LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Bart Koubaa – De verliefde engel

14 jun, 2024

Uit onmacht geboren

door Onno-Sven Tromp




De verliefde engel is de tweede poëziebundel van Bart Koubaa (schrijversnaam van de Belgische zanger en schrijver Bart Van den Bossche). Al in 1988 debuteerde hij onder zijn eigen naam als dichter met In de wolken staat Icarus, die verscheen bij de kleine uitgeverij Dilbeekse Cahiers. Sinds 2000 is Koubaa vooral romancier en recentelijk publiceerde hij een bundel essays. Van 2012 tot 2015 was hij lid van de redactie van literair tijdschrift De Revisor. Je kunt je afvragen waarom hij nu, na zo’n vijfentwintig jaar literair actief te zijn geweest, pas met zijn tweede dichtbundel komt. Het antwoord op die vraag lijkt gelegen in een soort samenloop van twee bijzondere gebeurtenissen in zijn leven.

De eerste bijzondere gebeurtenis is een bezoek dat Koubaa met zijn gezin in 2022 bracht aan het hoofdgebouw van de Verenigde Naties in New York. Op een door zijn dochter gemaakte foto voor in de bundel is te zien hoe de dichter met een zekere trots heeft plaatsgenomen achter het spreekgestoelte voor persconferenties van de Veiligheidsraad. Koubaa lijkt daar klaar te staan om alle vragen van journalisten over het laatste besluit van de raad te beantwoorden.

De tweede gebeurtenis betreft een reportage die Koubaa een half jaar voor zijn bezoek aan New York op tv gezien zal hebben. Over hoe Afghaanse vaders zich gedwongen zien hun kinderen te verkopen om te kunnen overleven. In De verliefde engel gaat het specifiek over het meisje Safia Nazir uit die reportage. Zij wordt door haar vader aan een oom verkocht. Deze hemeltergende werkelijkheid moet Koubaa zeer hebben aangegrepen en niet meer hebben losgelaten.

Koubaas verbeelding gaat bloemrijk aan de haal met de paradox van de twee naast elkaar bestaande werelden/werkelijkheden: overmatige rijkdom en luxe versus schrijnende armoede. Een mooi voorbeeld is het vers op pagina 60.

Buitelend door het lichtgevende blauw,
los van onwrikbare beginselen,
zie ik je overal, overal,
terwijl aandelen als messen vallen,
de telescoop zijn gouden spiegels uitvouwt
en bessen rijpen
onder de kosmische klanken van de rubab,
gesneden uit de moerbeiboom;
overal, overal, overal…
een geringde engel, mijn zuster,
gelukkig maar onvrij.

De kern van het verhaal dat Koubaa in De verliefde engel vertelt, is het gevoel van onmacht dat voortkomt uit zijn ervaringen in New York en het zien van de tv-reportage. Aan de ene kant ziet hij in de Verenigde Staten alle glamour en rijkdom, met de aandelenbeurs op Wall Street als exponent van het kapitalistische systeem. Aan de andere kant is daar de wrange werkelijkheid van Afghanistan, waar de armoede zo schrijnend is, dat mensen zich genoodzaakt zien hun eigen kinderen te verkopen. Koubaa lijkt beide werelden in zijn hoofd niet te kunnen verenigen. Hij maakt dit heel concreet door een aantal keren de luttele driehonderd dollar die Safia Nazirs vader verdient met de verkoop van zijn dochter te plaatsen tegenover de vele miljarden die dagelijks door de westerse economieën flitsen. Ook worstelt de dichter met de Verenigde Naties, als een enorme organisatie die zou moeten zorgen voor vrede en veiligheid op aarde, maar soms tandeloos lijkt. De dichter leeft in het rijke westen, en heeft zelfs even mogen plaatsnemen achter een katheder van de Veiligheidsraad, en toch kan hij niets voor Safia Nazir doen. De verliefde engel is het product van die innerlijke worsteling en tegelijkertijd een monument voor het Afghaanse meisje.

Voor zijn nieuwste bundel heeft Koubaa een bijzondere vorm gekozen, die je tegenwoordig niet veel meer tegenkomt. Het betreft namelijk een bundel met epische gedichten. Lees voor andere voorbeelden van epische gedichten uit de Nederlandse literatuur de column van Pieter Sierdsma die vorig jaar in Meander Magazine verscheen en de reactie daarop van Maarten Buser. Het skelet van De verliefde engel wordt gevormd door drie secties van elk elf gedichten, waarvan de meeste bestaan uit elf genummerde verzen van elk elf regels. Een soortgelijke structuur vind je in de bundel Afscheid (2020) van Cees Nooteboom.

