Er blijft altijd wat te raden
door Maurice Broere
–
–
Liefde, strijd en dood zijn de drie thema’s die een hoofdrol spelen in een mensenleven. Zeker als we strijd wat ruimer zien dan vechten, maar meer als struggle for life. Op het eerste gezicht is de combinatie wel wat zwaar, maar Van Meel gaat er vrij luchthartig mee om. De bundel is zeker geen pleidooi voor memento mori, mede door de humoristische en karikaturale pentekeningen van Jos Thomassen.
(klik op de afbeelding om deze te vergroten, uit de afdeling ‘Liefde’.)
Van Meel heeft de bundel in drie delen opgebouwd: ‘liefde’, ‘strijd’ en ‘dood’. De gedichten zijn vrij van eindrijm, hebben wel een traditionele strofe-indeling met een ongeveer gelijke regellengte en een mooi ritme waardoor ze prettig lezen. Door het veelvuldig gebruik van assonantie dat nergens overdreven of storend overkomt, is er sprake van klankrijkdom en samenhang.
In alle drie de afdelingen komen liefde en erotiek voor. Uit de eerste afdeling ‘Liefde’:
–
Soms ontmoet je een verwante ziel
uit het niets in een vliegtuig of een trein
de buitenwereld doet er niet meer toe
het innerlijk tikt de precieze woorden
–
beiden lezen hun eigen verhaallijn
in levens zo vreselijk uiteen zo ver
van hun eigen levenspad afwijkend
al is hun geest hier samengevloeid
–
niettemin weten beiden ook
slechts eenmaal en nooit meer
dan een gestolen momentum
van aantrekking voordat iets
–
ook maar de zuiverheid kan breken
het lot heeft gebracht en genomen
maar in hun harten zal er altijd
een ogenblik van de Eenhoorn zijn
Er is sprake van een spontane ontmoeting van twee mensen die elkaar nog nooit eerder gezien hebben. Ineens slaat de vonk over en er is een volmaakt moment. De eenhoorn is symbool voor iets unieks in je leven. Herhaling zal altijd op een teleurstelling uitlopen.
In de tweede afdeling ‘Strijd’ staan veel gedichten die over wielrennen gaan. Wat is dat toch? Wielrennen en literatuur. Ik ken geen tak van sport die zo prominent voorkomt in de literatuur als wielrennen. Over voetbal wordt veel geschreven, maar weinig in literaire zin. Anna Enquist heeft regelmatig over voetbal geschreven en gedicht in het blad Hard gras. Wielrennen neemt een aparte plaats in. Een keur aan vaderlandse schrijvers heeft over dit onderwerp veel moois geschreven o.a. Bert Wagendorp, Tim Krabbé, Jan Kal, Peter Winnen. De lijst is ongetwijfeld langer, opvallend is het wel. Misschien komt het door de vele uren op de fiets dat je een stadium bereikt waarin je de gedachten de vrije loop gunt en inspiratie ontstaat. Het onderstaande vers gaat over de grote frustratie van het wielrennen: het dopinggebruik en in het bijzonder over degenen die het niet gebruikten en iedereen in race voorbij zagen gaan.
–
Altijd winnaarsblik
–
maar plots het jaar daarop leek hij te kruipen
in het wiel van gedrogeerden gepakten
naïeve renner was zonder spuit schlemiel
puur ongebroken te goed voor bedrog
–
helaas waren snelle spieren in bovenbenen
de kogelkuiten in tweemanschap
niet meer genoeg tegen list en leugen
goochelen met bloed en waarden
–
het einde van zijn carrière kwam stotterend
maar hopeloos snel
Uit de derde afdeling ‘Dood’:
–
Allang was jij verdwenen aan het raam
gestorven zei men tegen mij
–
geen ander pad had jou tenslotte uitverkoren
het waren de gedachten die mij kwetsten
niet de feiten van jouw voorgoed verdwijnen
–
achter je verglaasde lichaam zocht ik aldoor naar de
grafsteen ouder dan ik nu ben of ooit zal worden
–
jouw jaren telden in een ander gewicht dan waarheid
hun betekenis nam voor de bezoekers af en
zo ging je langzaam verder naar vergetelheid
–
maar de stille grafplaats is in eergisteren gebleven
samen met je kristallen skelet geklonken
aan mijn innerlijke behoefte aan de ultieme daad
Een mysterieuze titel en ook het gedicht blijft mysterieus. Wat bedoelt de dichter? Duidelijk is dat er iemand is overleden, maar wie die persoon is of wat ze betekent heeft voor de dichter, blijft duister. Dit polyinterpretabele fascineert. Iemand achter een raam ontbreekt ineens. Wat is het verband tussen de dichter en de dame? Was het een oude geliefde, die hij nog regelmatig van afstand achter het raam zag of was het een prostitué? De vijfde strofe versterkt de laatste mogelijkheid door het verminderende aantal bezoekers in de loop der jaren, hoewel naarmate de jaren verstrijken het bezoek bij veel mensen minder wordt. De laatste strofe verwijst duidelijk naar de aantrekkingskracht van de vrouw die de dichter ooit heeft gevoeld of gesmaakt.
Deze bundel was mijn eerste kennismaking met het werk van Kees van Meel, die zich bepaald niet onbetuigd heeft gelaten, want hij heeft al best veel heeft gepubliceerd. Ik ga hem zeker volgen, want Liefde Strijd Dood is een mooie evenwichtige bundel met goedlopende verzen, die ik met plezier gelezen heb.
____
Kees van Meel (2021). Liefde Strijd Dood met illustraties van Jos Thommassen. Uitgeverij Van Kemenade, 70 blz. €15,00. ISBN 9789071376757