door Simon Mulder
Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht, artistiek leider bij literair theatercollectief Feest der Poëzie en redigeert de Singersteek Serie bij Uitgeverij HetMoet. HetMoet en het Feest der Poëzie werken samen met Meander om elke maand een sonnet uit hun fonds, in het Nederlands of tweetalig in oorspronkelijke taal en Nederlandse vertaling, met een korte toelichting door Mulder naar voren te brengen en te omlijsten met verschillende media in de nieuwe rubriek ‘Een wereld vol sonnetten’. De titel is gehaald uit het sonnettenduo vol kritiek op ‘sonnettenbakkers’ door Nicolaas Beets.
Vandaag deel 6.
-
Lassitude
. A batallas de amor campo de pluma – Gongora.
De la douceur, de la douceur, de la douceur !
Calme un peu ces transports fébriles ma charmante.
Même au fort du déduit, parfois, vois-tu, l’amante
Doit avoir l’abandon paisible de la soeur.
Sois langoureuse, fais ta caresse endormante,
Bien égaux tes soupirs et ton regard berceur.
Va, l’étreinte jalouse et le spasme obsesseur
Ne valent pas un long baiser, même qui mente !
Mais dans ton cher coeur d’or, me dis-tu, mon enfant,
La fauve passion va sonnant l’olifant !…
Laisse-la trompetter à son aise, la gueuse !
Mets ton front sur mon front et ta main dans ma main,
Et fais-moi des serments que tu rompras demain,
Et pleurons jusqu’au jour, ô petite fougueuse !
Loomheid
. A batallas de amor campo de pluma – Gongora.
Met tederheid, met tederheid, met tederheid!
Mijn verleidster, kalmeer toch je koortsige nukken.
In het heetst van de lust moet ’t een minnares lukken
Dat ze zusterlijk kalme berusting verspreidt.
Word maar loom, laat je streling oogleden verzwaren,
Maak gelijk aan je zuchten je sussende blik.
Ga, jaloerse omhelzing, dwangmatige snik
Die een zoen zo onwaardig zijn, zelfs een onware!
Maar mijn kind, in jouw dierbare hartje van goud
Heeft de hartstocht zich met hoorngeschal woest verstout
Zeg je mij!… Laat haar maar trompetteren door ’t land!
Leg je hand in mijn hand en je hoofd aan mijn hoofd,
En, terwijl je me wat je zult breken belooft,
Ween met mij tot de dageraad, mijn stokebrand!
Paul Verlaine (vert. Simon Mulder)
Uit: L'heure exquise/Volmaakt moment, Uitgeverij HetMoet, 2022
Aan bovenstaand motto ontleend aan Luis de Góngora, dichter uit de Spaanse barok, (‘voor de veldslagen van de liefde een slagveld van veren’) heeft Paul Verlaine (1844-1896) zich weinig gelegen laten liggen. Zijn liefde was niet alleen die van het donzen matras: de opvliegende alcoholist en drugsverslaafde, die zijn vrouw sloeg en haar en zijn jonge zoontje verliet voor een gewelddadige sadomasochistische affaire met de minderjarige dichter Arthur Rimbaud (1854-1891), werd in 1873 veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf nadat hij in een Brussels hotel zijn minnaar met twee pistoolschoten had verwond - gelukkigerwijs alleen aan diens pols.
Het is wonderlijk dat deze agressieve absintdrinker en opiumschuiver ook de schrijver is van enkele van de tederste en lieflijkste gedichten uit de Franse literatuur, zoals de in mijn bloemlezing opgenomen ‘Clair de lune’, ‘En sourdine’ en vooral ‘La lune blanche…’, uit de slotwoorden waarvan ik de titel voor het bundeltje koos: L’heure exquise/Volmaakt moment. Zijn enorme populariteit onder componisten zorgde voor een overvloed van liederen: grote namen als Fauré, Debussy, Chausson, maar ook iets minder bekende zoals Reynaldo Hahn, Déodat de Séverac en Edgard Varèse - in ons land bijvoorbeeld Henriëtte Bosmans. Ook moderne musici blijven zijn werk toonzetten. Daarom, en omdat zijn adagium de la musique avant toute chose (‘muziek vóór alles’) was, bevat de bundel een selectie van op muziek gezette gedichten, waar de lezer online gemakkelijk verschillende toonzettingen van kan vinden.
Voor het Feest der Poëzie schreef ik een biografische voorstelling over deze bijzondere dichter, met uiteraard veel liederen voor sopraan en piano op toepasselijke momenten in zijn leven, fragmenten uit brieven en andere autobiografische documenten. De voorstelling begint met een curieuze gebeurtenis uit Verlaines leven: zijn bezoek aan Nederland in november 1892, waarvan hij verslag doet in het boekje Quinze jours en Hollande, door Karel Jonckheere in 1978 vertaald als Twee weken Holland.
