‘Sta stil en kijk’ is mijn motto. Even de tijd nemen, je zintuigen gebruiken helpen om onbekende schoonheid te ervaren. Het is ook belangrijk als tegenwicht, in deze tijden van versnelling. Ik werk daaraan in de rol van gesprekspartner en gespreksleider, als fotograaf en in toenemende mate als schrijver. Gesteund door lessen op de Schrijversvakschool in Groningen schrijf ik de laatste jaren essays en gedichten. Ik werk op dit moment aan mijn eerste poëziebundel. Met enige regelmaat treed ik op en mijn gedicht Weg is opgenomen in Woorden zijn de ogen van de gedachte, de bundeling van de beste 100 gedichten uit de Gedichtenwedstrijd 2023.
–
een hand scheurt me vrij
ademruimte
friemelende vingers
er glijdt iets naar binnen
–
mijn lichaam zit klem
lippen en tanden naderen als machines
een tong likt me jachtig af
ha, shit op zijn patta’s
–
leeggegeten en losgelaten
land ik op de tegels
een schoenzool print mijn plastic lijf
het kauwtje pikt me schoon
–
een rafelrand geeft thuis
samen afgedankt verstoten opgebruikt besmeurd
ik wacht op de wind
het oneindige leven
–
de helm aan de bar blakert alle vriendelijkheid
ogen staren naar vingers die kleven aan het scherm van zijn godgelijke telefoon
–
de knal van het keukenluik meldt de bevalling van wit warm plastic
machinaal weggeslikt door een vierkante box
–
helm en box snijden door de rechtopstaande geur
naar de Silence Scooter S02 Business2Business
–
op weg naar het land van belofte
–
een kruispunt van lome landwegen
Wesleyan Chapel, 1822
–
een in zichzelf gekeerd gebouw
twee spits toelopende ramen stamelen richting
–
verdwenen klimop plakt fletse veren op de muur
een vergeten groene gieter, uitgeput
–
door de rug van het bankje schieten scheuten kleefkruid
kinderarmen uit een open autoraam
–
David John Stephen Perrot, Daisy Lillian Pring
twee rode bloemen, afgedwaald van hun boeket
–
de brede dichte deur bladdert bruin, ademruimte
geschonken door een open bovenraam
–
een blik door het stoffige glas
brengt zeven witte kunstrozen tot leven