LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Philip Meersman

29 jun, 2023

Philip Meersman, een dichter in G-majeur

door Marc Tiefenthal

 

Philip Meersman is meertalig dichter, doctorandus, curator en moderator aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij trad op enkele van de belangrijkste poëziefestivals ter wereld op en is initiatiefnemer en medeoprichter van de ivzw World Poetry Slam Organization aisbl, een wereldwijd netwerk van nationale slamcompetities. Hij coördineert de rondreizende Europese & Wereldkampioenschappen Poetry Slam en publiceerde twee dichtbundels in het Engels en één in het Nederlands.
Hij coördineert het project Urban Travel Machines, waarin een nieuwe generatie dichters wordt opgeleid om met planetariumkoepelprojectietechnologie live-virtuele performances te creëren.

Meersman’s poëzie verkent vaak sociaal-politieke en ecologische onderwerpen, en hij staat erom bekend dat hij met het publiek in gesprek gaat bij het co-creëren van instantpoëzie op basis van hun aanwijzingen.
Meersman maakt van zijn gedichten sculpturale, plaatsgebonden kunstwerken, dateert ze zoals beeldend kunstenaars doen en geeft ze een markering qua creatieplek en gebruikte schrijftechnieken en -materialen. Zijn dichtbundels zijn dan ook niet enkel dichtbundels, maar ook reiskronieken en tentoonstellingscatalogi.
Naast optreden schrijft, praat en doceert Meersman ook over poëzie in al zijn vormen tijdens lezingen, workshops en in allerlei publicaties.

Boeken:
Manifest voor de poëzie, Uitgeverij De Contrabas, ISBN: 9789079432639, 2012
This is Belgian Chocolate: Manifestations of Poetry (Three Rooms Press, NY, NY, USA, 2014, ISBN: 9781941110010)
There Is Blue Somewhere (Cyberwit, Allahabad, India, 2020, ISBN: 9789390202966)
Zijn derde Engelstalige poëzieboek wordt eind 2023 gepubliceerd.

Net als de interviewer bekent Philip Meersman zich tot erfgenaam van Paul van Ostaijen. Hij is vooral geïnspireerd door de Berlijnse gedichten van van Ostaijen.

foto ©  Roz4

Hoe is het begonnen?
Al heel jong liep ik Academie, hier om de hoek in het Koetshuys. Toneel en voordracht volgde ik er, zes jaar lang. Ik bracht vaak gedichten van bekende dichters op toneel. Op een dag dacht ik dat ik het best ook zelf kon.
Ik was 13 jaar toen ik mijn eerste gedichten schreef en 16 toen ik vond dat het goed was. In 1988 verscheen mijn eerste gedicht: Ik heb veel geleerd vandaag, pa en in 1989 mijn eerste bundel, Postuum bericht aan mezelf, gesponsord door de Wase Begrafenissen uit Sint-Niklaas en voorgesteld op een kleine zolder boven het Centrum aan het Nicolaasplein.
De toon was gezet: dada. Experimenteel.

Had je geen complexen?
Helemaal niet. Ik deed vroeger vaak mee aan voordrachtwedstrijden, meestal met andermans werk. Mijn werk vond echter geen genade in wedstrijden. Te theatraal, te komisch. Dat vonden die rederijkertjes, die mensen met hun haast goddelijke ernst die echter vurige tongen missen.
Ik heb veel te danken aan mensen als Jelle Dierickx, die zowel met beeldende kunst als met poëzie bezig is, Helen White, Luc Fierens. In 2014 organiseerde ik het Eerste internationale Brusselse ondergrondfestival met een keur aan experimentele dichters aan wie ik hulde wou brengen. Sindsdien herhaal ik dit festival jaarlijks. Mijn leraren Nederlands hier in Sint-Niklaas waren ook een inspiratiebron voor mij. Van Steenwegen, Aerts en Anita Dablini, mijn lerares dictie.

Hoe verliep het ondertussen? Podia, boekjes?
In 2006 verscheen een bundeltje, Speelse ogen doven, in een vormgeving van Mario Vandermeulen. Deze had als afstudeerproject op de Academie voor Beeldende Kunst in Antwerpen een poëziefestival uitgedokterd, dat niet verder is geraakt dan een ontwerp. Hij combineerde dus beeldende kunst en poëzie. Daarnaast stuurde ik regelmatig gedichten die gepubliceerd werden op het online platform van NCRV in Nederland. Ik begon in het Engels te schrijven en werd gepubliceerd in academische tijdschriften in de Verenigde Staten. Ik viel daar in goede aarde en werd haast in elke editie gepubliceerd.
In 2014 verscheen mijn bundel Belgian Chocolate in New York, bij Three Room Press. De Nederlandse editie is ook ooit verschenen en daarna verdwenen toen de uitgever failliet ging. Onlangs verscheen in India mijn laatste bundel, There is blue, somewhere. Misschien verschijnt de Nederlandse versie ooit.

