LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

“Dichter? Kunstenaar? Welnee, ik zie mezelf als verbeeldingsarbeider.”

25 feb, 2021

Anne-Sophie Rutsaert (48) is bekend van haar illustraties en vrolijke, vaak poëtische teksten. Ze maakt kleurrijke kaarten en posters voor het Franse merk Correspondances.

Mirthe Smeets sprak met haar en vertaalde dat voor ons.

foto Manon Mathot

Kunstzinnige achtergrond
Anne-Sophie Rutsaert werd geboren in Antwerpen en woont momenteel in de provincie Namur. Ze spreekt en schrijft in het Frans en verstaat de Nederlandse taal goed. Maar, zegt ze zelf, haar hart gaat uit naar Zwitserland, ze houdt erg van de bergen. Gevoelsmatig woont ze daar. In de familie van Anne-Sophie was kunst altijd aanwezig. Haar overgrootvader was dichter, haar grootmoeder schilderde, veel van haar ooms en tantes waren muzikant en haar moeder hield zich bezig met vele kunstdisciplines, zoals muziek, schilderkunst, tekenen, keramiek… Maar niemand van hen maakte een beroep van de kunsten. Ze waren creatief in hun vrije tijd. ‘Onbewust nam ik die houding over: ik tekende en schilderde als hobby. Dit deed ik naast mijn baan als basisschooljuf en docent in een psychische kliniek voor autistische en psychotische kinderen.’

Kunst en poëzie: geen hobby’s, maar pure noodzaak
‘Toch was er iets wat me niet losliet. Ik merkte dat het schilderen, tekenen en ook mijn liefde voor boeken en lezen verder gingen. Ik kan gewoon niet zonder kunst. Het is een noodzaak, een behoefte, een passie, een obsessie… En uiteindelijk ging ik er toch ook op professionele wijze mee verder. Daarbij heb ik veel te danken aan de uitgever Éditions des Correspondances. Zij zagen iets in mijn tekeningen en gaven ze uit. Vervolgens ben ik me verder gaan ontwikkelen en volgde ik workshops van jonge illustrators zoals Kitty Crowther, Ingrid Godon, Joanna Concejo, Nathalie Novi, Natalie Fortier en Rebecca Dautremer.’

Hoe de ideeën ontstaan en op het papier belanden
‘Ik zet vaak teksten bij mijn werken, dat gaat als vanzelf, omdat ik zo van taal houd. Toch zie ik mezelf niet als dichter. Ik ben liever een ‘verbeeldingsarbeider’. Ik ben constant aan het werk. Niet alleen tijdens het schrijven en tekenen zelf, ook in mijn hoofd ben ik er de hele tijd mee bezig. Soms ben ik eerst maanden in mijn hoofd bezig met mijn werk, niemand anders weet ervan of kan het zien, ik voer een gesprek met mezelf. Ik observeer, voeg dingen toe, ik voel… Ik voed me met boeken, films, exposities, afbeeldingen, dagelijkse voorwerpen en gebruiken, een mooie fauteuil, een plant, een instelling… Ik zit dan veel op de bank en denk na. De beelden in teksten krijgen steeds meer vorm mijn hoofd, in mijn onderbewustzijn.

Dan begin ik met het maken van krabbels en schetsen op papier. Ik ga op in mijn eigen bubbel, het is zwoegen geblazen. Ik laat het huishouden versloffen, ben enkele dagen niet toegankelijk en mijn vrienden weten dan dat ze me maar even moeten laten. Ik maak me klaar… Ineens is daar ‘het moment’. Plots werk ik met een bepaalde snelheid en met gemak, de tekeningen komen vanzelf. Alles valt op zijn plek. Ik werk bijna ritmisch, als in een trance. Het is alsof ik dronken ben en ik kan mijn productiviteit niet stoppen. Vaak maak ik dan ook een serie schilderijen, vaak 6 tot 10, of nog meer. Zo werk ik áltijd: in serievorm. Ik werk alleen, ik werk met mezelf, en ik ontmoet dan nauwelijks andere mensen. Feedback vraag ik ook niet aan anderen. Nou ja, twee keer per jaar doe ik dat wel: dan sta ik op de kerstmarkt en maak ik een wandeling met andere kunstenaars van mijn regio.’

Anne-Sophie Rutsaerts favoriete kaarten
‘Veel van mijn werken kwamen als kaarten uit. Deze springen er voor mij wel uit:

* Il était une fois, une immense joie ofwel: er was eens een enorme vreugde
Een tekening over de geboorte van een kind. Deze kaart geeft me een gevoel van zachtheid en daarnaast voel ik de veilige sfeer van (kinder)verhalen vertellen.


