Een prachtige staalkaart
door Maurice Broere
–
–
Altijd een feest als het halfjaarlijkse tijdschrift Het Liegend Konijn binnenkomt. Redacteur Jozef Deleu weet er altijd een prachtige staalkaart van de actuele poëzie van te maken. Altijd een verrassing welke selectie hij gemaakt heeft. Ook dit keer weer een mengeling van het werk van bekende, gevestigde dichters en poëten die nog geen bundel hebben uitgebracht.
–
Je koos de onzichtbare achtbaan.
Ergens tel je nu
sterren, de som is nooit gemaakt.
We blijven achter in het verschil
de proef is ons nabestaan
–
we vinden geen gulden verhouding
snijden ons aan je foto
zoeken bij heldere hemel
de gloed rond je geliefde planeet mars
–
Geen gesprek meer
over Fibonacci, geen werkende code.
Je cijferde jezelf weg tot voor de komma.
–
Je missen is een koud feit.
–
Lieve Desmet
Lieve Desmet heeft wel al eerder gepubliceerd en staat nu met drie nog ongepubliceerde gedichten in deze uitgave. ‘Broer’ is een aangrijpend vers. De eerste regel brengt je direct in een onheilspellende situatie. Je voelt dat er iets vreselijk mis is. In de tweede regel wordt dat vermoeden bevestigd. Er is iemand die nu de sterren telt, die persoon wordt in de volgende regels beschreven. Hij werd geboeid door wiskunde, een vak dat gebaseerd is op logica en die logica is in dit geval zoek. Alle wiskundetheorieën laten het afweten, onder andere die van Leonardo van Pisa(1170-1250), Italiaans wiskundige die jarenlang toonaangevend was in de wiskunde. ‘Je cijferde jezelf weg tot voor de komma’ vind ik erg mooi gevonden. Het hele vers ademt de sfeer van gemis en rouwverwerking uit. Het enige feit dat overblijft na al die exacte wetenschap is het missen van de broer.
–
Ze slaapt de laatste tijd zo vaak, merk ik,
dat ik niet langer het verschil zal zien
wanneer zij definitief de ogen sluit.
Dan zal ik me zekere nachten herinneren:
–
het aanrecht, vaseline en honing, de blinddoek
die ik haar een poosje voorbond en alle uren
dat wij weigerden de slaap te vatten,
vrezend voorgoed onzichtbaar te worden.
–
Wat waren wij vol van mekaar, nog lang niet
aan herdenken toe. Vol zaten onze koppen
met schoolrapport, kapotte knieën, kinderfietsen
en later het vroegste verdriet om wie wij niet
–
te pakken konden krijgen. Maar nu ik je
verdwaald in je duister zie, slapend konijntje
van me, nu ik luister of er nog lucht in je longen
zit, vraag ik me af: ben je er of niet?
–
Luuk Gruwez
De vertaling van de Franse titel is ‘De oude geliefden’ die je op twee manieren zou kunnen opvatten: het betreft een oud liefdeskoppel of het gaat over twee mensen die niet meer de vertrouwde band hebben. Voor beide interpretaties is wat te zeggen. Een ouder echtpaar raakt elkaar kwijt door voortschrijdende dementie. Aanvankelijk gaat de ene geliefde steeds meer slapen. Zo vaak dat de ander bang is dat de ogen niet meer open gaan en bij de achterblijver komen allerlei herinneringen boven. De partner zakt steeds verder weg en de ik-persoon vraagt zich af of de ander er nog wel is. Het vers is een mooie observatie van de teloorgang van een levenspartner en dus de relatie tussen de twee die steeds minder voor gaat stellen. Ogenschijnlijk een klassiek gedicht door de strakke opbouw in vier kwatrijnen met regels van ongeveer gelijke lengte, eindrijm ontbreekt en alliteraties vallen op.
en het water je omarmde
–
hoe het uit de bergen stroomde
ongeveer drie weken geleden
gesmolten ijs sneeuw vermengd met regen
stenen gruis modder
over stuwen
door sluizen
het laagland in
snoek springgarnaaltje brasem karper
–
hoe het langzaam jouw stad in vloeide
aan het begin van deze middag
traag de kade streelde
warm van de najaarszon
langzaam zwarter werd
en kouder
hongerig
–
Tjitske de Haas
Tjitske de Haas heeft nog geen bundel uitgebracht. Het eerste van de vijf gedichten die Deleu heeft opgenomen is het bovenstaande. Het geeft een prachtige, originele beschrijving van iemand die in het water valt. Heel mooi gevonden vind ik dat het water de drenkeling omarmt. Ze beschrijft verder de tocht die het water heeft moeten afleggen voordat het in de gracht lag en nu onheilspellender wordt door kou en het gevaar voor de drenkeling.
Deze uitgave schotelt je 127 gedichten voor van eenentwintig dichters die al een of meer bundels gepubliceerd hebben en elf die dat nog niet hebben gedaan. Soms dus een hernieuwde kennismaking, maar soms een eerste. Geweldig dat die laatste groep de kans krijgt om in dit gezelschap hun kunsten te vertonen. De kwaliteit is gewaarborgd door de keuze van Jozef Deleu die er altijd weer een prachtige bundel van weet te maken. Er is te veel om uit te kiezen daarom nog een laatste om het af te leren.
–
Beste A.,
–
Na rijp beraad hebben we dan toch besloten
om je te verlaten. Het boterde al jaren niet.
Dat moet jij ook hebben gemerkt.
–
Wij worden er niet jonger op.
De meesten van ons stonden aan je wieg.
Alsof een baby zich ons zou kunnen baren!
–
En nu zijn we uitgewerkt en afgepeigerd.
We hebben spierpijn van het spoken.
Onophoudelijk zijn is zo vermoeiend.
–
Het is je eigen schuld, moet je weten.
Het is mooi geweest. We hebben er tabak van.
We zeggen de huur op.
–
Je zult het zonder ons moeten doen.
–
Hoogachtend, al je problemen.
–
Ingmar Heytze
____
Het Liegend Konijn 2024/1. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie (2024). Onder redactie van Jozef Deleu. Uitgeverij Pelckmans, 248 blz. € 24,50 ISBN 9789463377652