een veel later) terechtkwam.
Opgeslorpt door de stilte die er om je heen was, die je werd en mocht
blijven – in wat je er hier over schrijft.
Dit allereerste gedicht uit deze bundel zet meteen de toon: in de ijle lagen van denken en filosoferen. Stilte roept bezinning op en introspectie. Stilte is een begin, maar ‘In den beginne / was niet het woord / eerder was het grote zwijgen’, schreef de dichter J.C. van Schagen al. Al houdt die stilte natuurlijk verwachtingen in, dromen, verlangens, verzuchtingen.
Leerdicht over stilte
2.
Ze valt na elk woord want ze beviel van de poëzie. Ze gaf taal de borst.
Ze zou sommige schrifturen en partituren bewonen.
Lees. Luister. Word het gewaar.
Nadat enige stilte rondom hem geschapen is en hij de stilte gevoeld heeft, kan de dichter tot de essentie van de dag overgaan, namelijk zijn analyse van het licht. Licht brengt raad, zegt hij: ‘Ga midden in dit licht staan’. In het zesde leerdicht over het licht stelt hij: ‘Het past precies in wat je van geluk verwacht. In wat je van het geluk gelooft. Geluk, het moet het licht zijn dat dit heeft bedacht’.
In het vierde leerdicht over het licht schrijft Delmotte: ‘licht maakt de stilte in ons binnenste wijd’. En in datzelfde leerdicht staat de versregel: ‘Het licht zoals het vandaag was: het had de hemel voor zich alleen’. Stilte krijgt in deze teksten een sacraal én kosmisch karakter.
Het verblijf in de ijle luchtlagen van het licht dwingt ons ten langen leste weer af te dalen naar de banaliteit, de waardeloosheid van materiële dingen. Vandaar:
Leerdicht over de dingen
1.
Dingen: zoekgeraakt, weer teruggevonden, weer verloren. Dingen zoals
we die tot rommel maken.
Wat vele dingen zijn: alles wat op vlooienmarkten werd vergaard, in al
hun schade te koop aangeboden. Tot het roest, verkruimelt, vergaat, nooit
meer herinnerd.
Waartoe ze dienen? Onze illusies hebben ze geschapen tot zolang we
bestaan, totdat het nacht wordt – en dan zij weer een ander bestaan.
Ook nieuw blijken ze onderhand occasie.
Dingen in zak en as.
De zielloze nietszeggendheid van materiële dingen wordt in deze cyclus van 11 teksten uitvoerig gedocumenteerd en besluit met het vers: ‘Ze willen niets. Ze willen nacht. En dat is hetzelfde.’
De leegte in het hart van de dingen is een begrip dat de Franse filosofe Marie-José Mondzain uitvoerig bestudeerd heeft.
Alain Delmotte besluit zijn bundel met twee leerdichten over de duisternis. Want als het licht wegvalt en men via de poortloze poort (uit de zenfilosofie) van de duisternis in de afgronddiepe nacht belandt, kan men zich de Bijbelse vraag stellen: ‘Wachter! Wat is er van den nacht!’ (Jesaja XXI, 11,12).
Duisternis is zwart, is déjà vu, maar ook ‘het majestueuze gewaad van heel het heelal’.
Duisternis brengt duistere motieven mee, begoocheling, donkerte. Het is de tijd van schimmenspel, het onwaarneembare, de onpeilbare twijfels, de ontbinding. ‘Het absolute is bedorven vlees’ zegt de dichter. De nacht zal ons op het laatst helemaal overspoelen ‘en dat is dan definitief’. De nacht is een taal die zwijgt. Aldus vervoegt de nacht de stilte.
Warhoofds leerdichten 2 is een bundeltje waar je, op amper 40 pagina’s, stil van wordt. Ik denk dat het het diepzinnigste is wat Alain Delmotte reeds geschreven heeft.
___
Alain Delmotte (2020). Warhoofds leerdichten 2. Gaia Chapbooks, 40 blz. € 3,68. ISBN 9780244577599