(Foto Pixabay)
Rob de Vos
Deze wedstrijd is een eerbetoon aan Rob de Vos, de geestelijk vader van Meander (1955-2018). Het uitgangspunt van Rob de Vos was het ontdekken van nieuw talent door middel van het uitschrijven van een poëziewedstrijd. Wij houden zijn gedachtegoed met deze wedstrijd in ere.
Inzendingen
De wedstrijd liep van 1 april t/m 30 september. De winnende gedichten zijn hier terug te lezen. De eervolle vermeldingen hier en hier. De jury ontving de afgelopen maanden 366 gedichten, dat waren er meer dan in de voorgaande jaren. Tien deelnemers werden genomineerd, hieruit koos de jury drie winnaars en zeven eervolle vermeldingen. De winnende gedichten waren van goede kwaliteit en lagen met hun cijfers van de jury heel dicht bij elkaar. De genomineerde gedichten sprongen eruit door het thema op originele wijze toe te passen in mooi taalgebruik en beklijvende beeldspraak.
Thema
Dit jaar was het thema: Overmacht. De deelnemers waardeerden het dat ze met het woord/begrip vele kanten op konden. Een vastgesteld thema biedt alsnog voldoende ruimte voor een bredere interpretatie al vond niet iedereen dat even makkelijk om mee om te gaan. Veel inzenders pasten het thema heel letterlijk toe, de verrassing lag bij de inzenders die een niet voor de hand liggende invalshoek gebruikten.
De jury
We hadden ook dit jaar een jury die geheel uit poëzierecensenten van Meander bestond. Recensenten zijn gewend om gedichten te analyseren en te interpreteren, het is hun dagelijks werk om gedichten te beoordelen. Zij kijken hierdoor met grote precisie naar een gedicht. De lat lag hierdoor hoog. Deze vakkundige jury heeft zich maandenlang gebogen over alle gedichten die zij anoniem onder ogen kregen:
De juryleden
- Peter Vermaat / juryvoorzitter (recensent)
- Hettie Marzak (recensent)
- Kamiel Choi (dichter, recensent)
- Hans Franse (letterkundige, publicist, recensent)
- Jeanine Hoedemakers (dichter, recensent)
- Onno-Sven Tromp (dichter, schrijver, recensent)
Juryvoorzitter Peter Vermaat over zijn algemene indruk
Na het woord restwaarde van vorig jaar vormde nu het woord overmacht het thema van de wedstrijd. Gezien de aard en vooral de kwaliteit van een groot deel van de inzendingen hebben dichters moeite met woorden die ze door een ander op de tong gelegd krijgen. In veel gevallen dook het woord kort voor het slot op, als een soort verplicht ingrediënt van een slagzin of een dwangmatig aangebrachte referentiekleur van de huisstijl. Daarmee red je het niet. Wanneer een gedicht – zoals het hoort – uit de tenen van een dichter komt, legt het een lange weg af voordat het uiteindelijk de schrijfhand kan bereiken. Gedichten moeten rijpen in de dichter, de ballast moet er onderweg af en het bloed moet dik kunnen worden. Van een goed gedicht hangt iets af, zowel voor de dichter als voor de lezer.
Behalve tijd vergt dat ook ambacht. Bij veel inzendingen ontbrak helaas het een, het ander of beide. Rijm voerde nogal eens tot dwang en gedachten worden door bijmenging van veel wit daarmee nog geen gedicht. Deze gevallen zul je bij de genomineerden dan ook niet aantreffen. De gedichten die je wel in die groep vindt, glimmen bij lezing – en vooral bij herlezing – even op, vaak ook op andere plaatsen en zeker – bij verschillende lezers – op een andere manier. Hoeveel je ook kunt afdingen op het wedstrijdelement, feit is dat, wanneer eenzelfde inzending door een gevarieerde groep lezers wordt gewaardeerd, het aspect ‘smaak’ toch wat naar de achtergrond verschuift en de intrinsieke kwaliteiten van de gedichten op de plaats landen waar ze thuis horen.
Elk van de genomineerde dichters mag daar met recht trots op zijn.
Jurylid Onno-Sven Tromp over de benadering van het thema
Het thema was dit jaar ‘overmacht’. Geen gemakkelijk thema, dat op verschillende manieren geïnterpreteerd kon worden. Er waren gedichten waarin het thema niet of nauwelijks leek verwerkt, maar gelukkig bleken de meeste inzenders er wel raad mee te weten. Er waren gedichten over voor de hand liggende invullingen van het thema: over de dood, de onophoudelijk voortschrijdende tijd, opgroeien, ouder worden, de weerbarstige natuur, oorlog.
