LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Kennis in de poëzie – weten wij veel?

24 sep, 2023
door Willem Tjebbe Oostenbrink

 

Kun je je laten verrassen als je veel kennis hebt? Deze column gaat over weten en zich laten verrassen bij het lezen van gedichten. Hoe verhouden zich die twee zaken tot elkaar? Beantwoording van deze vragen leidde tot een zoektocht naar kennis in de poëzie en jurering van gedichten.

De aanleiding voor deze gedachten vormde het gedicht ‘En of het zo door kan gaan’ van Else Kemps, dat de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2015 won. Wat mij met name opviel, was de laatste zin in het gedicht, waarin iets over de Russische taal wordt gezegd: “Alles wat hij zegt is dat ‘lopen’ in het Russisch twee werkwoordsvormen heeft, afhankelijk van of men een bestemming heeft of niet.”
Toen ik de zin over de Russische grammatica las, bekroop mij het gevoel van een kip. Omdat ik dat niet wilde, heb ik over mijn arm gewreven zodat het kippenvel wegging. Wist je trouwens dat mijn tante in Canada en oom in Polen nooit kippenvel krijgen? En inwoners van Duitsland en Engeland ook niet? Mocht iemand nu denken dat je hier wel een gedicht over zou kunnen schrijven, dan zou ik antwoorden: Waarom niet?
Hoeveel gedichten er zijn, waarin grammatica van een andere taal wordt uitgelegd, weet ik niet. Maar de vraag hoe het mogelijk is dat een Nederlandstalig gedicht met een grammaticale kwestie van het Russisch zo gewaardeerd wordt, heeft mij wel beziggehouden. Ik heb de volgende antwoorden gevonden.

Een eerste verklaring is dat het Russisch een bijzondere en voor velen een onbekende taal is met vreemde klanken in cyrillisch alfabet met tekens die we niet goed kunnen lezen. In de tijd dat de Sovjet-Unie uiteenviel, spraken we in Nederland vaak van CCCP (vaak uitgesproken als See-See-See-Pee). Wat er in cyrillisch staat, is getranscribeerd SSSR.  Om zomaar een geheim van de Russische taal in een Nederlandstalig gedicht onthuld te krijgen, maakt indruk op lezers.
Een tweede verklaring is dat het niet om het Russisch gaat. Wat intrigeert aan de zin, is het nog niet eerder geopenbaarde idee, dat een werkwoord meerdere vormen kan hebben afhankelijk van de aanwezigheid van bestemming. Dit is een ingrijpende gedachte voor veel gebruikers van het Nederlands.
Ten slotte het idee, dat het niet zozeer om het gedicht zelf gaat, maar om de jury. Jury’s stellen bij de aankondiging van een gedichtenwedstrijd vaak: We laten ons graag verrassen. Ik begrijp dat je bij het lezen van een gedicht graag tot nieuwe inzichten komt, verdieping vindt en een andere invalshoek ontdekt. Maar of grammaticale kennis daar ook onder valt? Wat mij is opgevallen is dat jury’s die zich graag laten verrassen ook graag nieuwe kennis tot zich nemen.

De mogelijkheden op een rijtje zettend, vermoed ik dat het een combinatie van de laatste twee verklaringen is, waarom dit gedicht door de jury zo gewaardeerd werd. Een aantal jaren geleden hoorde ik dat een jury aangenaam verrast was door de uitdrukking MRIJ. Daar had de jury nog nooit van gehoord; het gedicht met die uitdrukking eindigde in de top 3. MRIJ verwijst naar Maas-Rijn-IJssel-vee, een roodbont koeienras uit het rivierengebied. Mij deed dit denken aan het boek Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld. In dit boek komen veel woorden voor uit de melkveehouderij. Technische landbouwtermen zoals dubbeldoelkoe worden verweven in zinnen met termen uit de popmuziek, cultuur en media. Zouden mensen zich hebben laten verrassen door de vele technische landbouwtermen in het literatuurboek? Voor de lezer die minder bekend is met de landbouw levert dit een scala aan nieuwe woorden en uitdrukkingen, die hun eigen ritme en cadans hebben.  Maar maakt dat de tekst er beter op? Redelijk goed bekend met landbouwzaken kwamen zulke zinnen bij mij af en toe gemaakt over.

Gedichten met taligheid vallen bij veel gedichtenwedstrijdjury’s goed. Maar hoeveel mensen met een opleiding Slavische talen (o.a. Pools, Oekraïens, Russisch, Bulgaars) in de jury, zouden een gedicht met informatie over Russische grammatica hoog aanslaan vanwege een strofe over twee werkwoordsvormen van ‘gaan’?
Jury’s kunnen dan wel waardering hebben voor zulke regels, maar voor mensen met een opleiding Slavische talen is het niets bijzonders. Behalve in de Slavische talen is in de Duitse en de Engelse grammatica ook meer aandacht voor doelgerichtheid en bestemming versus proces en handeling.

Zou er een verband kunnen zijn tussen het verrassen van een jury en het verstand hebben van de Russische taal, en wellicht van eigen taal? Mijn vraag is hier in hoeverre de afwezigheid van kennis het vermogen vergroot om verrast te worden?
Als dat zo zou zijn, dan lijkt het erop dat het zich laten verrassen hoger gewaardeerd wordt dan het hebben van kennis van zaken. Alsof deze elkaars tegenpolen zijn, zoals: ‘Oefen maar niet te veel, dan kun je beter improviseren’. Dit komt toch wel oppervlakkig en gemakzuchtig over. Mijns inziens gaan het vermogen om zich te laten verrassen en kennis goed samen. Met kennis meer verrassingen creëren en door verdieping zich verwonderen.

Dit alles heeft bij mij wel geleid tot de conclusie dat het geen pré is als een jury er prat op gaat zich te willen laten verrassen. Ik lees graag van jury’s die zich goed willen inlezen en voorbereiden op het jureren.
Een jury die talige gedichten hoog aanslaat, is prima, maar wat mij betreft beperken we ons tot de Nederlandse grammatica, spelling en stijlfiguren, zolang daar nog veel geheimen in te ontdekken zijn. Natuurlijk kan het geen kwaad als we ons tegelijkertijd blijven afvragen waarom een Pool en Engelsvrouw geen kippenvel krijgen.

 

afbeelding
https://webshop.zivier.com/consument/nederlands-grammatica-online-cursus

     Andere berichten

Klank en kleur van een taal

door Hans Franse   - Toen ik mij, nu 35 jaar geleden, wat definitiever had neergelaten in mijn Italiaanse ‘paese’, wist men in mijn...

Bij de rozen

door Rogier de Jong   ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’ zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was. Maar schrok, en...

Gedichten over lesgeven

door Ko van Geemert     Van jongs af aan heb ik geen doktertje maar onderwijzertje gespeeld. We hebben het over de jaren...