Briljant en/of gevoelig?
door Hans Franse
–
–
Simon Carmiggelt nam Hitler kwalijk, afgezien van zijn grote misdaden, dat hij hem ‘zijn Duitsland’ had afgenomen. Hij doelde hiermee op de culturele bloei in de Weimarrepubliek, waarin het cabaret bloeide, de literatuur veel opleverde en journalisten als Carl von Ossietsky die in Die Weltbuhne plaats bood aan schrijvers/dichters als Kurt Tucholsky en Erich Kästner die een belangrijk geluid in Duitsland lieten horen. Zij deden ook het typisch cabaret bloeien met mild-ironische, maar meesterlijke teksten; spot was altijd beschaafd, de spiegel die werd voorgehouden was literair. Toen Hitler kwam werden veel van deze werken op de brandstapel gegooid. Erich Kästner keek naar de verbranding van zijn eigen boeken, Kurt Tucholsky (ik heb naast mijn bed zijn verzamelde werken staan, die droeviger en droeviger worden) vluchtte naar Zweden (Kasteel Gripsholm!) en pleegde zelfmoord, terwijl Carl von Ossietsky in begin 1933 in een concentratiekamp werd opgesloten ergens in het noorden van Duitsland. Ondanks zware druk accepteerde hij, als gevangene, de Nobelprijs voor de vrede. Hij overleed kort daarna.
Eric Kästner, mede beroemd door zijn kinderboeken over Emil, de vliegende klas en het wat sombere Fabian, leefde als Käthe Kollwitz ‘im inneren Exil’. Hij kon leven van de buitenlandse inkomsten van zijn boeken en scenario’s en overleefde de oorlog. De gedichten van Kästner zijn niet revolutionair van vorm, dan moet je naar bloemlezingen als Menschheitsdämmerung, maar ze hebben iets melancholisch, wat bikkelhard is, wordt zacht gezegd. De perfecte vorm voor cabaretteske teksten. Carmiggelt probeerde hem als Karel Bralleput na te volgen. Het is het mededogen dat ontstaat als je je hele leven naar mensen kijkt, naar grote of kleine, werkende, luie, rijke societylieden of arme mensen. De Duitsers hebben Kästner dan ook niet beter kunnen eren dan door een klein beeldje neer te zetten in Dresden bij het huis waar hij op groeide aan de Albertplatz. Op een muurtje zit een jongentje dat naar mensen kijkt. Dat is alles, maar het is wel wezenlijk.
Een van de populairste werken van Kästner is een verzameling gedichten die Dr. Erich Kästners Lyrische Hausapotheke heet, kortere en langere teksten die vorm geven aan menselijke gevoelens en observaties. Voel je je beroerd, lees dan een gedicht en je voelt je beter. Het is nogal een omvangrijk werk. Wat het kan betekenen voor mensen blijkt uit het feit dat het door Teofila Reich-Ranicki gekalligrafeerd is in het ghetto van Warschau voor haar geliefde en latere echtgenoot, die het boekje had geleend en het moest teruggeven. Ze probeerden de groeiende ellende te vergulden door zacht bittere pillen uit de Lyrische Hausapotheke.
(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)
De Nederlandse farmaceutisch-literaire vertalingen komen uit Groningen. Paul van den Hout, Jean-Pierre Rawie en Driek van Wissen speelden een rol erin. Gefascineerd door het facsimile van het gekalligrafeerde ghettohandschrift vertaalde Paul van den Hout een aantal gedichten. Jean-Pierre Rawie schonk Driek van Wissen het boek. Driek van Wissen begon met de vertaling maar werd door de dood terugeroepen: de Hausapotheke had hem wel veel plezier, maar geen genezing geschonken. Na de betreurde en onverwachte dood van Driek van Wissen is deze onvolledige vertaling uitgegeven, ingeleid door Jean-Pierre Rawie. Het is een vrij lijvig werk, dat Driek van Wissen ongelooflijk virtuoos heeft weergegeven. Hij volgde de rijmschema’s, het ritme. Maar hij nam ook de vrijheid de ‘oertekst’ te parafraseren. Hij voert Nederlandse plaatsen op (Kästner zou nooit aan Zwolle gedacht hebben) en het is een genot om de gedichten te lezen. Het is dan ook te betreuren dat hij de vertaling niet heeft kunnen afmaken, wellicht zou hij zelfs voor de Martinus Nijhoff vertaalprijs in aanmerking zijn gekomen. Hij introduceert de dichter/tekstschrijver Kästner op een briljante manier, de kinderboeken zijn al bekend en stukgelezen.
