Het oude en het nieuwe, poëzie of therapie
door Hans Franse
–
–
Werkend aan en worstelend met de bundel Corvid Corone las ik de voortreffelijke column in Meander waarin Rogier de Jong zich bezighoudt met de vraag hoe emoties en poëzie zich met elkaar verhouden. Hij citeert een uitspraak van Hans Verhagen, die ooit stelde dat je alleen goed over narigheid kunt schrijven als je je niet te beroerd voelt. Het is iets waar ik al geruime tijd mee worstel. Het is namelijk waar dat poëzie een emotionele uitlaatklep kan zijn, een heilzame ontlading van opgekropte gevoelens, maar dat dat niet automatisch tot goede poëzie leidt. Soms vraag ik me ook af, als er op een poëziesite een gedicht over een persoonlijk verdriet voorbij komt, of ik hier met therapie dan wel met poëzie te maken heb.
Laat ik proberen te verwoorden wat ik bedoel: muziektherapie is het gebruik van muzikale middelen voor een patiënt om een psychisch probleem op te lossen, een componist gebruikt dezelfde muzikale middelen om een compositie te maken die objectieve muziek weergeeft en alleen bedoeld is als muziek. Dat die muziek soms troost biedt en het verdriet verklankt (en gigantisch veel vakwerk vraagt) is logisch, de emoties zijn hetzelfde. Mag ik dit transplanteren naar poëzie? Iemand die zijn verdriet verwoordt gebruikt taalkundige en poëtische middelen om in het reine te komen met een psychisch probleem of een groot verdriet. Het zijn dezelfde middelen die een ‘echte’ dichter gebruikt, al zal deze hier niet alleen emotioneel maar ook vakmatig hard aan werken. En zal dat werk met de taalkundige en poëtische middelen erop gericht zijn een goed geobjectiveerd gedicht schrijven, dat uitsluitend als gedicht functioneert en dat losstaat van de dichter en zijn eigen verhaal vertelt. Omdat de taal van ons allemaal is en ons verbindt, lijkt het makkelijker om objectiverend over je verdriet te schrijven. Soms valt alles samen en levert verdriet een prachtig gedicht op: denk aan het uit 1632 stammende gedicht ‘Kinder-lijck’ van Joost van den Vondel over de dood van zijn zoontje, Constantijn:
Cherubijntje, van omhoog
D’íjdelheden hier beneden
uitlacht (…)
De regels ‘Boven leef ick, boven sweef ick, / engeltje van het hemelrijck’ boden troost en verschenen op talloze bidprentjes, terwijl echt niet iedereen wist dat dit van Vondel was.
De bundel Corvid Corone van mspyx gaat over een verlies. De titel verwijst naar een kraaiensoort, (al kan ik het linguïstisch niet duiden) die als een symbool van dreigend onheil een rol speelt bij veel gedichten in de bundel. Een eerste lezing confronteerde mij met dit verlies dat zo fel wordt afgeschilderd, dat ik aan een overleden geliefde dacht. Regels als: ‘(..) ik trof jou bloedend aan en vermengde / mij met jouw lichaam (pag.5) of ,op diezelfde pagina: (…) er wordt gezegd dat /wanneer overledenen je aanraken / dat een slechte tijding is (…)’. Of de strofe op pag. 11: ‘(…) vanaf de dag dat je ging / leek het alsof niet alleen ik / niet alleen jij / maar iedereen gestorven was’ lijken te verwijzen naar de dood.
Ik voelde mij als recensent/criticus toch wat onzeker. Hoe vrij ben je als empathisch mens om, indien nodig, poëzie ongunstig te beoordelen, uitdrukkelijk bedoeld om verdriet weer te geven en wellicht weg te schrijven? Na wat research ontdekte ik dat het in deze bundel ging om een afgebroken relatie, niet dat dat niet schrijnend is en mensen tot eindeloos verdriet kan brengen, maar ik voelde me toch iets vrijer. Vooral toen ik las wat ze zelf over de thematiek van haar bundel schreef: ‘Deze bundel vertegenwoordigt rouw. Een officieel afscheid van een geliefde. Een officieel afscheid ook van een wereld die niet meer te krijgen is. Ik wil de liefdesrelatie begraven, loslaten zoals ik ook de oude wereld voor covid eveneens wil loslaten en begraven’. Het is dus een fors programma dat mspyx in deze bundel wil verwoorden. Daarbij gebruikt ze veel metaforen van kraaien, doden, sluiers. Ze verwijst ook naar klassiek mythologische gebeurtenissen en figuren als de Perzische Simurg, de vogel van de wederopstanding, die tegenover de kraai staat: ‘luister naar de vogel zwart van mysterie / mysterie van de dood luister naar de vogel’ (pag.9).
