Voordat ze naar Brussel kwam studeerde Gwyn Bouwman Spaans en literatuurwetenschap en woonde geruime tijd in Argentinië en Chili. In 2014 werd er een gedicht van haar opgenomen bij de 100 beste gedichten van de Turing Gedichtenwedstrijd, ze droeg voor op het Spine Leaf festival in Rotterdam en publiceerde online bij Hyster-x.
Ze heeft een blog met gedichten en korte verhalen en volgt op dit moment een schrijfopleiding aan de Schrijversacademie in Antwerpen.
“Ik zie mezelf als een luchthartige dichter met een absurdistisch trekje. Mijn gedichten gaan vaak over het leven in de stad, relaties, sentimentaliteit en seks.
Ik houd van uiteenlopende dingen; grote steden, Latijns-Amerikaanse literatuur, flamenco, Jimi Hendrix, nadenken over het universum, seks, spiritualiteit en astrologie.”
foto gemaakt in Buenos Aires door Matias Tenca
–
ik heb in roze gedacht, in oranje
de dingen van franje willen ontdoen
maar ik ben zelf de decoratie
–
de overbodige metafoor
al bepaald door tragikomische goden
–
zoals de bonobo’s wilde ik leven
de goden hebben erom gelachen
–
de pen ligt nog op tafel, de gitaar is onbespeeld
ik heb veel gedacht in bruin, soms in beige
–
er is nu iets dat zwaar in mijn hart landt, iedere ochtend
ik weet niet of het restafval is van de
hemel van voor mijn geboorte
–
of dat de ballast opgekropt in het binnenste steen
van de aarde mijn voeten is ingekropen
–
toch lijken de gezichten van bomen en gebouwen
soms te spreken, ook door geuren kan ik dwalen
–
een landschap dat zich onverhoopt verruimt:
een troost die me niet opeet
–
want wat blijft is een zweem van gedachte
aan vredelievendheid, aan bonobo’s
–
aan een lachende wolk die verliefd verdwijnt
achter huizen op het hoogste van de zomer
–
dan flirt ik weer met de goden
soms in roze, soms in oranje
–
hij streelt zijn hondje, kijkt op,
‘hij heet Peppercake’ en lacht
–
ik zoek in mijn tas naar de laatste restanten
rebellie, ‘t is dat het de nervositeit verzacht
–
hij knikt vanuit de keuken en houdt als een gladiator
een aansteker omhoog, jezus, hij gooit hem
–
naar me toe, ik grom iets, denk mezelf in een tijgerpak
helaas, dit is hoe je die dingen soms doet
–
gedachten controleren is onmogelijk bovendien
heb ik vandaag een lieveheersbeestje gezien
–
Peppercake kwispelt, ik wil bij hem
op de grond gaan liggen grommen in mijn tijgerpak
–
ik graai weer ongeduldig in mijn tas,
een ander doosje valt
–
op de grond ligt een pakje durex extra light
onze ogen staan even vast in de tijd, oké allebei verward
–
dacht dat híj de casanova was
vervloek Peppercake, dit huis, zijn hagelwitte lach
–
zegt iets in de trant van
ik ben op zoek naar muziek die smaakt naar citroen
–
weet je wel, op een dorstlessende manier
pak het doosje op, dan zo’n onverwachte zoen
–
ik zeg ik ben getormenteerd en dat hij dat allang weet
laten we luisteren naar alles behalve house en metal
–
ik houd van roze popmuziek die plakt als caramel
hij knipoogt, de vuilak, en zegt iets van ja dat dacht ik wel
–
Peppercake blaft, achter mij de nachtelijke skyline van
mijn imaginaire stad
–
ik zal hier slapen, mijn tijgerpak tegen zijn naakte huid
stiekem met hem trouwen en tegen de koffie van elf uur
–
citroen hond skyline regenboogachtig integreren
weer een verhaal later veerkrachtig uit de veren
–
even om de verloren toekomst rouwen
ik vergeet soms tandenborstel en al m’n wapens
–
als ik bij meer mensen thuis ga slapen
nu mijn tijgerpak weer uit, de imaginaire stad dijt uit
–
de koe geeft aan haar kalveren
–
of op z’n hoogst aan baby’s
of de ouden van dagen
–
ze spilt haar warme melk
niet aan een volwassen man
–
de koe loeit en zegt:
–
‘soms drinken ze m’n pis
en in azië blijven de mensen slank
–
en alles wat je niet kan laten staan
rosbief hamburger of entrecôte
wordt uiteindelijk jullie ondergang
–
kijk daar staat een man te stamelen
zijn auto is te groot
–
hij is een ruw vergeet-mij-nietje
–
met twee kartonnen in zijn hand
die zwaarder wegen dan zijn hoop
–
kom dan lekker lurken
je lippen rond mijn uiers
–
zoals je bij je moeder deed
niets om je voor te schamen
–
kijk daar op het terras
–
drinkt een man
starbucks latte met een rietje’
–
de zon gaat bijna onder
–
de koe die loeit,
de melk troost de man