Wat ik erg betreur, Jean-Pierre Rawie doet dit impliciet ook, is dat de Duitse tekst niet meegenomen is, het boek had daardoor veel aan waarde gewonnen. Niet alleen had je de briljante vertaling met de oorspronkelijke tekst kunnen vergelijken, maar je had ook nog beter de originaliteit en het technisch meesterschap van Driek van Wissen zelf kunnen herkennen. Het was dan een nog waardiger eerbetoon aan deze, soms wat miskende, taalsmid geweest dan het nu is. Bovendien, je moet Kästner in het Duits lezen. Zo als ooit een Engels letterkundige opmerkte dat je om van Van den vos Reynaerde te kunnen genieten je eigenlijk Middelnederlands moest leren, zo had dit een stimulans kunnen zijn om van de vloeiende schoonheid van het Duits van deze grote schrijver, die ten onrechte nooit de Nobelprijs kreeg, te genieten. Enige aandacht voor het Duits is wel op zijn plaats nu Engels en Amerikaans het beeld bepalen.
Ik wil één gedicht in het Duits opnemen (ik heb er erg naar moeten zoeken, het Goetheinstituut in Perugia had het niet, Duitse boeken zijn in Italië moeilijk te vinden) en twee vertalingen om te vergelijken. Ik denk dat ik dan aangegeven heb waarom ik vind dat deze meesterlijke vertaling veel gekocht en gelezen moet worden. Het betreft een van die gedichten vol van mededogen met de armen in een milde ironische toon weergegeven.
Der gefundene Groschen – Ich mach mich vor dem Groschen klein und nehm ihn in die Hand Ach, war es doch ein Zehnmarkschein! Geld hat keinen Verstand. – Es leben Leute, die werfen Ihr Geld, sagt man, zum Fenster hinaus. Ich wüsste gern, wohin es fällt, und blicke vor jedes Haus. – Das Geld, das aus den Fenstern fliegt, wer weiss, wohin’s gerät! Das Geld, das auf der Strasse liegt, ist ziemlich dunn gesäht. – Ich bücke mich, so tief ich kann. Mein Kind, mir ist dabei, als bete Ich den Groschen an. Deine Eltern sind arm. Verzeih! – Erich Kästner |
Het gevonden kwartje – Ik raap een kwartje van de grond: klein ligt het in mijn hand. Ik wou dat ik een geeltje vond! Ach, geld heeft geen verstand. – Er zijn er, die gooien hun geld het raam uit, zegt men, maar wààr, dat wordt er helaas niet bij verteld: ik zoek langs het hele trottoir. – Het geld dat zo het raam uitgaat, wie weet waarheen het waait? Het ligt soms inderdaad op straat, maar wel zéér dun gezaaid – Ik buig mij voorover, haast alsof ik dit kwartje aanbid. Mijn kind, je ouders zijn helaas straatarm. Vergeef hun dit. – Vertaling: Paul van den Hout |
Der gefundene Groschen – Ich mach mich vor dem Groschen klein und nehm ihn in die Hand Ach, war es doch ein Zehnmarkschein! Geld hat keinen Verstand. – Es leben Leute, die werfen Ihr Geld, sagt man, zum Fenster hinaus. Ich wüsste gern, wohin es fällt, und blicke vor jedes Haus. – Das Geld, das aus den Fenstern fliegt, wer weiss, wohin’s gerät! Das Geld, das auf der Strasse liegt, ist ziemlich dunn gesäht. – Ich bücke mich, so tief ich kann. Mein Kind, mir ist dabei, als bete Ich den Groschen an. Deine Eltern sind arm. Verzeih! – Erich Kästner |
De verloren cent – Daar ligt een cent. Ik maak mij klein en pak hem in de hand. Het had een tientje moeten zijn, maar geld heeft geen verstand – Er zijn wel mensen, naar verluidt, die smijten met hun geld. Daar kijk ik voor hun huis naar uit, strategisch opgesteld. – Maar al dat geld, dat zogezegd het raam wordt uitgegooid komt zelden hier op straat terecht, althans ik vind het nooit. – Daar ligt een cent, een heel bezit, dus kind, buk ik me maar net of ik zo die cent aanbid. Maar vader is arm. Vandaar. – Vertaling: Driek van Wissen |
Het is verleidelijk om meer van deze vergelijkingen te doen. Maar onze lezers zijn qua poëtica zeer geëmancipeerd. Ik laat het hierbij. Twee vertalingen, beide geïnspireerd, de een wat dichter bij de zachte ironie (Paul van den Hout), de ander met een grote virtuositeit.
In ieder geval: er is een monument opgericht voor Erich Kästner, dat helaas niet is voltooid. Tezelfdertijd is het een monument voor Driek van Wissen, een van de grootste taalsmeden en-virtuosen die we gehad hebben. Ik hoop dat dit eerbewijs aan Driek van Wissen (het kwam uit op zijn tiende sterfdag) veel gelezen wordt en een plek vindt in veel boekenkasten. Koop de Duitse tekst erbij, die is nog in de handel en volop, voor een paar ‘Groschen’ te koop. Ik wil nóg een keer opmerken dat ik het jammer vind dat de Duitse tekst van de Lyrische Hausapotheke niet is bijgevoegd, het waren dan twee monumenten in één omslag geweest.
____
Erich Kästner (2020). Erich Kästners Lyrische Huisapotheek, vertaald door Driek van Wissen. Uitgeverij Passage, 84 blz. € 24,50. ISBN 9789054523857