LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Zoë van de Kerkhof

11 jan, 2024

‘Juist de kleine dingen die we in het alledaagse zien vind ik poëzie.’

door Alja Spaan

 

Zoë van de Kerkhof schrijft al van jongs af aan verhalen en gedichten. Na haar studie Culturele Antropologie leerde ze fotograferen en ging ze vaak op reis om beeldverhalen vast te leggen. In haar eerste foto-expositie “Is de wereld zachter gaan praten?” waren de gedichten van Willem Wilmink en Toon Tellegen een belangrijke inspiratiebron. Ook in haar latere exposities zien we de passie voor poëzie en taal terug.
Sinds april 2022 is ze met veel plezier en liefde stadsdichter van Leiden en dicht ze in binnen en zelfs soms in het buitenland. Ook heeft ze het Groot Gouds Stadsdichtersgala gewonnen in oktober 2023. Haar grootste inspiratiebron is haar zoontje van 3 jaar. Zijn kijk op de wereld is nog zo puur.

foto © Eelkje Colmjon

 

Het eerste wat je opvalt als je op je site terechtkomt is dat je over jezelf zegt ‘schrijft met licht’. Daarbij is ook een lichte foto te zien met daarop een enthousiast en vrolijk mens. Breng je licht of ervaar je zelf dat licht als je schrijft? Of slaat dat licht op de foto’s die je maakt?
Fotografie betekent ‘schrijven met licht’. Jarenlang ben ik (straat)fotograaf geweest.
Toen ik nét begonnen was met fotografie, ben ik met mijn camera en een dichtbundel van Willem Wilmink naar Spanje gegaan. Ik gaf mijzelf de opdracht om een gedicht om te zetten in beeld. Zo leerde ik fotograferen. In mijn latere foto-exposities gebruikte ik ook veel tekst.
‘schrijven met licht’ gaat zowel over mijn liefde voor fotografie als de liefde voor het schrijven.

Kun je over alles schrijven of ervaar je soms ook gene?
Ik ben nog niet in een situatie gekomen waarin ik iets niet durfde te schrijven. Ik merk wel dat ik blokkades heb. Vorig jaar vond ik het bijvoorbeeld lastig om een gedicht te schrijven voor wereldlichtjesdag. De dag dat ouders/familie hun overleden kinderen herdenken. Ik wilde nee tegen deze opdracht zeggen. Ik durfde namelijk niet te schrijven over mijn allergrootste angst. Toch vind ik dat ik er als stadsdichter voor iedereen moet zijn. Ik heb nog nooit zoveel gehuild bij het schrijven van een gedicht. Het was zeer confronterend. Uiteindelijk ben ik wel het meest trots op het resultaat.
Ook dit jaar kreeg ik een opdracht waar ik een blokkade voelde. Een gedicht schrijven voor nabestaanden van familieleden die hun lichaam aan de wetenschap hebben gedoneerd. Een heftig onderwerp. Na onderzoek en verschillende gesprekken ben ik gaan schrijven. Bij het voordragen voelde ik het verdriet in de zaal. Mijn woorden raakten de mensen echt. Dit was een van de ontroerendste momenten van afgelopen jaren.
Ik dacht dat ik niet over zulke onderwerpen zou kunnen schrijven. Nu blijkt juist dat deze onderwerpen mij ‘dwingen’ om heel kwetsbaar te zijn.

 

Het liefelijke weten

Mijn liefelijk lijf
heeft het begeven
mijn liefelijk lijf
is gestopt met wandelen
naar plekken waar ik ooit heb lief gehad

Mijn liefelijk lijf
Mijn liefelijk lijf
Mijn liefelijk lijf
geef ik aan de wetenschap
om ze te verrijken met kennis

Zo zullen ze
de dokters van de toekomst
aan mijn lijf zien
hoe de rimpels van mijn huid
een vertekend beeld geven
maar wel tekenend zijn
voor wie ik ben
wie ik was
dansend met de tijd mee

Wie weet horen ze
bij het bestuderen van mijn
trommelvliezen
de melodieën van een goed lied

Of kiezen ze juist
om in mijn ogen te kijken
en zien ze
wat er op mijn netvlies gebrand staat
hoe mijn tranen
een verhaal vertellen
over de schoonheid
van het alledaagse
over het lelijke
Ja ook over het lelijke

