door Hans Franse
Het moet een gezond vak zijn: het theatervak. Drs. P. werd meer dan 90 jaar, Ellen Vogel behaalde de leeftijd der zeer sterken.
Ellen Vogel was heel bijzonder. Ik was 7 jaar oud toen ik voor de eerste keer gefascineerd werd door prachtige zwart-wit foto’s bij de Koninklijke Schouwburg: het betrof de voorstelling waar ze als jeugdig actrice groots mee doorbrak: ‘The glass menagerie’ (Glazen speelgoed) van Tennessee Williams. Later toen ik schouwburgdirecteur werd kwam ze in mijn theater en zei lieverd tegen mij, wat ze niet meende, maar wat me toch ongelooflijk trots maakte.
Couperus
Ellen Vogel was een van de weinige actrices voor wie ik mijn ogen soms sloot: het was een genot haar stem te horen; buigzaam, melodieus, elke emotie had zijn plaats. Ze deed me ook altijd aan de wereld van Couperus denken: als zij een zin van Couperus plaatste, of een Couperusrol vertolkte was het er: het mysterieuze ‘het’, de grandeur, de sfeer. Niet voor niets was haar tv-rol in ‘De Boeken der kleine Zielen’ opnieuw een doorbraak voor een heel groot publiek: dat alles begeleid door die prachtige muziek van Alexander Voormolen.
Schone taal
Ellen Vogel was een Haagse, dochter van de voordrachtskunstenaar Albert Vogel en broer van Albert Vogel jr., ook voordrachtskunstenaar. Theater en Couperus kreeg ze met de paplepel ingegoten. Ik las in de necrologie in TROUW dat haar moeder in de duinen haar teksten van Couperus voorlas en uit haar hoofd liet leren. Ze las ‘De boeken der kleine zielen’ toen ze 12 jaar oud was. Ook haar broer Albert Vogel werkte in de adem van Couperus: hem heb ik nog de Naumachie horen voordragen, een van de mooiste korte verhalen uit de nieuwe Nederlandse literatuur. Ook zijn stem was mooi en lenig, maar het geluid van zijn zus deed me meer. Ze was thuis in de schone taal: als zij om het jaar Badeloch speelde in de Gijsbrecht van Aemstel was dat een feest, reden voor mij om naar de schouwburg te gaan en soms met gesloten ogen te luisteren naar de grandioze taalmuziek van Vondel zoals zij die met haar buigzame, klankrijke stem tot muziek maakte.
Tomaten werpen
Hoewel ik in de jaren zestig, als geëngageerd politicus en cultureel geïnteresseerd mens de beweging ‘De Notenkraker’ begreep die opstond tegen de muziekpraktijk en in het Concertgebouw in Amsterdam een concert verstoorde, heeft de ‘actie tomaat’ mij verdriet gedaan. Om actrices als Ellen Vogel actreutel te noemen (wat Ischa Meijer als toneelrecensent deed) en tomaten te gooien naar acteurs van de Nederlandse Comedie , dat heb ik nooit echt gesteund. Ellen Vogel probeerde, trillend van de zenuwen, waardig mee te doen aan de discussie, maar ze werd uitgejouwd. Ze had daarna jarenlang geen werk. Ik heb later met Josine van Dalsum, ex-tomatenwerpster (ze was bij mij met ‘Kinderen van een mindere God’) gesproken over die actie. We waren het met elkaar eens, dat een dergelijke actie inhoudelijk een goede zaak was, maar het gekozen middel te heftig en dat die ook de verkeerde acteurs en actrices trof.
Gelukkig verloochent talent en kwaliteit zich niet. Ellen Vogel werd de ‘grand old lady’ (la grande dame) van het Nederlandse theater en speelde lang door tot ze zich van het podium terugtrok en met haar grote liefde, de heer Münninghoff haar levensavond doorbracht. Na diens dood had ze geen zin meer om te leven. Wel bleef ze het theater trouw en steunde haar collega’s, met name de jongeren. Ze had op het laatst nog maar weinig licht in één oog. Gelukkig gaf de directie van de Amsterdamse Schouwburg haar altijd een plek op de eerste rij: er ontging haar niets en ze genoot ervan.
Met haar overlijden is er weer een streep getrokken, een definitieve streep lijkt het. Er zijn nog vele grote acteurs, gelukkig, mannen en vrouwen, maar een actrice in de grote stijl als Ellen Vogel, nee, ik geloof niet dat we die nog hebben. Ik wil voorstellen het woord ‘actreutel‘ te reserveren voor BN’ers die zonder zelfs maar enige schijn van talent of kwaliteit zichzelf ‘actrice’ noemen.
–