‘Van huis uit beeldend kunstenaar/ glazenier heb ik altijd veel met woorden gehad. Filosofie, het schrijven van beschouwingen en gedichten, maar ook het schrijven van liedjes voor ons duo Vagantenkost, samen met lief AnnA, harpiste, componiste en blokfluitiste en ik gitaar, zang. Het maken en delen van dingen geeft me altijd veel voldoening.
Ik ben aangesloten bij het Dichtersgilde van Sluis en heb een doorlopend project ‘Geen dag zonder Dicht’ op Facebook, waarin dagelijks een gedicht wordt gepubliceerd, maar ook soms een beknopte beschouwing over wat mij boeien kan.
Buitenom een kleine gelegenheidsbundel ‘Geheugenverzen’ vanwege mijn 75e verjaardag, heb ik nog geen bundel uitgegeven. Er is er wel een in voorbereiding.
Ik ben in Tilburg geboren en opgegroeid en woon sinds 1974 in het Zeeuwse Vlaanderen.’
foto © Anna Clijsen
–
Bewonderenswaardig is zo’n lang woord
Hoe zou de chinees dit kalligraferen
Vanonder of van boven
Een kruis gecombineerd?
–
Ik weet niet of het handig is
Maar alles fietst hier langs
De smart valt uit de hemel
De maagd is verdwenen
–
Rechtop staat het huis nog
Waarin ik zit en de breedte meet
Met mijn tanden en mijn vingers
Magie bedrijven dat soms lijkt op schrijven
–
Ja, ik heb geen letter hier die
Op zijn woord lijkt, geen woord
Dat op zijn ding trekt
Geen klank die mime bedrijft
–
Bewonderenswaardig is zo’n brein
Een beeldhouwer die uit stempels
Verhalen snijdt en niet te filmen
Reeksen giet, vooral zonder mij.
Het knekelveld lag te vlak
Het zou ontgraven
–
Het moet altijd over grond
En graven gaan
En struikelen zonder
–
Tussen gevallen kweeperen
Zingt zoet de merel omdat
De avond valt
–
Kan men die zang begraven
Of ontgraven of mogen we
Hopen op ontluistering?
Stilte zal er niet vallen
–
Het resoneert tussen
Straatwanden als twee
–
Ruziën onder ramen over
Wat niet hun probleem
–
Maar zo zijn straten
Zo breken de huizenrijen
–
Met de scherpte van hun
Tanden en toch regeert hier
–
Een stilte niet geoogst
Of zoals dat ook nog heet,
Afgereden.
Er wordt weinig geslepen
De avond helpt ook al niet
–
Blootsvoets wandelt het in
Het zachte duister waar het
Rommelt van verwachting
–
De volmaan zocht dekking nog
Het aanzicht, al dat blauw
Waaronder gewemeld
–
Ik weet niet wie nog meer ziet
We zwermen synchroon
Vergeten niet te keren
–
En toch voel ik alleen
In de vloed gewassen
In blauw gedompeld
–
Alsof de zwerm niet neemt