Misschien ontdekken ze
hoe de eenzaamheid
zijn intrede deed
omdat ik de woorden
niet meer begreep
die ik zo liefhad

Ze mogen een open zenuw blootleggen
zodat ze voelen waar de pijn zat
Ze mogen mijn huid lezen
de poriën als morsecodes
de littekens als een daad van verzet
de moedervlekken ontcijferen als
hiërogliefen, raadsels

Ze zullen elke zin ontleden
en mij lezen als een goed boek
ophemelen als een gedicht

Jij zult versteld staan
over wat ík
nog te vertellen heb

Mijn liefelijk lijf
Mijn benen, mijn heup, mijn voeten,
mijn vingers, mijn schouders,
mijn hart
geef ik
aan de wetenschap
zodat ze kunnen worden omarmd
door de dokters van de toekomst

Maar wees gerust
mijn liefste
wees gerust
mijn ziel blijft bij jou

Als stadsdichter van Leiden ben je natuurlijk ook verplicht tot bepaalde thema’s of deadlines. Past dat wel bij je?
Afgelopen jaar kreeg ik bijvoorbeeld een opdracht van de Gemeente Leiden om te schrijven voor een campagne om huizen te isoleren. Ik moest wel lachen toen ik de mail ontving. Hoe komen ze nu toch bij een dichter terecht!? Ik ging het gesprek met ze aan en het bleek een supertoffe opdracht te zijn. Ik heb maandenlang YouTube-filmpjes gekeken over het isoleren van huizen. Grappig om dit onderwerp te bekijken met een poëtische blik. Ik noem het stadsdichterschap soms ook wel (met een knipoog) een LOI-cursus. Je duikt steeds in een nieuw onbekend onderwerp waar je nooit eerder aan gedacht hebt om over te schrijven. Ik vind dat echt heel tof en leerzaam!
Over de deadlinesja ik merk dat het na anderhalf jaar stadsdichterschap pittig is. Je moet altijd presteren en creatief zijn. Dat is wel moeilijk. Je hopt van opdracht naar opdracht. Ik heb geleerd om vaker nee te zeggen tegen een opdracht. Na anderhalf jaar merk ik dat ik zuiniger met mijn energie zou moeten doen.
Of het bij mij past? Ja het stadsdichterschap voelt echt heel goed. Tegelijkertijd is het hoppen van deadline naar deadline, zoals ik al zei, niet helemaal aan mij besteed. De diversiteit aan onderwerpen blijkt (tegen mijn eigen verwachting in) veel beter te passen.

Vind je dat een dichter een maatschappelijke rol heeft? Verantwoording?
Ik vind dat iedere dichter zelf moet bepalen waarover hij/zij schrijft. Voor mij vind ik het belangrijk dat poëzie, schrijven, kunst toegankelijker wordt. Let op, ik bedoel niet dat het makkelijker moet worden, of simpeler. Er zijn mensen die bijvoorbeeld zeggen ‘kunst is niks voor mij’. Deze mensen wil ik juist bereiken. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door een cursus aan te bieden of juist door poëzie voor te dragen. Ik hoop als stadsdichter mensen te bereiken die normaal gesproken dachten dat ze er niet zo mee bezig waren.

Als je een opdracht krijgt, duik je er helemaal in en bereid je je terdege voor. Levert dat altijd iets op of zit er ook wel eens een opdracht tussen die je niet kunt of wilt vervullen? Met andere woorden, doe je concessies?
Nog niet van toepassing geweest. Ik heb wel tegen verschillende opdrachten nee gezegd. Dat was uit tijdsgebrek.

De 4 mei herdenking, de Keti Koti herdenking, straks het Leidens Ontzet, zijn dat allemaal begrippen waarmee je bent opgegroeid?
Nee, Keti Koti is echt een onderwerp waar ik weinig mee bezig was. Ik heb culturele antropologie gestudeerd; geheel onbekend was het niet. Ik was mij alleen niet zo bewust van de ‘lading’ van het onderwerp. Het was confronterend, leerzaam en mooi om over te schrijven.
Leids Ontzet is natuurlijk echt een Leids feestje. De eerste keer dat ik tijdens Leids Ontzet mocht dichten vond ik wel een van de spannendste momenten van afgelopen jaar als stadsdichter. Als een Brabo met een zachte G gaat dichten over het Leids Ontzet, wordt dat wel geaccepteerd? Maar het publiek was zo warm en liefdevol!! Ze waren trots dat ik al twintig jaar hier woon en speciaal een gedicht had geschreven. Ja dat zijn wel heel mooie momenten. Dat was ook het moment dat ik het Leids Ontzet voor het eerst echt begreep. Het is zoveel meer dan een feestje.

