door Elbert Gonggrijp
Wat Maakt Een Gedicht Goed?
“…Die dagen met jou G., heb ik gemompeld als een schaker,
alleen tegen zijn bord, zo hevig tegen niemand.”
Rutger Kopland, uit de cyclus G. uit “Al die mooie beloften“ (1978)
Zoals muziek klinkt zo kan voor mij ook poëzie klinken. Muziek brengt je met haar melodie in vervoering, vertelt je zo een eigen verhaal. Zij heeft een bepaalde toon., geeft een zeker onderbuikgevoel. Poëzie daarentegen kenmerkt zich blijkbaar door eenzelfde soort toon, maar laat via woorden een geheel eigen impressie achter. Als zij tot de verbeelding spreekt dan is zij goed geschreven. Je herkent je erin, het zet je aan tot denken, of geeft een heel nieuw “landschap“ weer. Soms brengt het je aan het lachen, soms bevreemdt het je. Maar het raakt je, verwondert je, bedwelmt je, maakt dat je de zinnen wilt doorgronden. Je kan ze blijven lezen. Sommige zinnen blijven steevast hangen, wensen verdieping, vragen om aandacht. Dichters die dit bij mij veroorzaken zijn o.a. Rutger Kopland, Toon Tellegen, Elly de Waard en Maria Vasalis. Zij wekken beelden tot leven die soms universeel zijn, maar die telkens op een geheel andere wijze worden verwoord. Gedichten die uitnodigen om meer van de betreffende dichter te willen lezen. Gedichten die soms spotten met de realiteit van alledag, maar die uitblinken in hun originaliteit, een zekere aha-erlebnis opwekken. Alsof je de strekking al die tijd al hebt gekend. Poëzie die ontroert, je meevoert naar die wereld die pas tot je doordringt als je het gedicht terzijde hebt gelegd. Een gedicht dat je nadat je het gelezen hebt eindeloos tot je genomen kan worden zonder dat het je verveelt, dat het tijdloos blijft. Dat maakt voor mij een gedicht tot goede poëzie…..
Elbert Gonggrijp is een natuurdichter die bijna dagelijks gedichten schrijft.
foto (c) Alja Spaan, Egmond aan Zee, augustus 2014
–