LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Ludo Bleys – Het schip vertrok die avond nog

26 jun, 2023

Mild geformuleerde levenslessen

door Felix Monter




Loutering is de mantel waarin Bleys zich hult wanneer hij de wereld tegemoet treedt. Hem hoeft men niets meer wijs te maken. Het openingsgedicht van de bundel draagt de titel ‘vanitas’. Het derde gedicht (‘verkiezingskoorts’) besluit met: ‘(…) geef ik je mijn stem / dan overschreeuw je morgen gladjes het halfrond / verkoop je mijn ziel aan de duivel, kelder je mijn hoop, / veil je mijn geloof in de toekomst.’ Even verderop in ‘vloertegels’:

(…) huizen gaan van hand tot hand.
het alledaagse raakt verloren,
niemand weet nog hoe het was.
zij blijven getuigen
van de schroom bij een eerste zoen
tot het gedaver van een nachtelijk bombardement.

Hier is iemand aan het woord die zich bewust is van de idealen die hij heeft gekend, de liefdes die hij heeft beleefd, de zielspijn die hij heeft geleden. Glad sprekende politici hoeven niet te pogen hém iets wijs te maken. Even verder, in ‘late sneeuw’, lezen we: ‘(…) hij verzet geen stap, tuigt niet op, / en verschuilt zich zonder kracht. / in hem marcheren oorlogsdoden.’ Hier spreekt iemand die leed heeft gezien en begrepen, maar ook zelf heeft ondergaan. Niet pochend, maar uiterst fijnzinnig en subtiel geformuleerd. In ‘ommuurd’: ‘(…) hoor hoe het crescendo zijn stem / een toren bouwt vol onbegrip. / zij weet niet hoe de woorden te pareren.’

‘crisis’ laat iemand zien die terugkijkt op een getourmenteerd leven. Met berusting, hij is niet ontevreden, maar lijkt evenmin gelukkig:

onze kussen worden wakker als geschiedenis.
woorden blijven ingeprent, de hartpuls is voorbij.
liefde lacht nu achterstevoren.
we kijken met andere ogen,
voeren een strijd zonder rede of maat.
onze mantels blijven sneeuwen,
alles wordt wit.

De titel van de bundel is ook de slotregel van ‘het prille land’.

toen de verf was opgedroogd
bewoog zij niet meer en verstilde.
zij wachtte al zo lang op taal of teken,
wilde inschepen naar Cythera*
waar gedachteloze huid volstaat.

toen hij haar aansprak
vond ze geen woorden meer.
haar hoofd bleef onbewogen,
de seconden duurden lang.
ze schroeiden haar gesperde hertenogen.

het schip vertrok die avond nog.

*Cythera: eiland waar Venus geboren zou zijn. Zie ook het schilderij L’embarquement pour Cythère van Antoine Watteau (1717). Het beeldt een fête galante uit, een amoureus feest.

Die laatste regel doet onwillekeurig denken aan Slauerhoff die altijd in beweging was, steeds weer aanmonsterend, zijn leven lang niet in staat zich ergens te vestigen of te binden. Maar opvallend genoeg is dat niet de sfeer die de teksten in deze bundel oproepen. Die geven blijk van stevige wortels, diepgaande gevoelens.

De onderafdeling ‘wijkplaats’ bevat titels als ‘MRI’, ‘plotse hartdood’, ‘strooiveld’. Omineuze verwijzingen naar aftakeling en levenseinde. Naarmate de levensduur toeneemt heeft een mens niets meer van doen met voorbijgaande ongemakken als blaasontsteking of tenniselleboogjes ‘(…) schrik niet van het verval (…)’. Kwalen maken plaats voor aandoeningen: ‘(…) ieder woord een zoekwoord / voor wie niet vast in de beugel zit. / geen nood: elk verlies is voorgoed / verworven.’ Gaven de gedichten in de andere afdelingen blijk van een gerijpte geest, hier toont de dichter ons het aftakelen van zijn lichaam, misschien ook dat van zijn dierbaren. Aan de horizon tekent zich de eindigheid af van het leven.

Wat de dichter wil vertellen valt niet mis te verstaan, dat lijkt ook zijn intentie. Hij laat weinig open om tussen de regels in te vullen. Over het aflopen van een relatie: ‘(…) ook al wilde je een leven lang dat de hand die je zou reiken / zacht zou zijn, dat al wat je onder woorden bracht feestelijk / werd verpakt, soms ruigde de zee alles op, schuurde zo beuls / om zich heen dat je met weerzin liet varen wat je wou behoeden (…)’.

Slechts een enkele maal hult Bleys zich in nevelen, zoals in ‘zebra’:

midden in de nacht springt een zebra op de weg.
hij staat op zijn strepen, kan geen kant meer op.
ik zet hem op de achterbank en rijd huiswaarts
(…)
en toont mij zelfverzekerd
een diplomatiek paspoort. de foto is gelijkend.
ik scan de streepjescode. er volgt een boze smiley.
(…)
in zijn onderhemd stapt hij uit mijn wagen.
niemand zal hem zo herkennen, ook niet zijn beste vriend.

Bleys beschikt over een fonkelend arsenaal aan uitdrukkingen en vergelijkingen waarin hij zijn levenswijsheden vat. Hij excelleert in fraai taalgebruik zonder ermee te coquetteren. De bundel is prachtig vormgegeven, in een bijna vierkante rechthoek. Gezet in Elegant Garamond, een prettig lezende klassieker. Bleys vermijdt consequent het gebruik van onderkast, behalve bij eigennamen. De omslag wordt volledig ingenomen door een uitsnede uit Onschuldige knoopjes, een schilderij van Shuang Wu. Het beeld is ravissant, maar wat het oproept heeft weinig gemeen met de teksten. Dat laatste geldt ook voor de titel. De omslag is daarmee een bijzonder fraaie vlag die zich volkomen loswappert van een waardevolle lading.
____

Ludo Bleys (2023). Het schip vertrok die avond nog. Uitgeverij P, 64 blz. € 18,00. ISBN 9789464757040

     Andere berichten

Jan Kleefstra – Winterflarden

Jan Kleefstra – Winterflarden

De magie van poëzie door Maurice Broere - - Op de omslag van de bundel Winterflarden staat een vage afbeelding van wat ik vermoed dat het...

Marc Terreur – Ondersteboven

Kabbelend water door Hettie Marzak - - De titel van deze debuutbundel, Ondersteboven, is op zijn kop afgedrukt en gaat vergezeld van een...