De gedichten zijn kreten, woede-uitbarstingen, constateringen, die soms heel ver gaan. Ik vraag mij af of ik, maar ik ben er misschien te oud voor, onderstaande regels zou hebben willen publiceren of in alle subjectiviteit voor mijzelf om te bewaren.
–
Gisteren poepte ik
eindelijk
je penis uit
–
eindelijk wist mijn anus
zich zo te uiten
dat in een keer
zonder pijn
glanzend sexy en prachtig
jouw penis
met een draai van 90 graden
probleemloos
mijn systeem verliet
–
daar ging ie
het riool penetrerend
klaar om andere vrouwen
anaal te nemen
klaar om de wereld
met stront te overgooien
–
ooit komt de dag
dat ik mijn darmen
om je heen zal slaan en
je beken
dat ik een vrouw ben
geen achterdeur
De opluchting is helder, het verlangen ook, de ingehouden kwaadheid, maar ik vind het zo persoonlijk. Is dit voor mij geschreven als poëzielezer, op zoek naar schoonheid en ontroering? Of is dit louter heilzaam voor diegene die zich een weg zoekt door het verdriet en het gemis? Ik laat het aan de lezers van deze recensie over of het hier om therapie of om echte poëzie gaat. Soortgelijke gevoelens ervoer ik bij het gedicht ‘mijn bloemetje’ op pag.56, exact het gevoel van het begin van deze recensie geformuleerde dilemma.
Gelukkig komt ook de poëzie der schoonheid aan zijn trekken al zou ik meer daarvan hebben willen vinden. Op pag. 23 moest ik zelfs even denken aan een van die kleine wanhopige gedichtjes die Gorter schreef als hij de ideologische of menselijke wanhoop nabij was.
–
dit is een uitgekleed gedicht
hé jij daar let je nog op?
hier gaat een lichaam ten gronde
Een van de allermooiste gedichten, het raakte mij, zal ik volledig citeren, als tegenwicht voor het gedicht dat ik niet voor mij bedoeld achtte. Dit gedicht objectiveert de gevoelens, terwijl het de onmacht van het woord weergeeft.
–
papier is de sluier die ik draag om mijn woorden
mijn woorden zijn de vrouw die ik gebroken ontkleed
de vrouw die ik ben is de schrijfster die verdwijnt
als de woorden komen is het kleed de klad
–
dit stuk is kapot, dit lijf is geschreven
het blad is scherp en de woorden leeg
er rafelt een vrouw zichzelf in stukken
kijk hoe ze danst als het glas in de storm
–
mijn raadsel is mijn lichaam dat naakt als het woord
zichzelf bevalt als het beeld van een onthulde in steen
–
dit stuk is kapot, dit lijf is beschreven,
het blad is leeg en de woorden stof
Er moet mij ook nog van het hart dat ik het gebruik van leestekens en hoofdletters zeer inconsistent vind. Jammer. De bundel is zorgvuldig en mooi uitgegeven in een heldere lay-out, die het zwart-wit van de omslag mooi aanvult. Samenvattend, een bundel waarvan veel poëzie balanceert op de rand van therapie, m.i. er zelfs overheen gaat, maar waarbij regels en hele gedichten zijn opgenomen die mooi zijn en ontroeren. Ik hoop dat een eventuele tweede bundel wat evenwichtiger is en dat de eenheid van stof en thema in eenheden van constante poëtische kwaliteit worden verwoord.
____
mspyx (2022). Corvid Corone. Uitgeverij Gopher, 59 blz. € 17,00. ISBN 9789493230743