door Martin Max Aart de Jong
–
Wat Maakt Een Gedicht Goed?
Wankelen. Dat is het bedenk ik me. Een goed gedicht brengt je van je stuk. Misschien is dat moeilijker naarmate je ouder wordt. Van je stuk gebracht worden, uit het lood worden geslagen, je wereldbeeld zien kantelen. Zonder het openzetten van je receptoren gaat het niet. Gelukkig is de vraag niet wat het beste gedicht is. Als puber was ik daar naar op zoek. Ik had ineens op een ochtend een gedicht geschreven en ik wilde het delen. Ik was er vol van. Alsof er een nieuwe wereld voor me open ging. Ik kon iets maken uit taal! Ik was van mijn stuk geraakt door wat ik zelf gemaakt had. Steeds meer kwam ik tot het besef dat het verder moest gaan dan dat. Dat wat ik maakte weliswaar interessant was en dat het mooi was als anderen daar oog voor hadden maar dat als ik verder wilde komen me moest ontwikkelen. Goede poëzie lezen. Ik ging op zoek in de bibliotheek. Aanvankelijk was ik onder de indruk van Jules Deelder, niet in het minst vanwege zijn brutale optredens. Dat hoekige taalgebruik. Het tempo, het ritme. Toch faseerde het uit. Ik experimenteerde met light verse. Dat was veilig en toch bekwaamde je je in verschillende technieken. Ik ontdekte de vitale gedichten van Marsman. Archaïsch en toch scherp en vol vuur en leven. Ik slurpte de dikke Komrij op. Met de negentiende eeuw had ik niet zoveel op. Naar mijn gevoel begon het bij Ostaijen pas echt te leven. Ik begon gedichten uit mijn hoofd te leren. Gedichten die me pakten en voort raasden in mijn hoofd. Vrede van Vroman bijvoorbeeld.
Goede poëzie. Ik weet nog steeds niet wat dat exact zou moeten zijn. Ik hou nog meer van het zoeken dan het vinden.
Martin M Aart de Jong is een dichter die woorden graag verbindt met muziek en andere kunstvormen. Hij gaat voor Meander interviews doen.
foto (c) Alja Spaan, november 2016, voormalig Ringersgebouw Alkmaar