Authentiek levensboek
door Tom Veys
–
–
God en liefde omschrijven in heldere taal, zo zou je de beschouwende gedichtenbundel van Egbert Rietveld kunnen omschrijven. Egbert Rietveld (1956) studeerde theologie in Brussel en Leiden. Hij was als predikant werkzaam in Zeeland is inmiddels emeritus predikant. Socrates zegt: ‘Wijsheid begint met verwondering’. Thomas van Aquino, een Italiaanse theoloog uit de middeleeuwen, geeft mee dat verwondering een verlangen naar kennis is. Zo gebruikt de dichter Egbert Rietveld de poort van de verwondering om tot inzicht te komen in deze bundel. Hij verwondert zich over tijd, generaties, gemis, geluk, liefde en spiritualiteit. Deze kernwoorden worden letterlijk meegegeven in de titels van de afdelingen. Op de achterflap van de bundel staat ‘Verwondering is het verbindende woord in deze bundel.’
Qua stijl volgen de vrij korte versregels in Dichter bij verwondering elkaar snel op. De helderheid van de schrijfstijl opent deuren. Deze gedichtenbundel is een levensboek, een optelsom van ervaringen. In een tijd waar het prozagedicht zegeviert, is deze toegankelijke dichtbundel misschien anders.
De gedichtenbundel start met: ‘Ik verzamel mijzelf / in woorden, / aangespoeld, soms / aangewaaid uit hoogten / diepten, onvermoed -‘. Die sprookjesachtige zoektocht naar woorden is een belangrijk thema in Dichter bij verwondering, zo ook in het laatste gedicht in de bundel.
–
Taal schept
een nis in de tijd
ruimte om in te wonen
een moment
wijkend uit alle hectiek,
frontberichten als
vloedgolf, laagland
aanspoelend
–
Taal biedt
wijkplaats voor het hart
–
Schrijvend hoogte winnen
een terp in de tijd
ruimte, onaantastbaar
om zich te weren, en
hoog te houden wat
aan humaniteit
niet verloren mag gaan.
De korte versstructuur, het helder talige en vaak de herhaling van een beginzin zijn enkele kenmerken van de schrijfstijl van Egbert Rietveld. De enjambementen in de korte verzen zijn goed uitgewerkt. De woordcomplexiteit wordt soms uitgelegd in een voetnoot, zoals bij ‘kabood’, een Hebreeuws woord voor zwaarte, gewicht, verwijzend naar mystiek, heiligheid.
In het ‘Voorwoord’ bij de bundel geeft de dichter in volzinnen duiding bij zijn verwondering. De verwondering wordt vrijwel altijd gekoppeld aan een herinnering, zeker in het eerste deel van de bundel. De herinneringen worden op hun beurt gekoppeld aan mensen, vaak familieleden, zoals ‘Vader die leert kijken (…)’. In feite omschrijft de dichter zijn eigen poëzie in het ‘Voorwoord’: ‘Uit het amalgaam van verwondering en spiritualiteit komt dat ene, bijzondere elixir tevoorschijn: dankbaarheid en diepe vreugde om het leven dat mij is gegeven.’ Deze omschrijving past goed bij deze bundel. De dichter brengt landschappen van woorden. Hij wenst ons doorkijkjes en inzicht.
Er is een gevoeligheid te vinden in de bundel, die gevoeligheid wordt meestal heel toegankelijk meegegeven. Wanneer het over taal gaat, boort de dichter echter dieper. In de dichter spreekt de mens die wil liefhebben, hij stelt soms vragen. De taal staat in functie van de gedachte. De dichter Egbert Rietveld omschrijft vaak impressies in korte, eenvoudige verzen, dit zou een correcte samenvatting kunnen zijn. Bij een tweede lezing merk je dat de bundel goed doorgecomponeerd is. Enkel de titels van de afdelingen kunnen misschien nog wat lyrische diepte krijgen.
–
je eerste
kind fietsend
van je weg
het tuinpad met
een lichte kromming
weg.
–
je tweede
oefening, opnieuw
een kind dat van je
wegfietst
het tuinpad over
met dezelfde kromming.
–
Ik kijk
vanachter het keukenraam
en zie in de spiegeling
een ouder gezicht,
gelijkenis met mijn vader
die er niet meer is.
–
Oefenen in weggaan,
in loslaten.