‘We hebben hem hier gehad, Paul Verlaine, met hem gegeten, gepraat, gewandeld. Dat was een evenement!’ berichtte de dolenthousiaste schrijver Henri Borel enkele dagen later aan de kunstenaar Johan Thorn Prikker. Het boek Verlaine in Nederland (J. F. Heijbroek en A.A.M. Vis, 1985) brengt deze door de Tachtigers georganiseerde reis met voordrachten in verschillende steden mooi in beeld. De vroegoude poète maudit werd, ondanks zijn bekering tot het christendom tijdens zijn gevangenisstraf, in sommige kringen veracht wegens zijn schandalige verleden. De eminente Leidse hoogleraar Nederlands Jan ten Brink wilde de ‘tuchthuisboef’ niet in zijn stad zien verschijnen. Anderen, met name de taalvernieuwers van Tachtig, fêteerden hem met kroegbezoeken en diners, en kwamen vol bewondering naar de oude profeet luisteren tijdens zijn voordrachten. Met zijn zachte stem las hij tot verbazing van het Nederlandse publiek in de moderne Franse stijl, zonder veel pathetische stemvoering. Verlaines vijftien dagen leverden een stroom van recensies, brieven, foto’s, etsen en schetsen op, met verbazend veel reflecties op zijn opvallende uiterlijk. In De Nieuwe Gids, het orgaan van de Beweging van Tachtig, schrijft schilder en recensent Jan Veth in een stuk dat, wegens de overvloed van dit soort beschrijvingen, helaas de voorstelling niet heeft gehaald:
Een markante verschijning: Ofschoon niet groot van stuk, kolossaal forsch aangelegd in tors en nek en schedel, - alleen in verhouding de dijen kort en de armen kort, en de nerveuze, onverzorgde handen fijn, haast slap bij den stoeren kop, die niet zonder crânerie, crânerie van een taaien invaliede, hooggehouden staat boven de lage schouders. Het komplexe hoofd, met menigen grondslag van uitdrukking, schijnt kameleontiesch zelfs van type. In elk geval geen moderne Parijzenaar, - veeleer, naar zijn afkomst, een soldateske Waal.
[...] Men zou dien schedel zien fronsen, de aderen zien slaan aan die slapen, de jukbeenderen gevaarlijk scherp puilen onder de niet meer menschelijke oogen, de neusvleugels dreigend zien snuiven en den snorbaard wild snoeven, het trekbeen zou blijken een bokspoot te zijn, - er zou vuur spatten om den duivel en god heen, vonken van ziedende zonde, en echo's zouden daar daveren van barbaarsche blasphème.... tot op eenmaal bij het zien van een crucifix de duivel week, en men een somberen, boetvaardigen Bededictijner, een passieven, met allures van zeldzame makheid, alsof hij links en rechts en altoos weer zich had gestooten, gaande door straten van hoon, - met goedheid en stille ontroering muziek hoorde prevelen, milde muziek van onvergetelijke litaniën.
De late Verlaine leek uiteindelijk mild te zijn geworden en zijn publiek te hebben ontroerd met deze muzikale verzen - en dat doen ze nog steeds, die verzen. Denkelijk zal Verlaine scabreuzere gedichten als bovenstaande (waarbij dit gedicht nog bijzonder meevalt) weggelaten hebben om het Nederlandse publiek niet te choqueren. Maar zowel in zijn erotische als in zijn symbolistische, romantische en christelijke gedichten blijft Verlaines muzikaliteit en eenvoud de boventoon voeren. Verlaine is vaker in het Nederlands vertaald, o.a. door Peter Verstegen. Sommige gedichten in de bundel zijn niet eerder in het Nederlands vertaald (en tijdens het werken eraan merkte ik waarom), maar in alle gevallen heb ik, ook om me van voorgangers te onderscheiden waar er reeds degelijke vertalingen verschenen zijn, ervoor gekozen het adagium van Verlaine leidend te laten zijn en zoveel mogelijk zijn losvaste metrum en rijke klank in het Nederlands over te nemen: de la musique avant toute chose.
Het boek L’heure exquise/Volmaakt moment is te bestellen via de webshop van het Feest der Poëzie.
De verkoop van de Feest der Poëzie-voorstelling 'Volmaakt moment' over Verlaine op 2 februari in Alkmaar is begonnen.
Mulder schreef eerder een essay over Verlaines gedicht ‘Spleen’, ook in de bundel te vinden,
voor Armada, tijdschrift voor wereldliteratuur (2022: 1).
Mulder werd geïnterviewd over de bundel bij YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld.