‘Poëzie is zo nuttig voor een mens om mee bezig te zijn, of je haar nu schrijft of leest.’
door Alja Spaan
Hoe zou je je aan onze lezers voorstellen?
Hoi! Mijn naam is Britt en sinds 2023 schrijf ik poëzierecensies voor Meander. Ik heb de bachelor Nederlandse Taal en Cultuur gevolgd en studeer momenteel de onderzoeksmaster Arts, Media and Literary Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar verdiep ik me in het onderzoeken van moderne Nederlandse literatuur. Ik specialiseer me in queer en feministische theorie en Young Adult literatuur. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in klimaatfictie, postkolonialistische literatuur en medialiteitstheorie. Natuurlijk ben ik ook dol op poëzie!
foto © Esmée Corporaal
Hoe ben je bij Meander terechtgekomen? En wat doe je bij Meander?
Afgelopen jaar ben ik door mijn toenmalig docent dr. Mathijs Sanders benaderd met de vraag of ik het leuk zou vinden om recensies te schrijven voor Meander. Ik kende de site nog niet en na een kijkje te hebben genomen zei ik enthousiast ja! Nu mag ik elke twee maanden een poëziebundel recenseren voor Meander en dat doe ik met ontzettend veel plezier.
Wat vind je leuk aan deze klus?
Ik houd ervan om een reeks gedichten helemaal uit te pluizen en daarover met anderen in gesprek te gaan. Meander geeft mij de kans om gedachtes met andere mensen te delen, die anders in mijn hoofd zouden blijven rondzweven.
Kun je je herinneren hoe je met poëzie in aanraking kwam?
Ik weet dat ik al vroeg in mijn leven met poëzie in aanraking ben gekomen, maar het was pas tijdens mijn bachelor Neerlandistiek dat ik leerde hoe lovend en prettig het kan zijn om de tijd te nemen om een gedicht helemaal uit te pluizen en bovenal het met andere mensen erover te hebben. Poëzie stelt mensen in staat om op een hele bijzondere manier om te gaan met taal, waarbij je veel bewuster nadenkt over de woorden die je kiest en de boodschap die die woorden over kunnen brengen.
Wat vind je van het poëtisch klimaat in ons taalgebied? Is een Dichter des Vaderlands eigenlijk nodig? En stadsdichters?
Ik denk dat ik een beetje in een bubbel leef wat betreft het poëtisch klimaat, aangezien ik heb gestudeerd met veel poëzieliefhebbers en bij de literaire vereniging Flanor nog meer van hen heb ontmoet. Toch denk ik dat een Dichter des Vaderlands en stadsdichters belangrijk zijn, omdat deze functies ervoor zorgen dat poëzie ook waar te nemen is voor mensen die er misschien minder vanuit zichzelf mee bezig zijn. Poëzie is zo nuttig voor een mens om mee bezig te zijn, of je haar nu schrijft of leest. Het stelt je in staat om de Nederlandse taal op heel andere manieren te gebruiken dan in het dagelijks leven en het is een prettige wijze om je eigen gedachtes over bepaalde onderwerpen beter te ontdekken. Functies zoals de Dichter des Vaderlands en stadsdichters zorgen ervoor dat meer mensen de kans krijgen om dat te ontdekken.
En wat betreft je eigen werk?
Ik zie mijzelf als hobbydichter. Ik vind het prettig om gedichten te schrijven, maar ik doe het niet vaak. Het is een bijzondere manier om je gedachten te verwerken. In gedichten kan ik dingen verwoorden die ik niet zo direct kan zeggen. Ik ben ook wel wat terughoudend met het delen van mijn werk.
–
dubbelzijdig eiland met
geschiedenis
eiland met geweld en
vrees
maar ook met bolderkarren
–
met bulderende bolderkarren richting het strand op een dag
een warme dag met blauwe lucht en zeemeeuwen die op de broodkruimels uit zijn
maar ook
–
zeemeeuwen boven de zee
de woeste kwade zee
de zee die bruist met golven en
toeristen
de zee die eeuwig het eiland omringt en verzwelgt
de zee
–
de zee met zwembroeken, badpakken, huid
groen, roze, paars, blauw
grijs
de grijze zee vol kolkend wit schuim
de grijze zee vol
–
de zee die het eiland doet beven
bewegen
elke dag ietsje opzij
het eiland dat bruist
dat leeft
dat eiland
–
met betonnen blokken bezaaid eiland
als littekens
van piercings die tegen de wil in geplaatst zijn en eruit gehaald
de lege gaten die overblijven en inmiddels niet meer dicht kunnen groeien
–
de poging om het gat te vullen
vulling van toeristen
van zwembroekjes, verrekijkers, fotocamera’s
één flits
de geschiedenis ligt vast
–
© Britt Corporaal, 16 juni 2022
–
voor jou hechtte ik waarde aan zaken als trots
deze zomer richt ik me op de appelboom die groeit op mijn balkon
de vruchten zuur klein gekneveld
–
een hart klopt gedurende een leven (gemiddeld gemiddeld) drie miljard keer
–
ik denk dat het tijd voor een vertaalslag wordt
de wind is het met me eens
bomen gaan liggen van braaf goed zo
en het landschap deunt haar doffe bas
–
er vliegen vogels op
groene veren blijven knallend achter in het ontkleurde gras
–
niet omkijken nu
alles wat vergaat ligt achter ons
zinkgaten en zinkgaten
slokken ons kleine universum op
ik lik het zout van mijn lippen
–
© Yentl van Stokkum, uit Winterbloeiers, Hollands Diep 2023
–
Hoe we plat op de buik door het zonnestelsel kruipen,
geen terugweg meer in het kielzog van een hond
die de kruimels oplikt recht voor onze neus.
Dezelfde wetten gelden overal, ook sterren
zijn óf dwerg óf reus.
We noemen de grote beer en de kleine beer
alsof taal ze ooit kan temmen.
–
Ik ben zo één met jou in mijn verval.
Laat me het uniform van mens van je lichaam scheuren.
Laat me de zware helm van je schedel lichten.
Vergun me om je naar de uitgang te leiden.
Ik zal de stenen onder je voeten zacht kneden.
Ik zal de bochten op je pad met mijn blote handen rechten.
–
Als je door de deur stapt, weet dat we alle lichten aan laten in huis
en dat niemand zich te slapen legt tot je aangekomen bent,
daar waar je betekenis verschuift.
We bedekken onze oren wanneer je door de geluidsmuur breekt
met een onnoemelijke knal.
–
De woorden, de verhalen, het aanhoudende vechten,
mijn appél op het heelal.
Het gaat niet over mij maar over jou en jou en jou
maar over jou vooral.
–
© Sofie Verdoodt, uit Anker Kruis Hart, Poëziecentrum, 2023