* Le jardin est tout vert ofwel: de tuin is helemaal groen
Vanwege de levendige bloemen, de kas en het verborgen elfje.


* Je cherche un mot plus grand que merci ofwel: dankjewel. Ik zoek eigenlijk een groter woord dan bedankt
Ik houd van de stapel kussens en de kleine lichtjes. Je voelt geborgenheid, warmte.


* Se marier un jour, puis s’aimer chaque jour ofwel: Op een dag trouwen en vervolgens elke dag van elkaar houden
Deze kaart verkoopt het beste en verveelt me nooit. Zowel de afbeelding als de zin maakt me nog steeds blij. Er zijn toch veel mooie momenten in een mensenleven.’

 

Eerst de tekening, dan de tekst
‘Ik begin altijd met de tekening. Later voeg ik de tekst toe. Terwijl ik teken, hoor ik de woorden al in mijn hoofd zoemen. Ik schrijf de kladzinnen zonder te selecteren op de tekening. Ik schrijf, ik gum, ik herschrijf. Ondanks dat ik nooit naar muziek luister tijdens het werken, heb ik niet het idee dat het stil is. Dat komt door de zinnen die me gezelschap houden. De zinnen die ik zelf, associatief, bedenk. Nooit gebruik ik zinnen uit andere boeken of poëziebundels. Ze komen uit mijn hoofd. Ik kan ze vaak niet eens uitleggen. Ze zijn er gewoon ineens. En wanneer het de juiste zin is, eentje die ‘af’ is, weet ik dat ook meteen zeker’

Een boodschap aan mezelf
‘Ik geef geen weldoordachte boodschappen mee aan de wereld, maar denk dat ik onbewust wel een boodschap aan mezelf geef. Het is zoals Richard Bac zegt: ‘je leert een ander het meest over het onderwerp waar je zelf iets over wil/moet leren.’ Net als ieder ander ben ik nog volop aan het leren in het leven. En als ik dan later mensen ontmoet, op markten, bij exposities, merk ik dat sommige zinnen ook andere mensen hebben geraakt of geholpen. Terwijl dat in eerste instantie helemaal niet mijn intentie was. Je kunt het zo zien: ik deel mijn levenslessen, mijn reis, schrijf op waarin ik geloof en wat ik nastreef… alsof ik schrijf aan een vertrouwde vriend.’

Steun halen uit literatuur en kunst
‘Als mensen me vertellen dat ze mijn werk bekijken om zich beter te voelen, dan begrijp ik dat wel. Zelf haal ik ook veel steun uit boeken en schilderijen.

Mijn boekenkasten thuis zijn overvol. En ik houd echt van naar de bibliotheek gaan. Het is mijn favoriete vrijetijdsbesteding. Ik heb veel verschillende boeken. Jeugdboeken, kunstboeken, platenboeken, technische boeken, spirituele, biografische boeken, dichtbundels, boeken over de bergen, romans… Onlangs las ik ‘Dans la forêt’ van Jean Hegland. Veel boeken lees ik vanwege de prachtige taal. Enkele favoriete auteurs zijn: Marguerite Duras, Xavier Deutsch, Eva Kavian, Jean-Philippe Toussaint, Georges Perec, Marcel Proust, Fabrice Melquiot, Regis de sà Moriera.’

Altijd bezig met leren en nieuwe projecten
‘Omdat ik mijn vak zo leuk vind, ben ik er altijd mee bezig. Recentelijk volgde ik schrijflessen bij Eva Kavian. Ik wilde een andere stijl leren dan ik doorgaans gebruikte, maar het leek onvermijdelijk dat ik, anders dan de anderen, altijd een poëtische toon hanteer. Het hoort gewoon bij me.

Ik wil graag een eigen uitgeverij oprichten: Les Éditions sur l’oreiller. Hier wil ik mijn werk in boekvorm aanbieden, gehuld in stoffenprints. Met mooie tekeningen en mooie woorden… Ik ben daar al druk mee bezig. Daarbij richt ik me op verhalen die op het slaapkussen ontstonden. Ik bedenk op die plek vaak mijn teksten. Ouders vertellen hun kinderen daar verhalen. Je leest er vaak boeken. Je droomt daar. Je voelt je daar geborgen, het is een intieme plek. Hier fluister je.

Het wordt leuk! Er is nog zo veel mogelijk. Zo veel te ontdekken, zo veel te maken…’

     Andere berichten

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...

Interview Arjan Witte

'Poëzie is geen uitlaatklep want de emoties zijn niet de uitstoot maar de brandstof. Dat de boel lekt is een ander verhaal.' door Gerard...