LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Dien L. de Boer

30 jan, 2025

‘Het creëren gaat altijd door.’

door Jeanine Hoedemakers

 

Voordat Dien L. de Boer zich concentreerde op eigen werk was zij onder meer (poëzie) redacteur van de vrouwenboekenkrant Surplus en freelancer voor de Groene Amsterdammer en Toneel Theatraal. Zij volgde de Academie voor Expressie in Utrecht en studeerde Nederlands in Amsterdam.
Dien L. de Boer is de grondlegger van Dichter op de Deel, een tweejaarlijks poëzie-evenement in een Friese stelpboerderij bij Exmorra. Het initiatief vloeide voort uit haar wens een dichtpodium te creëren op het platteland waar zij woont en werkt. Tot nu toe verschenen er twee poëziebundels: Niet het moment maar het nagonzen (2014) en Vluchtstofgoud (2022) bij uitgeverij Palmslag in Groningen. Momenteel ontstaat haar derde poëziebundel.
De aantasting van landschap en biodiversiteit is de reden waarom zij deel uitmaakt van de Klimaatdichters. Een groep die zich inspireert op het internationale Poets for the Planet; ‘Our Planet is Poetry’.
Van teksten in de openbare ruimte tot publicaties in bloemlezingen en tijdschriften, op vele plaatsen is de poëzie van Dien L. de Boer te vinden.

 


foto © Natalia Balanina

 

Er was een periode in je leven, vertelde je, waarop er een knopje in je hoofd omging waardoor je besloot om gedichten te gaan schrijven. Je studeerde aan de Akademie voor Expressie. Hoe ging je aan de slag met die ontdekking dat je graag wilde schrijven?
Niet zozeer een knopje dat omging, maar tijdens een extra studiejaar in het toenmalige West-Berlijn groeide het besef dat ik wilde schrijven. Er was zoveel te zien, en ik ontdekte de wereld van de kunsten. Een manier om te verwerken wat ik beleefde was het schrijven. Het ene dagboek na het andere. Daarna ontstonden in mijn kamer aan de binnenplaats van een Berlijnse ‘mietskaserne’ de eerste gedichten.

Je (door mij in Meander besproken) gedichtenbundel Vluchtstofgoud is autobiografisch. Geldt dit voor al je gedichten?
Vluchtstofgoud, mijn tweede bundel, is een coming of age-verhaal in gedichten en in die zin is de bundel autobiografisch. Kunst wordt van leven gemaakt. Wat je schrijft, vindt altijd een begin in je eigen leven, in wat je voelt, ziet en denkt. Maar het levensverhaal van de schrijver is niet automatische het onderwerp van een boek. Bij Vluchtstofgoud wel. De gedichten over mijn verleden heb ik moeten maken. De volgende bundel wordt anders. Het is alsof ik, nu Vluchtstofgoud eenmaal is gepubliceerd, over van-alles-en-nog-wat kan schrijven.

 

kind

druipend houdt hij een scherf omhoog uit de vaart
de rest van een roze-paarse schaal

een schilderij het brokkelgrijs inbegrepen
losgewoeld door zijn zwemtenen

hij legt het stuk naast onze handdoeken
springt terug en terug, meer ringeloren uit het slib

en meer donkerblauw dat in gebroken letters
van de schotels spreekt

er is een ontdekker nodig om een schat op te duiken
tussen mij en het water rent de jongen

