LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Peter Verhelst – Zabriskie

4 dec, 2023

Brille en bravoure

door Onno-Sven Tromp



Ik lepel het maar even op uit Wikipedia: ‘Zabriskie Point is een uitkijkpunt in het Death Valley National Park in Californië. Het is één van de heetste plekken op aarde en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft.’ Deze beschrijving geeft een passend beeld van Zabriskie, de nieuwste bundel van Peter Verhelst. De extreme omstandigheden in het Amerikaanse woestijndal maken bijna elke vorm van leven onmogelijk, maar tegelijkertijd vind je er het ‘pastelkleurige golvende duinlandschap’, dat juist iets zachts en liefelijks suggereert. Deze tegenstelling tussen venijn en troost kenmerkt ook Zabriskie en dat zorgt voor spannende poëzie.

Het lezen van de gedichten in Zabriskie voelt als het maken van een lange, verre reis. De bundel bestaat uit zeven secties, van ‘Voyage 1’ tot en met ‘Voyage 7’, met tussen die zeven woestijnreizen telkens een intermezzo in de vorm van een oase of fata morgana, gedichten waarin je als lezer een moment tot rust kunt komen. Tijdens de eerste reis hebben de gedichten nog een vaste vorm: vier strofen van respectievelijk vier, drie, twee en een regel(s). Tijdens de tweede reis hebben bijna alle strofen twee regels. En die tweeregelige strofen vind je ook verderop in de bundel terug, maar dan afgewisseld met ongevormde gedichten. De chaos neemt steeds meer toe.

Met zijn fysieke en zintuiglijke taal creëert Verhelst voor zijn reizen zeven verschillende droomwerelden, waarin alles kraakt en zingt, alles smacht en jankt. De mens en het landschap zijn in die werelden op alle mogelijke manieren met elkaar vervlochten en dat maakt het lezen van Zabriskie tot een totaalervaring. ‘Te mooi / om niet echt te zijn. Ooit moet en zal het / zichzelf geloven.’ schrijft Verhelst aan het eind van het openingsgedicht van de bundel.

De poëzie in deze bundel voelt een beetje als wanneer je te voet onderweg bent naar huis en er een auto vol uitgelaten feestgangers uitnodigend naast je komt rijden, en je in een opwelling besluit om mee te gaan naar het feest, terwijl je je eigenlijk verheugd had op een avond luieren op de bank. Als lezer krijg je daar geen spijt van, want in de gedichten stuit je op fonkelende stenen als ‘Het rondspattende in de bronsgieterij van de avondlucht.’ (p. 13), ‘Het wit tussen de vlekken van de sneeuwluipaard / is de ware vlek.’ (p. 43), ‘Op het middaguur gaat de hitte verticaal staan.’ (p. 54) en ‘We zijn een grot volgetekend met roodokeren, opvliegende vogels, / de geboorte van vlammen.’ (p. 79).

De sfeer in de bundel doet me denken aan het jaarlijkse festival Burning Man, dat in de veel gematigdere Black Rock Desert in buurstaat Nevada wordt georganiseerd. Ik ben er nooit geweest, maar heb er wel beelden van gezien. In de woestijn lijkt de afwezigheid van bijna alles tot een ongekende explosie van anarchie en creativiteit te leiden, en diezelfde energie vind je terug in Zabriskie. De desolate verlatenheid en de extreme omstandigheden in de woestijn weet Verhelst te vertalen in een vorm van schoonheid, voor wie die zien wil tenminste.

‘Nachtzwart’ (p. 44) is in wezen een atypisch gedicht, maar ik citeer het hier in zijn geheel. Het is afkomstig uit ‘Voyage 3 Naar het licht’. In veel van zijn gedichten strooit Verhelst met witregels, terwijl dit gedicht juist één massief blok vormt. Dat sluit mooi aan bij de ‘monoliet’ uit het gedicht. ‘Nachtzwart’ is een goed voorbeeld van hoe treffend de dichter zijn plastische taal inzet, in dit geval om de kleur van de diepste duisternis te beschrijven. Misschien was het gedicht nog sterker geweest als hij het gebruik van het woord ‘zwart’ in het hele gedicht had vermeden, al werkt het telkens terugkerende woord ook bezwerend.