Kun je je herinneren hoe je met poëzie in aanraking kwam?
Mijn moeder nam ons regelmatig mee naar de bibliotheek en daar leende ik boeken. Een van mijn lievelingsboekjes was ‘Ik was de zee’ van Ienne Biemans. Prachtige versjes voor kinderen. Ik leende het regelmatig. Jaren later kocht ik het. En nu, elke avond als ik mijn zoontje naar bed breng, draag ik dat gedichtje (ik was de zee) aan hem voor.

Je geeft een onlinecursus Beeldtaal bij het LAK (volwassenonderwijs). Wat is de link tussen kunst en poëzie of is poëzie gewoon kunst en andersom?
Deze cursus staat voorlopig even op pauze in verband met tijdsgebrek. Poëzie is absoluut kunst voor mij en in heel veel kunst zit ook poëzie. Voor mij was de stap om poëzie en fotografie te combineren/mixen dan ook vanzelfsprekend.

 

Kus me met kunst

In de vingers van de oude man
zat de kracht niet meer
om anderen aan te moedigen
de traagheid van het bestaan
bracht hem verveling
hij trok zich terug
en voerde een strijd met de tijd
is er meer? vroeg hij

Op een blaadje tekende hij een boom
waar hij nooit een schat had begraven
maar waar hij zijn eerste schat had gekust
het bracht kleur in zijn leven.
Liefde.

Op de zijkant van de krant
tekende hij oorden
waar hij ooit had gedanst.
De tango.

Op de achterkant van een envelop
de landen
waar hij gereisd had
Australië. Vietnam.

En op de muur tekende hij het meisje
dat hij gister zag lopen

Het meisje
voorovergebogen
keek ze naar de grond
het leek of daar haar redding lag
dat de ordening van de straatstenen
haar chaos kon wegnemen

Zo nu en dan keek ze op
verscheen er een glimlach
en maakte ze een foto
van de reiger wachtend op een visje
van de parkiet zonder haast
de zwaan, alleen, zoekend
en van de jongeman op het balkon

Hij tikte met zijn vingers op de reling
hij tapte met zijn voeten op de grond
hij klapte, zocht naar muziek
naar het ritme van het bestaan
en verloor de tijd

Ik heb een lied geschreven
zei de jongeman plots
de muziek galmde door de straten
het meisje begon te dansen
ik heb gedanst zei het meisje
ik heb een verhaal getekend
zei de oude man

Ze kusten de kunst
omhelsden de verwondering
omarmden het creëren

Ze schilderden,
ze tekenden,
ze zongen,
ze vuurden,
ze lachten,
vergaten en ontspanden

Ja! zeiden ze
er is meer.


Op de site van AlphenArtEvent lees ik dat Wilmink en Tellegen inspiratiebronnen waren. Heb je nog meer voorbeelden?
Ramsey Nasr, Toon Hermans.
De laatste jaren ben ik natuurlijk meer dichters tegengekomen op podia. Maria Barnas en Gershwin Bonevacia zijn mij het meeste bijgebleven. Gershwin weet heel goed zijn verhaal te vertellen. Zeer krachtige performance.
En Maria omdat ze ongelofelijk oprecht is. Zo puur staat ze te dichten. Zonder ego, zonder interessant te doen. Ja, ik vind het echt een verademing om haar te zien.
Ik stoor mij namelijk regelmatig in de poëziewereld (ook in de muziek- en kunstwereld) aan de ego’s die er rondlopen. Mensen die zich verheven voelen. Kunstenaars zoals Maria en Gershwin zorgen echt voor een mooie balans.

Hoe belangrijk was je studie Culturele Antropologie voor je? En hoe reageerde je omgeving toen je voor het schrijverschap en de fotografie koos?
Antropologie is een fantastisch mooie studie. Ongelofelijk veel geleerd en veel van de wereld gezien. Het is een basis, een bagage, een kijk op de wereld die je altijd meeneemt.
Tijdens (mijn studie-) reizen schreef ik al reisverhalen en langzaam leerde ik ook fotograferen. En van jongs af aan ben ik al met gedichten, theater en verhalen bezig. Bij mijn stadsdichterschap komen mijn passies allemaal mooi bij elkaar.