ik wist niet – voor hij bestond – dat geluk
hem nodig had om te worden opgediept


uit Vluchtstofgoud, Palmslag, 2022

Je woont in een boerderij en had er de ruimte om een poëziepodium te beginnen. Dichter op de Deel. Je noemde het een Noordelijk podium. Je nodigt het liefs anderstalige dichters uit zodat er drie verschillende talen op het podium staan. Tevens is er bij elk podium sprake van een thema. Het maakt nieuwsgierig. Kun je iets meer over het podium vertellen?
Dichter op de Deel is een podium in Friesland, in Exmorra, voor landelijk en regionaal talent. Hier spreekt men Fries en Nederlands en daarom nodigde ik sowieso dichters in deze twee talen uit. Veel bekende dichters waren te horen in onze schuur, en gelukkig zijn Menno Wigman en de Friese Tsjêbbe Hettinga er nog geweest voordat ze overleden. Maar net zo goed krijgen startende performers een kans. Omdat we hen een podium willen bieden én omdat de combinatie van aanstormende en gevestigde talenten inspireert. Voor een klein taalgebied heeft Nederland een enorme rijkdom aan poëtische stemmen. Toen er in 2013 een Vlaamse schrijver optrad, Maud Vanhauwaert, merkte ik hoe prachtig dat klonk naast de andere talen. Wij hebben de meertaligheid omarmd en voegen er voor de komende editie op 25 mei het Gronings aan toe.

We kregen het tijdens ons gesprek over leeftijd. Ik vond het mooi wat je daarover zei; onder meer dat je nu je ouder wordt liever je leeftijd niet meer noemt, omdat in principe de leeftijd er niet toe doet. Creatief zijn kan op elke leeftijd. Het is jammer dat door de maatschappij opgevatte, opgedrongen, meningen hier invloed op uitoefenen. Vooral als vrouw worden we al snel te oud bevonden?
Het stoort me dat er op grond van leeftijd oordelen worden geveld. Talent kent geen leeftijd. Het is niet voorbehouden aan een bepaalde groep, zoals voorheen vooral mannelijk talent in de openbaarheid kwam. De nadruk wordt soms overdreven op ‘jong’ gelegd. Niet iedereen lukt het om vroeg te spetteren met haar of zijn schrijftalent. En voor vrouwen speelt het uiterlijk een extra rol. Alsof je, als je niet langer jong bent – ik ben niet jong meer, maar ook niet oud – geacht wordt naar de achtergrond te stappen, min of meer op te lossen in onzichtbaarheid. Zoals de tekenen van groei en verandering door de dictatuur van een zeker schoonheidsideaal met fillers en botox worden vereffend. Het creëren gaat altijd door.

Boeiend vond ik wat je opmerkte over het huidige, veranderde leesgedrag. Heb je een voorbeeld?
Dat zie ik vooral in de omgang met en het gedrag ten opzichte van literatuur. Festivals zijn enorm gegroeid. Het samen ‘ondergaan’ van een literair evenement is deels in de plaats gekomen van de omgang met het boek zoals die was, het stil en alleen lezen. De aanwezigheid van de auteur speelt een belangrijke rol. En onder invloed van spoken word, is er veel meer aandacht voor de performance.

Je bent ook klimaatdichter. Hiermee kun je o.a. je zorg over het klimaat en je liefde voor de natuur kwijt. Je noemde het woord letterlânskip.
In 2022 koppelden we voor het eerst een thema aan Dichter op de Deel: De stemmen van het landschap. Engagement kreeg zo een plaats in de programmering. Het volgende thema is nu: Letterlânskip. Het Friese ‘letter’ betekent later en ‘lânskip’ is landschap. Zo vangen we de literatuur en de zorgen over het landschap van de toekomst in één mooi woord. De dichters krijgen dit thema mee, maar de poëzie staat op nummer één. Ik ben Klimaatdichter omdat ik iets wil doen. In Noord-Groningen groeide ik op in een ruimtelijk landschap vol soorten, geuren en kleuren en ik voel een sterke binding met die (verdwijnende) achtergrond. Je kunt de wereld niet veranderen met kunst, maar wel de aandacht blijven vestigen op de klimaatproblematiek, zeker nu er politiek gezien geen stappen zijn te verwachten. De Vlaamse en Nederlandse groep Klimaatdichters groeit snel, zij is geïnspireerd op het internationale Poets for the Planet. Zij geven hun engagement vorm door middel van poëzie in al haar verschijningsvormen; ‘Our planet is poetry.’

