‘Woorden kunnen een brug slaan tussen mensen en zorgen dat ze zich gezien voelen.’
door Monique Wilmer-Leegwater
Hester van Beers (Geldrop, 1995) schrijft al bijna haar hele leven. Ze houdt ook van wetenschap en techniek en studeerde daarom biomedische technologie. In 2017 verscheen haar debuut Het einde van de roltrap bij uitgeverij Lipari. Ze stond in de finale van Write Now! en behaalde de tweede prijs van de Meander Dichtersprijs. Belangrijk voor haar zijn haar katholieke geloof en haar familie, inclusief konijnen en poezen.
Onlangs won ze De Gedichtenwedstrijd 2023.
foto © Roxy
Hester, nogmaals van harte met het winnen van De Gedichtenwedstrijd 2023 met het gedicht Iets dat leeft.
Uit het juryrapport citeer ik: Dat je bij je eerste kennismaking met de dood maar beter het mes in handen kunt hebben, was voor ons een les die we zo goed vonden dat we dit gedicht meteen op nummer één zetten. Op een hele fijnzinnige wijze spelen de zinnen met het idee van daderschap. Het vraagt iets van ons: hoe kunnen we geen dader meer zijn in een wereld die we naar de verdoemenis helpen? We lezen hier een stem van een generatie, een die zich bewust is van klimaatproblematiek en die ook volledig heeft geïnternaliseerd. Zelfs je eigen leed wil je geen ruimte meer laten innemen. Dat het slachten van een kip vroeger veel erger was dan nu, loopt secuur over in het kwetsbare hedendaagse leven. Het naderende mes in dit gedicht is scherp als de stem van de dichter zelf.
Was je verrast te winnen? Kun je je vinden in het jurycommentaar?
Bedankt! Ik was zeer verrast. Ik doe bijna ieder jaar mee met De Gedichtenwedstrijd en kennelijk wint de aanhouder dan toch. Ik ben blij met het positieve jurycommentaar. De thematiek die de jury in het gedicht ziet, lees ik er zelf ook in.
Je staat met nog een gedicht in de top 100, getiteld Genesis. Als ik beide gedichten lees lijkt de ik te worstelen met de hedendaagse wereld en haar plaats hierin. Kun je daar iets meer over zeggen?
Onder mijn generatiegenoten komt veel eenzaamheid voor, terwijl we toch meer verbonden lijken dan ooit. We hebben via onze telefoon toegang tot de hele wereld, maar dat kan ons ook doen wegdrijven van wat wezenlijk van belang is. Onze omgeving overspoelt ons met afleiding en prikkels. Omdat we de eerste generatie zijn die hiermee is opgegroeid, moeten we zelf uitvinden wat onze plaats is in deze snel veranderende wereld. Daar schrijf ik graag over, en ik krijg van leeftijdsgenoten terug dat ze zich herkennen in mijn gedichten. Met poëzie kun je soms uitdrukken wat niet in een ‘gewone’ tekst past. Daarom deel ik mijn gedichten met anderen, woorden kunnen een brug slaan tussen mensen en zorgen dat ze zich gezien voelen.
Grappig dat je dit zegt over je leeftijdsgenoten, ik hoor mijn ouders die rond de tachtig zijn dit ook zeggen. Hoe stel jij je een goede balans in die snel veranderende wereld voor?
De balans zal voor iedereen anders liggen, maar voor mij is het bijvoorbeeld belangrijk om voldoende stilte om me heen te hebben (zeker als ik wil schrijven), en om regelmatig in de natuur te zijn. En niet iedere minuut het nieuws en sociale media volgen, maar de momenten van dergelijke input afbakenen.
Colliding galaxies
Over 4,5 miljard jaar botst de Melkweg met de Andromedanevel
zonder dat de sterren elkaar raken, omdat er zo veel lege ruimte is.