Ook waren er verscheidene gedichten over een geheimzinnige, onduidelijk blijvende overmacht die mensen in de greep houdt. Interessanter waren gedichten over zaken als juridische perikelen, draken, een gemiste overvaart, een ziek huisdier, een kind dat nooit geboren is. En het verrassendst waren gedichten over bijvoorbeeld een visser die door overbevissing en strenger wordende regels werkloos is geworden. Of over iemand die machteloos moet toekijken hoe een boom wordt omgezaagd. Of een mooi gedicht over landbouw in Irak die kampt met erosie, verzilting en verdroging. Of over alle boeken die je zou willen lezen, maar waarvan je al weet dat dat nooit zal lukken. Kortom: hoewel velen kozen voor de gemakkelijke weg, waren er ook dichters die het thema op een originele manier in hun poëzie wisten te verwerken. De jury heeft dit mee laten wegen in de beoordeling.
Jurylid Hettie Marzak over wat haar opviel en mogelijke verbeterpunten
Voor deze editie van de Rob de Vos Prijs, de dichtersprijs die Meander jaarlijks rondom een thema uitschrijft, heeft de jury 366 gedichten gelezen en beoordeeld. In groepen van tien kregen zij de gedichten onder ogen, zonder naam of verdere vermelding, met slechts een nummer van opvolging om aan te refereren. Het thema van dit jaar was ‘overmacht’.
Wat elk jaar opvalt is dat de gedichten beter worden naarmate de sluitingsdatum van de wedstrijd nadert. Het is natuurlijk geen wetmatigheid – er zijn ook goede gedichten onder de vroege inzenders en beroerde onder de laatste – maar toch lijkt het alsof de dichters die op het nippertje hun gedicht inzonden, langer nadachten over het thema en zorgvuldiger geschreven hebben. De puntjes moesten waarschijnlijk nog op de i. Dat wierp vruchten af.
Er werden vooral in het begin van de wedstrijd gedichten ingeleverd die misschien al langer in een la van een bureau sluimerden en waarvan de dichter met enkele kunstgrepen dacht het bij het thema te kunnen onderbrengen. Dat lukte niet altijd en dergelijke gedichten werden dan door de jury naar de stapel van afgewezen gedichten verplaatst.
Sommige gedichten wekten sterk het vermoeden dat ze al eens eerder geschreven waren, misschien zelfs door anderen. Maar plagiaat is een lelijk woord en de jury krijgt zoveel gedichten te lezen, dat de twijfel rijst en het betreffende gedicht krijgt daar dan het voordeel van.
De jury bestond dit jaar uit zes medewerkers van Meander, die op zeer uiteenlopende wijze naar een gedicht kijken en dat is goed. Zo worden klank, structuur, ritme, correct taalgebruik, originaliteit, diepgang en emotionele lading door ieder jurylid afzonderlijk onder de aandacht gebracht, waarbij ieders voorkeur een rol speelt. Daarom hoeft het ook niet te verbazen dat de top tien van de jury bestond uit gedichten die wat puntentelling betreft heel dicht bij elkaar lagen, hoewel het winnende gedicht hier bovenuit sprong. Kwaliteit komt altijd bovendrijven, ook bij een jury die onderling heel verschillende criteria hanteert.
De winnaar van de Rob de Vos prijs 2024 heeft met haar gedicht alle juryleden op één lijn gekregen. Gefeliciteerd!
Top 20
Herken jij de titel van je gedicht? Gefeliciteerd, jouw gedicht eindigde in de top 20!
197. Hemelvaart
204. Zijn verte
200. Toverberg
173. GAMEMAKER
246. Suikerspin
162. Voorbij
120. Confabulatie
196. huisje
195. Hier vertraagt het leven
175. Getijde
Eindconclusie
Dit jaar heeft onze jury bij de genomineerde gedichten met zevens en achten kunnen strooien. Daar doen wij het voor. Wij hopen met dit juryrapport opbouwende kritiek te leveren die jullie aanmoedigt om volgend jaar weer mee te doen. Het is een eerlijk rapport geworden omdat wij vinden dat deelnemers daar het meeste aan hebben. Een terugkoppeling van de jury zorgt vaak voor meer duidelijkheid waarom het ene gedicht wordt genomineerd en het andere wordt afgewezen. Ook speelt uiteindelijk smaak en persoonlijke voorkeur een rol.
Monique Wilmer Leegwater
Organisatie
Rob de Vos-prijs 2024