Is een workshop geven te vergelijken met een optreden? Wat geeft het interactief zijn je? Hoe belangrijk is reactie vanuit het publiek?
Ik ben jarenlang docent maatschappijleer geweest en ik geef ook workshops in fotografie en schrijven. Lesgeven is inderdaad een vorm van optreden. Het grote verschil is alleen dat je bij een optreden veel kwetsbaarder bent. Het is jouw gedicht, jouw verhaal, jouw gedachtes, gevoelens die je deelt met een zaal. Aan een stel pubers uitleggen hoeveel zetels de tweede kamer heeft is dan een stuk makkelijker.
Ik had de grootste lol met mijn pubers; juist omdat het zo interactief was. Maar ook interactie met het publiek is heel belangrijk denk ik. Soms draag ik voor en moet het publiek ineens lachen zonder dat ik met opzet grappig probeer te zijn. Dat vind ik mooi. De wisselwerking tussen de dichter en het publiek vind ik bijna magie. Regelmatig voel ik echt het vuur en de passie in mij, als ik merk dat mijn gedichten in de zaal landen. Ik draag mijn gedichten ook liever voor, dan dat ik ze op papier laat lezen.

 

In The Cloud

Ik zag een man met een rode ballon
een diepe buiging maken
zonder zijn ogen te knipperen
zei hij:
Welkom! Welkom!
U bent gearriveerd
in de wolken der liefde
neemt u plaats

Ik nam plaats
ik kreeg een bril
3D roze

Mollige modieuze engeltjes
huppelden rond
snippers met lieve woorden bliezen
door de lucht
ik heb je lief
je schoonheid is oorverdovend
je stem is verblindend
of iets in die trant

Korrels van houden van werden gestrooid
op kunstzinnig groen gras
de zandbak van illusie
kreeg zacht strandzand
vrijpartijen werden tot
de laatste snik afgerond

Rondingen van lust vulden de ruimte
een man brulde van overgave
en iedereen verloor zich
zonder een moment van twijfel

U mag de wolken der liefde weer verlaten
zei de man met de rode ballon plots
de voorstelling is afgelopen
de ballon is leeg

Ik stond op
stapte van de wolk
deed mijn bril af
en zag

Grauw groen
ramp roze
zwavel zwart
Dag liefde, zei ik
Dag liefde, vaarwel.


Ligt de kunst op straat? Zit er poëzie in het alledaagse?
Daarom hou ik zo van Willem Wilmink; het alledaagse verheft hij tot kunst. Juist de kleine dingen die we in het alledaagse zien vind ik poëzie.  Mijn zoontje is drie jaar en hij laat mij ook elke dag weer poëzie zien in het alledaagse. Zijn verwondering voor alles wat nieuw en mooi voor hem is.

Is er kontakt tussen de stadsdichters onderling? Anders dan bij het Stadsdichtersgala en de wedstrijd voor het beste stadsdichterschap? (Met in de jury een Meandermedewerker)
Er is jaarlijks een stadsdichtersdag (iets anders dan het gala). Dat is echt een hele fijne dag waar we elkaar beter leren kennen. Een fijne groep mensen. Ik heb ook goed contact met Marianne van Velzen, de voormalig stadsdichter van Leiden. Zij geeft soms advies als ik vastloop op praktische dingen rondom het stadsdichterschap.

Wat vind je sowieso van de combinatie poëzie en wedstrijd?
Daar ben ik een beetje ambivalent in. Door een wedstrijd ben ik stadsdichter geworden, door een wedstrijd heb ik meer bekendheid in de fotografie gekregen (het winnen van de NRC- fotowedstrijd). Het heeft mij dus veel en ver gebracht. In de tussentijd dat dit interview werd aangeboden heb ik het Groot Gouds Stadsdichtersgala gewonnen; ook hier weer een onverwachte en een geweldige belevenis.
Aan de ene kant opent het heel veel deuren. Aan de andere kant blijf ik het moeilijk vinden om kunst met kunst te vergelijken.

 

 

     Andere berichten

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...

Interview Frank Pollet

Frank Pollet acht het zijn plicht   door Marc Tiefenthal   Zowat zes jaar geleden maakten de lezers van Meander kennis met de...