Een zekere numerologische interesse kun je Koubaa dus niet ontzeggen. Wie googelt, ontdekt dat elf een ‘meestergetal’ is dat onder meer staat voor spirituele verlichting. Bovendien is elf een ‘engelengetal’ dat staat voor een positieve verandering en een nieuw begin. Zowel Koubaa als Nooteboom voelen zich aangetrokken tot het boeddhisme; misschien is elf in die context ook een heilig getal. Al googelend vind je wel iets over het elfhoofdige wezen Ekādaśamukha, dat symbool zou staan voor de tien stadia onderweg naar verlichting plus Boeddha zelf.

De eerste sectie van elf gedichten speelt zich af in New York, de tweede in Gent, waar de dichter woont en werkt, en de derde voor een deel in Afghanistan. Vrij associërend vult Koubaa zijn elfregelige verzen met een soort mythologisch verhaal, waarbij hij zich laat inspireren door slaapliedjes en ideeën van tal van andere schrijvers en denkers. Het verhaal begint met een soort Genesis, waarin hij de ontstaansgeschiedenis van Afghanistan beschrijft, en eindigt met een betoog in dichtvorm (natuurlijk bestaand uit elf strofen) dat hij in theorie van achter het spreekgestoelte bij de VN had kunnen voordragen. Enkele terugkerende motieven in het verhaal dat de dichter vertelt zijn behalve het meisje Safia de azuurblauwe halfedelsteen lapis lazuli (die vooral in Afghanistan wordt gewonnen en waaraan spiriuele krachten worden toegekend), Barts vrouw Laïla Koubaa die hem aanzet tot het schrijven van een gedicht voor Safia, het gedicht dat geschreven moet worden, het getal elf en engelen.

Om nog een kleine indruk te geven van de bundel volgt hier het openingsvers.

Toen Afghanistan nog aan de zee lag,
lang voor hij op aanraden van Laïla Koubaa
een gedicht begon te schrijven,
bevolkten bacteriën het zilte water
die het zonlicht aanbaden
en daarvoor dankbaar kalk teruggaven.
Zo werd laag na laag gevormd,
op de bodem van het ondiepe blauw
waaruit alle magie ontstond:
de tijd en de kalksteen
die de wereld innerlijk bijeenhielden.

Omdat Koubaa voortdurend refereert aan het gedicht dat hij voor Safia Nazir zou moeten schrijven, is er sprake van zelfreferentie. Maar wat is nou precies dat gedicht? Is het de bundel die hier besproken wordt? Of is het het geheel van de afwijkende gedichten uit de bundel? Elk van de drie secties bevat namelijk enkele gedichten die niet bestaan uit elf verzen maar slechts uit één cursief gedrukt elfregelig vers. Het zou kunnen dat Koubaa doelt op het gedicht dat bestaat uit die losse verzen, maar als je ze telt kom je vreemd genoeg tot tien. Wil Koubaa hiermee laten zien dat zijn experiment is mislukt, dat hij met het gedicht dat hij voor Safia schrijft haar niet werkelijk kan redden? Of zit er ergens anders in de bundel toch nog een elfde vers gedicht verstopt? Of symboliseren de tien cursief gedrukte verzen de tien boeddhistische stadia onderweg naar verlichting?

De verliefde engel is een veelzijdige bundel waarin van alles te ontdekken valt. Door hun bijzondere repeterende vorm en Koubaas rijke verbeelding hebben de epische gedichten een bezwerende werking. Met zijn poëzie vraagt de dichter aandacht voor het lot van Safia Nazir en van alle andere meisjes (en jongens?) die uit armoede door hun ouders worden verkocht. Dat is wel het minste wat hij als geëngageerde dichter kán doen, vindt hij zelf, maar ook iets wat hij móét doen. De bundel móét dus gelezen worden, al was het maar om Bart Koubaa te helpen bij zijn poging om Safia Nazir een klein beetje te redden.

Of zoals de dichter het zelf verwoordt op pagina 87: ‘het is niet de taak van de dichter / om de ziel van Safia Nazir te redden, / maar om haar ziel / de moeite van het redden / waard te maken.’ Waarmee hij refereert aan een citaat op pagina 28, van Dag Hammarskjöld, de tweede secretaris-generaal van de Verenigde Naties: ‘De VN is niet opgericht om de mensheid / naar de hemel te brengen, / maar om de mensheid te redden van de hel’.
____

Bart Koubaa (2024). De verliefde engel. Querido, 124 blz. € 21,99. ISBN 9789021463070

     Andere berichten

Alex Deforce – Tussenbruggen

Alex Deforce – Tussenbruggen

Een brug te ver door Maurice Broere - - In het boek zit een soort sticker met een QR-code. Als je die opent, krijg je een soort...

Paul Demets – De schaamsoort

Terugblikken is confronterend door Hans Puper De ondertitel van Een schaamsoort, de nieuwe bundel van Paul Demets, is Briefgedichten aan...