Poëzie die staat als een (slakken)huis
door Hettie Marzak
–
–
De titel van de tweede dichtbundel van Tania Verhelst, stadsdichter van Brugge, heeft een intrigerende titel: U kunt uw lichaam hier achterlaten. Bij het achterlaten van een lichaam gaan de gedachten allereerst uit naar een sterfgeval, een begrafenis, maar uit het gedicht ‘Loos’ wordt snel duidelijk dat de dichter het letterlijk heeft genomen: het lichaam wordt achterlaten aan een kapstok in ruil voor een ‘jeton’, een penning voor de garderobe. Dit beeld wordt verder uitgewerkt als de eigenaar van het lichaam het later weer wil ophalen, maar tot de ontdekking komt dat het verdwenen is. Later komt ze haar lichaam nog eens tegen bij de kassa in een winkel, maar het is niet meer van haar, evenmin als haar stem en haar herinneringen. Het is een grappig gedicht, fantasierijk en goed voorstelbaar geschreven. Pas later word je als lezer door onrust bekropen, het unheimische gevoel van wat als? Wat als dit echt zo zou zijn?
Deze dubbele bodem heeft Verhelst in veel van haar gedichten gestopt, als een goochelaar die een pluizig konijn uit de hoge hoed tovert, dat zich ontpopt als the Killer Rabbit of Caerbannog uit de film Monty Python and the Holy Grail. Of als de man uit de film Soylent Green uit 1973 die ontdekt dat de ‘groene koekjes’ die de regering verstrekt, van mensenvlees gemaakt zijn. Wat eerst onschuldig en grappig leek, blijkt een andere, gevaarlijker lading te bevatten.
Ook in het eerste gedicht van de bundel is er sprake van een lichaam dat achtergelaten wordt, maar het is niet het eigen lichaam, al maakte het daar wel deel van uit:
–
toen Rhea Silvia het kind in een mand legde
kon zij nog niet weten dat zij ’s avonds naar haar handen zou kijken
niet zou kunnen ophouden met naar haar handen te kijken
als waren het twee autonome lakeien waar zij niets over te zeggen had
–
toen het kind wegdreef, hingen ze langs haar lichaam
want je wuift het kind niet uit dat je laat afdrijven
maar toen zij de volgende dag een kam in haar haren stak
keek zij met afschuw naar haar handen rond de kam
zij kon dan wel de kam terugleggen maar niet haar handen
–
en toen zij even later met dezelfde handen de kast opendeed en een bord nam
zag zij hoe zij het bord uit het raam gooide en een volgend bord en een volgend bord
en lang nadat zij het laatste bord had gegooid bleven haar handen halve cirkels maken
cirkels die in de verte leken op zwaaien, hetzij minder zeker van hun baan
–
en er was niets dat haar handen kon bedaren
als zij door het bos liep, zwaaide zij ongewild de bomen uit
als zij naar de zee liep, zwaaide zij ongewild de golven uit
als zij door het dorp liep, zwaaide zij ongewild naar de mensen
alleen een enkel kind zwaaide verdwaasd terug
–
pas toen haar hond stierf en zij het lijkje in de grond wou stoppen
maar haar handen het in een man legden en de mand met de hond wegdreef
hingen zij weer naast haar als twee vertrouwde hetzij vermoeide lakeien
en dacht zij voor het eerst sinds lang niet
–
ook niet aan het kind
Het onderwerp van een vrouw die een kind baart en dat prijsgeeft aan de golven komt later terug in het gedicht ‘Een vrouw gaat zwemmen’.
