De taal omhelst kleine ontmoetingen
door Tom Veys
–
–
Ik mis je van dichtbij het meest is een beeldenboek, zowel op het vlak van de taal als de tekeningen. Letterlijk en figuurlijk vullen elkaar aan. De kunst zit erin dat Iris Le Rütte wellicht veel mensen kan aanspreken op een fijnzinnige toon.
Iris Le Rütte (1960) is een beeldend kunstenaar en dichter. In 2015 verscheen haar succesvolle debuutbundel Ik dicht je bij me met tekeningen en poëzie. Haar nieuwe bundel Ik mis je van dichtbij het meest is een vervolg daarop. Wellicht is deze bundel geschikt voor verschillende leeftijden. De bundel is stijlvol uitgegeven door Uitgeverij Metamorphose. Gedichten en tekeningen van Iris Le Rütte verschenen al eerder in boeken en kranten, zoals NRC en in tijdschriften, zoals Hollands Maandblad. Haar beeldenwerk is te zien in de vaste collecties van het museum Beelden aan Zee (Scheveningen) en het Museum Kranenburgh (Bergen, Noord-Holland).
In deze bundel keek ik vaak eerst gefascineerd naar de tekeningen. Daarna las ik met graagte het bijpassende gedicht dat een nieuw perspectief aanbiedt. De tekeningen in de bundel zijn figuratief en bevatten vrijwel altijd twee elementen die met elkaar worden gecombineerd in één tekening. Het staat vast dat Iris Le Rütte je kan meetrekken in een verhaal. Daarbij hanteert de dichter een toegankelijke taal. De taal omhelst kleine ontmoetingen.
–
Aarde. Modderland.
Helblauwe spiegelplassen.
Het lot speelt om onze voeten
in wit winterlicht. Alles
blijft gebeuren.
–
Stap voor stap gaan we
vooruit, achteruit
armen open, zon vangen.
Niet, niet
vergeten.
In het gedicht ‘Vandaag’ komt het taalspel tot leven in onder andere ‘wit winterlicht’ met een alliteratie en een assonantie. Er zit bovendien een enjambement in ‘Stap voor stap gaan we / vooruit, achteruit’. De gedichten in deze bundel zijn over het algemeen vrij kort en hebben oog voor herinneringen. De tekeningen ernaast laten zich ontdekken door de gedichten. Zoals in een ‘poetic novel’, naar de ‘graphic novel’, worden woord en beeld versterkend gecombineerd. Op het vlak van de taal opent Iris Le Rütte beelden in eenvoudige versstructuren. De stijl van de kleuren in de tekeningen en de zachte belijning sluiten trouwens goed aan bij de schrijfstijl van de dichter. Ze roepen een gevoelige sfeer op. De dichter gebruikt sterke personificaties, dit zijn goede middelen om de beleving te verhogen. In ‘Landschap’ komen bijvoorbeeld de grassprieten, het water en het landschap tot leven. De natuur speelt overigens een grote rol in verschillende gedichten.
–
De grassprieten knikken even
tegen de wind en knipperen in het licht
als wimpers. Het water slikt
wat water weg.
–
Dauw kruipt langs
een blad omlaag
en valt in de aarde.
–
Zie, dit landschap
heeft verdriet.
Sommige zinnen in de gedichtenbundel zijn poëtisch in hun eenvoud, zoals: ‘Je moet veranderen / om hetzelfde te blijven / zei je.’ Of in ‘Ontmoeting’: ‘Hoelang duurt verlies / tot het verloren geraakt?’ Deze zinnen blijven hangen, openen deuren. De eenvoud in de gedachten vinden dus een weg in de taal, zoals het sterke: ‘En ’s middags steek ik / voor ik wegga / het licht vast aan // zodat ik / niet alleen / thuiskom.’
Ongeveer in het midden van de bundel staat: ‘Het licht / tussen ons wil plots / ontsnappen.’ Dat klopt, het licht komt tevoorschijn in suggestieve tekeningen, die uitgewerkt zijn in zachte kleuren, in rood en zwart. In veel gedichten komt ook het woord ‘licht’ voor. Associatief wordt aan de slag gegaan met licht, de schaduwzijde krijgt daarbij een plaats. Iris Le Rütte verwoordt het licht als volgt: ‘Het jaagt uiteen wat het aanraakt / en maakt waanzinnig, zoals ook wij / dronken werden van het licht.’
In een tijd waarin prozagedichten sterk toenemen, kan deze bundel een andere invalshoek brengen. Helder en uitnodigend en met een blik op bespiegelingen sluiten woord en beeld bij elkaar aan. Zo is Ik mis je van dichtbij het meest een dubbelwerk. Beeld en woord spreken trouwens elkaar aan. De verschillende beelden zorgen voor impulsen, nieuwe invalshoeken, zoals het beeld van een vrouw met vleugels, een man met takken als handen, twee paarden die elkaar omhelzen en samen vier benen hebben, een beeld van een zwarte vogel op een huis, een roos nabij een muur, een vlinder met damesbenen, in een bepaalde tekening wordt een persoon deels in een druppel getekend. De tekeningen zijn eigenlijk poëzie op zich. Het minimalisme in de kleuren en het suggestieve onderstrepen dit.
Dichter Iris Le Rütte speelt ook graag met binnen en buiten. De buitenkant, de natuur heeft een invloed op haar gedachten en omgekeerd vindt dit ook plaats, dit wordt duidelijk in het gedicht ‘Kastanje’. De kastanje groeit voorzichtig naar binnen. Op het einde vertakt de dichter, de mens. Er is opnieuw ruimte.
–
Eens zal hij op zijn knieën gaan
en wringt zich door het raam naar binnen.
Voorzichtig langs de tafel, stoel en boeken
–
die hij een voor een verschuift. Op zijn
bladervoeten kruipt hij langs de wankelende
vaas met bloemen en wanneer hij de hele
–
kamer heeft gevuld, legt hij zijn ruisende
kruin in mijn schoot. De muren van het huis
verzachten. Ik wil overal vertakken.
De beelden in Ik mis je van dichtbij het meest creëren letterlijk en figuurlijk een nieuwe wereld waarbij gemis in een ander perspectief wordt gezet. Het slotgedicht ‘Altijd’ spreekt hierin boekdelen, het gedicht bestaat uit drie korte versregels: ‘Ik miste je / al voordat ik / je kende.’ Naast dit korte gedicht staat op de volgende bladzijde een lichaam met een bloem als hoofd.
De dichter Iris Le Rütte is een tekenaar en de tekenaar is een dichter. Taal ontsluit voor een deel de beelden, de gedichten bieden aan de ene kant een invalshoek, aan de andere kant spreken ze over het gevoel en de mens. ‘Steeds weer zoek ik nieuwe redenen / om de liefde te verklaren, of de dood.’ Zo is de dichter aan het woord.
____
Iris Le Rütte (2023). Ik mis je van dichtbij het meest. Uitgeverij Metamorphose, 128 blz. € 26,50. ISBN 9789061314479