Zo is het ook met ons, weet je nog dat we naast elkaar in het vliegtuig zaten
en ik als enige turbulentie had? Jij lag te slapen op een rookworstvormig
kussen, ik schokte alsof ik heel hard huilde, maar zonder te huilen.
Onze sterrenbeelden schijnen goed bij elkaar te passen, deze maand
moet ik mijn gevoel meer aandacht geven, volgens mijn horoscoop
gaat er iets ergs gebeuren. Wat doe je als er iets in brand staat
maar je weet niet wat? Ik spreek jouw taal niet goed, mijn accent verraadt
altijd waar ik vandaan kom.
Ik kijk graag documentaires over het universum, dat vind ik relativerend.
Jij snapt niet dat ik me bezighoud met dingen die zo veel groter en bovendien
zo enorm ver weg zijn. Ik zeg dat we op een dag één zullen zijn,
en we op die dag niet meer zullen kunnen zien wat van jou
en wat van mij kwam. Een huivering trekt langzaam door ons heen
als een nomade door de woestijn.
Je studeert voor medisch ingenieur las ik ergens, hoe combineer je je studie me het schrijven van poëzie? Heb je vaste tijden voor het schrijven?
Dat gegeven is alweer een aantal jaar oud, maar ik heb geen vaste tijden voor het schrijven.
Soms komt er een tijdlang bijna niets uit mijn vingers en soms schrijf ik juist heel veel. Als ik tussendoor een woord of vers bedenk dat ik wil gebruiken, sla ik het op in een notitie. Als ik dan tijd heb om te gaan schrijven, heb ik alvast een lijstje om inspiratie uit te putten.
Het is misschien een clichévraag maar voor andere dichters is het antwoord toch vaak interessant: Waar haal je je inspiratie vandaan? Hoe werkt het schrijfproces bij jou?
Mijn inspiratie haal ik vooral uit de dagelijkse dingen, zaken waar je je vaak niet bewust van bent maar die voor iedereen herkenbaar zijn. Bijvoorbeeld: voorbijgaande (mensen met) rollators, het juskuiltje in de stamppot, het gras dat plat is als je erop hebt gelegen. Vaak begin ik met een of meerdere beelden en dan volgt de structuur van het gedicht later. Het komt regelmatig voor dat ik een gedicht schrijf en daarna zelf pas zie waar het over gaat.
–
De narcissen staan weer veel te vroeg in bloei, of misschien
zijn we verder dan ik dacht. Het einde is bijna voldragen,
de laatste hand wordt aan zijn organen gelegd. Ik bekijk
besneeuwde foto’s, meet de inhoud-oppervlakteratio
van het kind dat op het sleetje zit. Ik ben nu relatief minder
geneigd met zuurstof te reageren, omcirkeld
–
op het schoolplein te staan, een meisje te zijn
dat de hoop nog moet ontgroeien. Oud genoeg
om over vroeger te praten, koffie te lusten,
kerstpakketten te krijgen. Ik snijd mijn uitlopers af
en stop ze in de grond, zo heeft mijn moeder
–
nog iets om voor te zorgen. Pasen valt laat dit jaar, misschien
blijft de opstanding uit. Ik probeer met doorzichtige nagellak
de scheuren in de ruimtetijd te repareren, de baan van de aarde
te herstellen. Oud genoeg trouwens ook om een eicel
te laten rijpen, van slijmvliezen een bed te maken en mezelf
er weer van te bevrijden.
Zijn er thema’s die vaak terugkomen en ben je je daar bewust van?
Ik kan niet goed op thema schrijven. Als me was gevraagd om een gedicht te schrijven over milieuproblematiek zou ik nooit Iets dat leeft hebben geschreven. Het thema moet vanzelf voortvloeien uit de woorden. Thema’s die ik in mijn eigen werk vaak terug zie komen, zijn volwassen worden, verlies en liefde. Geen wereldschokkende thema’s, maar het gaat erom hoe je het verhaal vertelt. Over ieder thema bestaan al ontelbaar veel gedichten, maar je eigen stem als dichter is uniek.