En de podia?
Dat is een wereldverhaal. In België stond ik op het podium bij Herman J. Claeys, de Muzeval, in Ruigoord bij Amsterdam op het festival ‘Vurige Tongen’. In 2000 verhuisde ik naar Brussel. In 2005 stond ik in Bulgarije op het oudste poëziefestival ter wereld, Struga fest, dat ontstaan is in 1961. Ineens stond ik daar als groentje tussen al die beroemde dichters maar ze namen me ernstig. De Belgische ambassadeur in Sofia, Philiph Beke, organiseerde een vergadering op de ambassade zodat ik antwoord kreeg op mijn vraag wat ik daar precies deed. Ineens was ik niet langer alleen. Sindsdien treed ik op in verschillende landen in verschillende werelddelen.
Zelf heb ik me ingezet voor de slampoëzie. Ik heb het Belgisch nationaal kampioenschap slam mee georganiseerd en momenteel doe ik hetzelfde op wereldvlak. Ik ben voorzitter van de organisatie van het wereldkampioenschap slam. Dit jaar zal het plaatsvinden in Antwerpen.

Wat brengt de toekomst?
Ik hoop mijn laatste bundel in het Nederlands te kunnen uitgeven. Verder ben ik bezig om de cyclus Cruxifix om te zetten in opera. Ik heb al een componist bereid gevonden, Marcelo Flores Laczano. Verder werk ik aan een nieuw boek.

Onderstaande gedichten komen uit Cruxifix.

 

Ecce Homo

IJzeren spijkers splijten middenhandsbeentjes
pijn schijt krijsen

Trek ten strijde met je (z)waarden
Klief of sterf, geen gevangenen, geen genade, geen gratie, geen Geneefse conventie
Hoed u voor valsaards en vleiers

Tijd om afstand te nemen van intimi
de wrede woestenij wenkt me
mijn slijmen, beer en stof
aas voor schorpioenen, slangen en gieren

De doornen kroon wacht op me
voor ‘t eind
aan de halte waar de bus nooit stopt
onbehaaglijk hoge tonen ontglippen mijn overspannen stembanden
dierlijk laag gegrom volgt

Ik wilde geen vergetelheid tonen
maar de kinderen tot mij laten komen
hen leren hoe
naïviteit door kennis ontgroend wordt
niet door rood kloppende roeden

Ooit komt de dag
dat instellingen inzicht brengen
zoals ik leven en leren
zie

Klink die nagelkoppen aan mijn palmen vast
alle knappe koppen kunnen falen maar
waarom verkrachten tiara’s mijn denken in Dogma’s met kapitale D

Wanneer de T te lang in het water hangt, overheerst bitterheid
alle zoetheid van ontluikende gedachten is reeds lang verdwenen en verdronken

’t Is tijd
een slagveld van gedachten strijdt over de syntax van ideeën
grammatica stelt zich in carré op
zichzelf verdedigend tegen het overweldigende overwicht van woordenschat

Vlucht naar Mars en plant je vlag op een kale rots
Ga en zoek je eigen volgelingen tussen bacteriële ongemakken

doornen stropen stroken hoofd, bekladden mijn scalp met migraine
Het klappen van de zweep hitst de massa op, gekomen om mijn lijden te bekijken
zij stemden voor in onschuld witgewassen handen
zij hebben het niet geweten
één van hen verkoopt goedkoop gefabriceerde toeristen-T-shirts
“Jerusalem is forever our capital” dept bloed, zweet en tranen

Zweepslagen en doornsteken leiden de uitputtingsslag tegen mijn steeds weker wordende schedel
denken lukt niet meer en verschanst zich in egelstellingVerschroeide aarde
droog is mijn tong die niet meer mag spreken
hoewel er nog steeds klanken zijn
klinkers plooien open, medeklinkers blijven tussen tong en tanden steken
geen speeksel meer om woorden te waterenLaten we Mars koloniseren, zoals we dat met Amerika hebben gedaan en de maan
we zullen tegen stenen pissen en territoria opeisen
de massa zal uiteindelijk volgen, als kakkerlakken

De laatste niet genetisch gemanipuleerde gewassen zullen worden weggevreten
– niet door mensen –
door parasitaire plagen

Doornen krammen rooddoorlopen vlees samen dat als haarlokken over mijn ogen hangt
de wereld lijkt op lauwe minestrone zonder groentenbrunoise
niemand luistert nog, begrijpelijk
ik zou hetzelfde doen, als ik mij zo zou zien

Bid met me, opdat ik kan sterven in vrees voor het vagevuur
Bid met me, opdat ik kan hopen op leven na de hel

Mijn fiere vlees zal de velden bemesten waar achtergelaten
leven zal groeien
wedergeboorte door visie
beelden en maden

Ziet, een man,
verspilling van tijd en middelen
vrucht van gedachten
gerijpt om te rotten
tot verzinsel van verbeelding
middel tot doel
verheven tot wrede

     Andere berichten

Interview Elise Vos

Interview Elise Vos

‘Ik ben ervan overtuigd dat er altijd iets moois schuilt in iets donkers’ door Annet Zaagsma     foto © Kris Lauwereys Elise Vos...

Interview Iris van de Wetering

‘Literatuur is een plek voor menig mens en zijn of haar ideeën… laat het floreren zoals het is.’   door Alja Spaan - Iris van de...

Interview Jan Kleefstra

Interview Jan Kleefstra

‘Ik schrijf omdat ik het schrijven nodig heb om te overleven.’ door Jeanine Hoedemakers   Jan Kleefstra heeft inmiddels meerdere...