Rhea Silvia was een koningsdochter en Vestaalse maagd, die haar kuisheid bewaren moest, maar zij werd verkracht door de oorlogsgod Mars en baarde de tweeling Romus en Remulus. Haar oom, bang om zijn recht op de troon te verspelen, gaf opdracht de baby’s te doden, maar een bediende liet hen op de rivier de Tiber wegdrijven naar een poel, waar ze gevonden en gezoogd werden door een wolvin. Later zouden ze de stad Rome stichten. Verhelst heeft het verhaal aangepast naar eigen inzicht en heeft het daarmee getransporteerd naar een ander en dieper niveau van eenzaamheid, verwijdering, afzondering en het verlangen naar menselijk contact. Maar dat zijn niet de enige thema’s die aan bod komen in deze bundel: paradoxaal genoeg spreekt er uit de gedichten ook het verlangen om te verdwijnen, om onopgemerkt en onaangepast te willen leven, weg uit de consumptiemaatschappij. Ook is er sprake van ontheemd zijn en een heimwee naar iets dat er nooit was. Verhelst gebruikt haar poëzie om inzicht te verkrijgen in de wereld en deze overzichtelijk te maken, in een poging oncontroleerbare dingen in de hand te houden. Daarbij heeft ze, omdat ze tevens beeldend kunstenaar is, een goed oog voor kleine dingen en kan ze haar waarneming vervolgens volledig omkeren:
–
vandaag zullen we de boom wegdoen, zegt de buurman
toch niet de magnolia? jawel, de magnolia
hij neemt te veel licht weg
–
zou het kunnen dat alles licht wegneemt
dat bestaan licht wegnemen is
waarom niet de huizen wegnemen, de weg, de buren aan de overkant?
–
de buurman kijkt naar mij en glimlacht
hij heeft geleerd om te glimlachen om vrouwen die zich druk maken
om een boom dan nog wel
–
vanaf die avond is er een open plek achterin de tuin
een nietig boompje dat voorheen altijd in de schaduw stond
richt zich verwonderd op
–
neem voor ons het licht weg, zeggen wij tegen de boom
neem voor ons alsjeblieft het licht weg
zoveel als je kunt
De illustraties zijn van de dichter zelf en laten alle een vrouw zien die een groot slakkenhuis draagt: nu eens torst ze het met zich mee, dan weer bespeelt ze het alsof het de klankkast van een cello is; op een andere plaat probeert ze zich eraan te ontworstelen. Het motto van de bundel betreft ook een slak: ‘de tragiek van een slak zit in haar schelp’. Een lichaam kun je blijkbaar achterlaten, maar je omgeving, je afkomst en je verleden niet, die zitten aan je vast als de schelp aan de slak en die sleep je de rest van je leven met je mee.
Een ander motto, van Kazimir Malevich, is: ‘l’art, c’est la doute’ en staat bij het gedicht ‘Voor al wat niet is’:
het zijn de vlekken en verzinsels
het ongeluk dat een vondst blijkt te zijn
en hoeveel lichtjaren daaraan voorbij gaan
–
het is niet de opvoeding
het is wat onbedoeld en passant gebeurt
de drift die zich niet laat vangen in een vingerhoed
dan maar door de gaatjes begint te zweten
–
het is niet wat vol en maan tot wasdom komt
het zijn de groeischeuten die door de kleren scheuren
de armen die vertakken tot een boom
–
het is niet het mooi vertoog
het is wat je per ongeluk van tafel veegt
het is niet jij, het is niet ik
het is het masker achter het masker
of hoe je alle maskers samenlegt
tot de puzzel van een gezicht
–
het is niet de mascara
het is waar de kohl uit de ogen loopt
de appel die vanbinnen wit blijkt te zijn
de vrucht die verschiet van kleur
–
het is niet de vrouw
het is niet de man
het is het kind dat nog van niemand is
–
het zijn niet de kant en klaar gezinnen die met kerst
tussen de reclamefolders in een brievenbus vallen
het is de kom zonder oor, het meisje dat lispelt
omdat ze twee melktanden mist
–
het is niet de zekerheid
het is de twijfel die uit voegen groeit
de rups die gaten vreet in het bloemetjespapier
het is niet de klaverkoning of de bijenkoningin
het is de keizer zonder kleren die striptease doet
–
het is niet wat vloeiend en mooi
het is wat wars en ontregeld
plots afbreekt –
Het zijn het credo en de poëtica van een dichter die erin geslaagd is haar eigen voorkeur, twijfels en onzekerheden, maar ook haar voorzichtig optimisme gestalte te geven in woord en beeld. Het zijn gedichten die verrassen door hun inhoud, hun omkeerbare beelden en hun eigengereide woordenspel. Het is poëzie zoals poëzie moet zijn.
____
Tania Verhelst (2022). U kunt uw lichaam hier achterlaten. Uitgeverij De Zeef, 59 blz. €18,00. ISBN 9789493138773