Misschien schrijft het gedicht dan eigenlijk zichzelf. Het gedicht bepaalt wat het wil zeggen, kan ik dat zo interpreteren?
Dat zou kunnen, of misschien is het mijn onderbewuste dat iets wil zeggen en dat doet in de vorm van een gedicht. Mijn betere gedichten schrijf ik in één ruk, als ik lang moet schaven wordt het meestal niet veel. Soms stromen de woorden vanzelf en op andere momenten gebeurt er weinig.
Je zegt in je biografie dat het katholieke geloof belangrijk voor je is. Kunnen we stellen dat dit je dan ook inspireert? Vind je het belangrijk dat jouw geloof in je werk tot uiting komt?
Het inspireert mij zeker. Echt religieuze gedichten schrijf ik niet veel (of alleen voor mezelf), maar God en het geloof komen geregeld voor in mijn werk. Het is ook een vorm van getuigenis om erover te schrijven, en dat lijkt me belangrijk.
Welke dichters lees je zelf graag? Zoek je naar herkenning of juist afwijkend werk ten opzichte van dat van jezelf?
Ik houd van Herman de Coninck, Rutger Kopland, Vasalis, en ook van bijvoorbeeld Ellen Deckwitz, Marieke Lucas Rijneveld en Anna Enquist. Zowel de herkenning als gedichten die me verrassen, kan ik mooi vinden. Ik denk dat mijn favoriete dichters me ook vormen in hoe ik zelf probeer te schrijven, wat natuurlijk niet betekent dat ik mensen wil nadoen. Dan wordt het ongetwijfeld een slap aftreksel.
Je zegt hierboven dat ‘volwassen worden’ onder andere ook een thema is in je werk. Ingmar Heytze heb ik eens horen zeggen dat hij aan zijn eigen bundels kon zien waar hij op dat moment stond in zijn leven. Is dat bij jou ook zo? Zie je je eigen leven/ontwikkeling terug in je huidige werk bijvoorbeeld?
Ik zie wel een ontwikkeling in de thema’s die me bezighouden, of in ieder geval in het perspectief dat ik op die thema’s heb. Mijn tweede bundel is bijvoorbeeld wat positiever. Ik heb sinds mijn eerste bundel natuurlijk weer nieuwe dingen meegemaakt, die ik ook terug zie komen.
–
–
Het graast en het slaapt rechtop, als een paard
staat het klunzig in de kamer. Het steekt scherp af
tegen het bloemetjesbehang, we zetten koffie
en we kijken ernaar. Het beweegt stilletjes
in cirkels rond de tafel. We proberen het toe te spreken
in verschillende talen, het water te geven, het voorzichtig
aan te raken. Uiteindelijk laten we het maar
met rust, ’s nachts horen we het huilen
in het logeerbed.
Je debuutbundel Het einde van de roltrap verscheen in 2017 bij uitgeverij Lipari. Je geeft aan dat je momenteel werkt aan een tweede bundel. Kun je daar iets meer over zeggen?
Ik heb een manuscript voor een tweede bundel inderdaad zo goed als af. De werktitel is Gezien de omstandigheden en het doel van deze bundel is om mensen te raken en waar mogelijk woorden aan te reiken voor universele ervaringen in het leven. Het overkoepelende thema is weer het volwassen worden in een wereld die vaak beangstigend kan zijn. Daarnaast komen er gedichten in voor over verlies, liefde en de zoektocht naar zingeving. De titel slaat op het gezien worden, iets dat ik voor mezelf met mijn poëzie deels bereik en dat voor iedereen denk ik noodzakelijk is. Het is alleen nog zoeken naar een uitgever…
Die uitgever dient zich misschien wel aan nu je de Gedichtenwedstrijd gewonnen hebt!
–