Een titel die me erg aanspreekt is die van je eerdere bundel: Niet het moment maar het nagonzen. Als vanzelf kregen we het door die titel over je manier van schrijven. Je omschreef het als een zoektocht waarin we veel momenten meemaken en soms ontdekken hoe iets onbeduidends er juist het meest toe doet.
Als je besluit over een gevoel of een beeld te schrijven, ontstaat er tegelijkertijd een soort onderzoek. Je dringt dieper in je eigen onderwerp door en haalt, al makende, iets naar boven wat je niet had verwacht. Het poëtische opent zichzelf, in het beste geval. Dat is een van de mooiste ervaringen die er bestaan. Poëzie schrijven is voor mij een combinatie van de drang om iets te bewaren en om iets te maken.

 

zeesouvenir

niet het moment maar het nagonzen

niet de Noordzee
maar haar verspreide verhalen in krabbenpoten
eierkapsels en schelpen, haal je later uit je zakken

niet de zon
maar het rode gloeien ’s avonds op je gezicht

niet de schrijver maar na het gedicht
neem je van zijn binnenzee
een beeld mee


uit Niet het moment maar het nagonzen. Palmslag, 2014


Door ons gesprek ontstond er als het ware een stelling: Als je over (of met) een relatief eenvoudig persoonlijk onderwerp de diepte in gaat is het vaak, juist door die diepte, het meest herkenbaar voor de ander?

Hoe persoonlijker je woorden, hoe meer ze mensen kunnen raken. Het detail is belangrijk, precisie is belangrijk; niet ‘de boom’ maar ‘de iep’. Zo komt taal het referentiekader van de lezer of de luisteraar veel beter binnen. Algemene taal heeft minder kracht dan specifieke taal.

 

vadergum

van de fiets af stapt mijn vader rechtstreeks
naar zijn leunstoel en omgrenst zich met de krant

prachtig hoe hij trappend in regelmatige beweging
het salaris van een ambtenaar rolt naar onze straat

potloden wonen in het donker van zijn broekzak
vullen de hokjes van begroting en kruiswoordraadsel

prachtig dat na veel gummen de uitkomst in kolommen
vast staat tussen de lijnen die zijn blik niet verlaat

voor mijn blijdschap over de babydoll, mijn nieuwe
ver achter de komma haast verwaarloosbaar


uit Vluchtstofgoud, Palmslag, 2022

Sta je vaak en graag op andere podia?
Ja, ik draag graag voor. Zelf is de dichter de beste ambassadeur van haar werk. Nog steeds leer ik op het gebied van de performance. Merken dat je gedichten ‘aankomen’ is heerlijk. Het hoeft niet direct helemaal begrepen te worden. Als iemand ergens aan blijft ‘haken’, als de intentie wordt gevoeld, of een beeld beklijft. Alles is herleesbaar.

Je werkt aan een nieuwe bundel en die wordt heel anders. Wil je daar iets over vertellen?
Mijn nieuwe website is in de maak, daar komt op te staan: ‘De poëzie van Dien L. de Boer is toegankelijk én uitdagend complex. Haar gedichten nodigen uit om opnieuw te lezen en te overdenken. /… / Momenteel ontstaat haar derde poëziebundel. Dat worden miniatuurtjes, kleine verhalen met een unieke beeldtaal waar je direct ‘in zit’. Maar omdat ze meer beschrijven dan het ogenschijnlijk zichtbare, blijven het gedichten.’
Verder is er weinig over te vertellen. Ik heb letterwerkjes onder handen die nog kwetsbaar zijn en beschermd moeten worden tegen te veel wind.

 

 

 

     Andere berichten

Interview Rob de Vos (herhaling)

'Small is beautiful' door Sander de Vaan     We herhalen vandaag het interview dat Sander de Vaan op 5 april 2008 had met Rob de...