Het einde van ‘Oefeningen in weggaan’ vat samen wat er in het gedicht gebeurt. Het voorlaatste vers is overigens ook de titel van het gedicht. Een open einde had hier gekund. Het gedicht is voor de rest knap opgebouwd met een duidelijk beeld. Vooral de kromming werkt de poëzie in de hand. De dichter omschrijft zijn eigen poëzie als: ‘Ik loop door een stad, / vertrouwd in een web / van herinneringen. / Tegelijk wandel ik / in een andere / werkelijkheid.’
Deze dichter omschrijft graag tedere gedachten in het eerste deel van de bundel. In de onderafdeling ‘Kleinkind’ voel je bijvoorbeeld veel affectie. De dichter schrijft daarbij systematisch helder.
In de derde afdeling ‘Verwondering over taal’ worden diepere lagen aangeboord: ‘Dichtend zoek ik / zin en samenhang, / vaste grond / die mij draagt.’ uit ‘Oefening in schrijven’. De beelden versterken de verwondering. De dichter speelt daarenboven met definities, zoals in het korte gedicht ‘Wat is dichten?’: ‘Woekeren met verwondering / en daarin woorden vinden.’
In deze afdeling vinden we eveneens een ‘Handvol haiku’s’. Het lijkt erop dat Egbert Rietveld dit genre goed beheerst. Bij wijze van voorbeeld: ‘Grauwe winterdag / opeens – brekende wolken / betoverend licht.’
Een ander belangrijk thema in deze bundel is de zee. Ze is een metafoor, een spiegel. ‘Het kind dat dichter werd / blijft het kind aan zee / dat weet van wachten.’ Uit ‘Wachten aan zee’. In de afdeling ‘Verwondering over gemis, geluk en liefde’ worden verder rake herinneringen verteld en de zee komt er vaak in voor: ‘De zee, altijd de zee, / ons stromend in / en weer uit.’ Uit: ‘Branding’. Of uit een titelloos gedicht: ‘En altijd weer / de zee, / als spiegel voor de hemel. (…)’
In de laatste afdeling, de vijfde afdeling, ‘Verwondering over spiritualiteit’, krijgen we een andere schrijfstijl te lezen. Er is een andere toon of sfeer. De gedichten lijken soms sterk op gebeden. De dichter uit zich bovendien maatschappijkritisch, zoals in ‘Aanklacht / kyrie’ of ‘Sabotage’. ‘In Holland staat een huis’ werd geschreven op 23 november 2023, de ochtend na de verkiezingen. Dit gedicht is sterk maatschappijkritisch.
Volgens de dichter is de poëzie een toegangsweg voor de spiritualiteit: ‘Aan de hand / van dichters / raak ik / dichter bij God.’ of in ‘Bouwmeesters’: ‘Dichters en musici zijn / als kathedralenbouwers, / spelend / met ruimte en licht, (…)’. Soms zijn er expliciete Bijbelse referenties in deze bundel, zoals naar psalm 23 of de ‘Paasmorgen’.
–
Mijn God is donker
zwijgt,
maakt mij sprakeloos
–
mijn God is ver,
oneindig ver weg
–
hoe kan het
dat Hij in stilte
spreekt,
in alle donker
mij nabij komt,
blijft, in hartslag
en adem
–
door tranen heen
opstaat
in een lied
dat klinkt in mij?
In het gedicht ‘Bezocht’ gaat de dichter op zoek naar God, bijna als een psalmist. In de afdeling ‘Verwondering over spiritualiteit’ zijn overigens veel imperatieven te vinden, zoals in ‘Exodus’: ‘Ga, trek weg / uit je hoofd en / gedachten, ga / wonen in je / handen, / vind grond / onder je voeten // Ga en besta / waar aarde / je draagt, waar / anderen je raken (…)’. Deze directe sfeer is opmerkelijk anders dan de zachtere sfeer in het begin van de bundel.
Egbert Rietveld is – zoals eerder vermeld – een beschouwend dichter die oog heeft voor het ‘leven’ op verschillende vlakken. Hij hanteert daarbij een toegankelijke taal. In korte impressies kan de dichter excelleren. De beschrijvingen van de beelden in Dichter bij verwondering lezen vlot. Je voelt de dichter heel duidelijk aan in zijn taal en beelden. De dichter is authentiek aan het woord.
____
Egbert Rietveld (2024). Dichter bij verwondering. Uitgeverij Elikser, 128 blz. € 17,50. ISBN 9789463656320