LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

J.H. van Geemert – De teen van Akinfejev

24 feb, 2023

Zou ik iemand kunnen zijn die ik nooit was?

door Æde de Jong




De teen van Akinfejev is de jongste bundel van J.H. van Geemert, waarin ook het gelijknamige gedicht is opgenomen. Die teen is van Igor Akinfejev, zo valt achterin te lezen, een Russische doelman. ‘Rusland, waar het WK Voetbal 2018 georganiseerd werd, wint na strafschoppen van Spanje in de achtste finale. Akinfejev stopt de beslissende penalty, met zijn teen.’

De bundel bestaat uit vier afdelingen van een wisselend aantal gedichten en een prolooggedicht: ‘Tabula rasa’, waarin het scheppingsproces van de kunstenaar beschreven wordt als ‘Altijd terug naar af’. De eerste afdeling gaat over dieren en over Artis. Zo schrijft Van Geemert in ‘In Artis’: ‘Zoals het mooist de hokken zijn, / waar ook na lang gezoek geen dier / in wordt gevonden, zo blijkt het beeld / het scherpst, dat aan het oog onttrokken wordt.’ Het gedicht erna, ‘Het voederen der dieren’, bevat een aantal citaten uit Dierenleven in Artis, een boek van A.F.J. Portielje uit 1939. In dit boek staan dergelijke observaties, door regelafbreuken tot poëzie vervormd:

‘Zo gaat het door, beurtelings een vis
naar boven, dan weer een in het water of
langs de kant, tot eindelijk de emmer leeg is,
de oppasser vertrekt en
de toeschouwers verder gaan.’

De lezer krijgt een inkijkje in de stofvinding van Van Geemert, een dichter die poëzie maakt van het alledaagse, en readymades vergaart uit onverwachte bronnen.

Het gedicht ‘De teen van Akinfejev’ is het tweede gedicht uit de vierde en laatste afdeling van de bundel, en luidt als volgt:

De teen van Akinfejev

Drugscrimineel aan je bed,
nachtclub waar je niet uit mag,
lichaam dat te zwak is om
vermoord te worden.
Een vrachtwagen die rechtsaf slaat
in plaats van links, ravijn
dat tien centimeter verplaatst is,
een uitgestoken teen –
je bedenkt het niet.

Ternauwernood, op het nippertje,
door het oog van de naald,
onrechtvaardig gered,
ontsnapt.
Als dank wil ik een cadeau sturen,
het mag wat kosten.
Maar naar wie of wat.

Dit is een van de vreemdste en minst toegankelijke gedichten uit de bundel, en tegelijk een van de interessantste. De anekdote van de Russische keeper wordt hier naar een andere context getransponeerd. Die context is merkwaardig en boeiend. Wat gebeurt er eigenlijk in dit gedicht? Staat het bed uit de eerste regel ín die nachtclub, is het bed een metafoor voor die nachtclub, of is dit een koortsachtige droom? En moet je fysiek in topvorm zijn om vermoord te kunnen worden? De eerste strofe roept de ene na de andere vraag op. Maar de oorspronkelijke premisse van de ‘redding’ blijft staan. Het lyrisch ik zit in de problemen en wordt door iets of iemand gered, wil die bedanken, maar weet dus niet hoe ‘naar wie of wat’ het cadeau – dat ‘mag wat kosten’ trouwens – gestuurd moet worden. En waarom is die redding ‘onrechtvaardig’?

Achter in de bundel staan meerdere toelichtingen waarin de gedichten uitgelegd worden. Bij bovenstaand gedicht komen we alleen te weten dat het de teen van een Russische doelman betreft, maar andere gedichten worden volledig opgebroken. De uitleg van het eerste gedicht van het eerste bedrijf, ‘Natura Artis Magistra’, is namelijk wel heel uitgebreid. Regel voor regel breekt Van Geemert het gedicht voor de lezer open. Dit soort handreikingen naar de lezer kom je in mindere mate ook tegen bij Met wat geluk van Ingmar Heytze en in de (moeilijkere) poëzie van H.H. ter Balkt (als Corvus Corone), terwijl sommige andere ‘moeilijke dichters’ lezers laten spartelen en zij vrede moeten hebben met het gegeven dat ze de gedichten niet volledig kunnen begrijpen, zelfs als ze de naslagwerken in duiken. Dat is bij Van Geemert niet het geval. Zijn poëzie is helder en toegankelijk, wat trouwens niets over de diepte zegt. Toch is de toelichting een welkom handvat bij de lectuur van de bundel. Als je weleens in Artis komt en Reves De Taal Der Liefde en de gedichten van Hanny Michaelis gelezen hebt, begrijp je de regels ‘de adelaars van Rauch’, ‘de glimmende oppasser’, ‘Cains honden’, ‘overbuurman Gerard’ en ‘het bankje van Michaelis’, maar zo niet, dan kun je niet zoveel met ‘Natura Artis Magistra’. Zulke regels gaan pas leven als je de context kent. De ene dichter rijkt die aan, de andere niet. De ene dichter wil wel begrepen worden, de andere trekt liever een sluier van onbegrijpelijkheid op om zijn oeuvre. Dat kan leuk zijn om te ontcijferen, maar als dat niet lukt, resteren holle frases als ‘de muziek van de gedichten’ als je iets zinnigs over zulke gedichten wilt zeggen. Gelukkig wil Van Geemert wel begrepen worden.
____

J.H. van Geemert (2022). De teen van Akinfejev. Uitgeverij de Republiek, 78 blz. € 15,- ISBN 9789086050307

     Andere berichten

Erik Lindner – Hout

Erik Lindner – Hout

Koud door Peter Vermaat - - ‘In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of...