Nachtzwart

Het zwart in de pupil van de sneeuwluipaard, het zwart
in kralen onyx, toermalijn, obsidiaan. In melaniet.
In de kaviaarglans van de nacht.
Steenkoolglinstering. Kristallen. Mineralen. In een nacht
vol duizelingen – nacht op mespunt, poedernacht,
nacht uitgestrooid – geknield, op handen en op knieën
aan de slag gegaan, aangebracht, uitgewreven, ingewreven,
geïmpregneerd, alle poriën gevuld en gladgeboend. Nacht,
wees basaltrots in de oliezwarte zee. Wees asfaltmeer
als hart van een gitzwart woud. Van de leisteenvlakte niet
de lagen, de barsten, maar het gat. Nacht, zwarte kracht,
van welke god de woede, plaag en razernij? Muur van zwart
water. Nacht, vleermuiswolk. Lenige nacht. Zwart vaandel
dat zich trots ophijst. Zwarte monoliet die voor de zon schuift.
In dit aardedonker, in dit eindeloze. Eindelijk een rode-ogen-nacht.
Die één-keer-in-het-leven-nacht. Lichaam, juich!

Het meest fascinerende deel van de bundel vind ik ‘Voyage 2 Naar Goudberg’, misschien omdat daarin veelvuldig sprake is van een ‘je’. Die tweede sectie bevat de meeste gedichten (twaalf van de in totaal tweeënveertig) en lijkt door die aanwezige ‘je’ hoop te bieden. In die sectie lijkt het leven zich ondanks alle onbarmhartigheid van de woestijn te kunnen handhaven. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld in ‘Voyage 4 Naar de zingende bergen’, waarvan het tweede gedicht op pagina 61 begint met de schrijnende regels ‘Eenzaamheid is een gevlekte pels die je ligt / te bespieden met de kop op de voorpoten.’ In dat gedicht komen we trouwens ook die nacht uit het hierboven geciteerde gedicht nog even tegen: ‘Over de bergtoppen zwart glas, zwarte zon, zwarte zaadwolken / als sprinkhaanzwermen over de wereld uitstortend.’

Ik weet niet meer waar ik destijds Verhelsts bundel Wij totale vlam uit 2014 vandaan viste, maar sindsdien ben ik stiekem een fan van zijn poëzie. In die bundel bezingt hij op geheel eigen wijze de liefde, en nu bijna tien jaar later blijken zijn gedichten niets aan zeggingskracht te hebben ingeboet. Ze zijn eerder nog intenser en overweldigender geworden.

Voor wie in staat is om met Verhelst mee te gaan op zijn reizen, is Zabriskie zeker een aanrader. De dichter weet met brille en bravoure overal poëzie van te maken. Gevoelens als pijn en uitputting weet hij op een pakkende en slimme manier om te buigen tot aangename sensaties. Hiermee lukt het hem om de spanning tussen leven en dood continu vast te houden, zijn poëzie zakt nooit in. In de vervreemdende, vaak dystopische gedachtewerelden lonkt het avontuur. Het is niet voor niets dat Verhelst voor zijn poëzie is overladen met prijzen. Als je de ene expeditie hebt voltooid en even op adem hebt mogen komen bij de ‘vloeibare spiegel’ van een oase, wil je meteen weer mee op een volgende ontdekkingstocht, steeds dieper de woestijn in.
____

Peter Verhelst (2023). Zabriskie. De Bezige Bij, 128 blz. € 22,99. ISBN 9789403132716

     Andere berichten

Maria de Groot – Klokkenstoel

Maria de Groot – Klokkenstoel

Het voorgeschrevene en zijn afwijkingen door Ivan Sacharov - - Maria de Groot (1937) heeft als Nederlands schrijfster en theologe een...

Guido Gezelle – De kleine Gezelle

De kleine kaart door Peter Vermaat - - Gezelle. Voor een ‘Ollander van boven de rivieren blijft die naam voornamelijk kleven aan een paar...

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

De grootsheid van kleine dingen door Hettie Marzak - - Op Wikipedia wordt uitgelegd wat kamermuziek is: ‘muziek voor kleine, enkelvoudige...