LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Kees Godefrooij – Wolkbreuk van begeerte

1 jan, 2025

De Dame met het Zwijn

door Hettie Marzak




De omslag van de nieuwe bundel van Kees Godefrooij, Wolkbreuk van begeerte, is ontworpen als een kunstwerk van de Memphisgroep, interieurontwerpers uit de jaren tachtig: felle kleuren en strakke geometrische vormen in allerlei patronen. Maar naast een foto van de auteur is er daarbij ook een afbeelding geplaatst van een sculptuur: een man met een enorme, opgerichte penis, met een hoed op zijn hoofd waaraan nog vier mannelijke geslachtsdelen aangehecht zijn en waar belletjes of klokjes aan hangen. Het is waarschijnlijk een tintinnabulum uit Pompeii, in dit geval een beeld van de Romeinse god Mercurius, die het boze oog moest afwenden en zorgen voor voorspoed en geluk.

Beide kunstuitingen duiden aan wat je in de bundel kunt vinden: gedichten die geschreven zijn in allerlei bonte vormen door elkaar, zoals de Memphisgroep zou doen, maar waarvan de inhoud scabreuze seksuele taferelen beschrijft zoals hoort bij het priapische beeldje. In zes afdelingen van kwatrijnen, sonnetten, prozagedichten en andere vormen van poëzie verkent de dichter alle aspecten van de lichamelijke liefde tussen man en vrouw. Godefrooij is een aanhanger van de Zwarte Romantiek, met veel aandacht voor liefde, dood en verval. Al eerder schreef hij erotische bundels waarin de broeierige zijde van de liefde naar voren werd gebracht; deze laatste bundel is de eerste die werd uitgegeven door de door hem opgerichte Stichting Spleen. Achterin de bundel heeft de dichter een verklarende woordenlijst opgenomen.

In Wolkbreuk van begeerte – een veelzeggende titel met als ondertitel Geliefkoos, Gammel Dansk en De Sade – schuurt de erotiek dicht tegen de pornografie aan. De gedichten zouden zijn geschreven binnen drie weken in afwezigheid van zijn vriendinnen. Hun gemis zou een verklaring kunnen zijn voor de wolkbreuk, die zich ontlaad heeft in verzen.

Er is in de gedichten geen lichaamsopening ongebruikt gelaten, er wordt volop gelikt, gesopt, gekreund, gestoten en genoten. Dit vleselijk festijn is overgoten met humor en spot, die echter niet zozeer ten koste gaat van de mannelijke protagonist als wel van zijn amoureuze medespeelsters. Vrouwvriendelijk zijn de gedichten zeker niet, maar dat zal ook niet de bedoeling zijn geweest. Ontrouw en overspel vieren hoogtij met sadistisch genot.

Hmmmm…

ik haal mijn schouders op bij deze vraag
nooit heb ik meer gehouden van een vrouw
dus hou nu even op met je geklaag
want alles wat ik doe, doe ik voor jou

het zal ook wat verrassend gaan vandaag
ik bind je ook weer vast, dit keer met touw
de pas getrouwde buurvrouw helpt ons graag
wil met haar tongen…zeg, doe niet zo flauw!

Ze hurkt op je gezicht nu met haar poes
oei, oei, het zaad druipt langzaam in je kraag
de buurvrouw is zo leuk, een echte snoes

lik met meer passie, schat, wees niet zo traag!
zie hoe ze zucht en kreunt, die lieve Loes…
maar jij, ondankbare, krijgt straks weer slaag!

Waarom alleen het eerste woord van de derde strofe in dit gedicht een hoofdletter krijgt, is niet duidelijk. Ook is het vreemd dat je zuchten en steunen kunt zien. Grappig is wel dat gedicht een eindrijm heeft van slechts drie klanken, -aa, – ou en – oe, die misschien voor het seksuele genot van elk van de drie deelnemers aan dit SM-spelletje staan. Het mooiste is de ambiguïteit van de tweede versregel van het gedicht: ‘nooit heb ik meer gehouden van een vrouw’. Je vraagt je af welk woord benadrukt dient te worden, ‘nooit’ of ‘meer’ of ‘een’. In elk van de mogelijkheden verspringt de betekenis.
Maar pornografie gaat gauw vervelen. Ondanks de Kamasutra die anders beweert, zijn de verschillende mogelijkheden snel uitgeput en komt het steeds weer op hetzelfde neer. Daarom is het maar goed dat de dichter in deze bundel ook minder expliciete verzen heeft opgenomen, die meer bevatten dan alleen de diverse beschrijvingen van de coitus en misschien juist daarom minstens zo plezierig lezen. Hierin verwerkt Godefrooij zijn liefde voor zijn favoriete schrijvers als Baudelaire, Rilke, De Sade uiteraard die al in de ondertitel vermeld werd, J.K.Huysmans en Proust. Ook Schubert treedt op in een van de gedichten:

Persephone

De suikertante van hiernaast
drinkt vaak in lingerie haar thee
ze mag er zijn en heeft nooit haast
trakteert me gulzig op haar snee

en als ze niet mijn pik begraast
lig ik te wippen met die fee…
Een storm die langs de ramen raast
die Winterreise klinkt. O wee,

zingt zij, heel treurig voor het laatst
de herfst, buur, neemt mij morgen mee

Ook zonder de betekenisvolle naam in de titel – Persephone moest een gedeelte van het jaar doorbrengen bij Hades in de onderwereld, op aarde begonnen dan de herfst en de winter – is dit uiteindelijk in het distichon een gedicht over weemoed en Weltschmerz, die horen bij de herfst.

Na de afdelingen ‘Kwatrijnen’ en de ‘Sonnetten’ volgen er drie prozagedichten die eveneens meer van hetzelfde zijn en niets aan de verbeelding overlaten wat seks betreft, maar die uitblinken door hun treffende woordkeuze en ongebreidelde fantasie. Baldadig en duidelijk met de bedoeling om te choqueren verhaalt de dichter van zijn belevenissen met verschillende vrouwen. Amusant, maar ook niet meer dan dat.

Een aantal van de gedichten was al in het verleden gepubliceerd, sommige in een andere vorm. De afdeling ‘Nagekomen kwatrijnen’ zijn misschien iets minder wulps, maar lijken af en toe aan rijmdwang te lijden. De dichter kiest er voor om archaïsch klinkende woorden te verbinden met ‘platte’ woorden uit de seksindustrie en dat is aardig gevonden, maar na een aantal keren zoiets gelezen te hebben is de verrassing er wel van af.

Barbie Q

Zo’n Barbie met
een sloopcontract
Voor wie het bed
deemoedig kraakt

vermaalt je man-
zijn tot gehakt

dat in haar vlees
gebraden raakt

In de laatste afdeling heeft de dichter een parodie geschreven op een gedicht van Karel van de Woestijne, ‘‘k Ben eenzaam droef ‘, dat op de tegenoverliggende pagina is afgedrukt. Het eindrijm is hetzelfde gebleven, net als de uiterlijke vorm, maar natuurlijk is de inhoud geheel aangepast aan het onderwerp dat heel deze bundel draagt: de buurvrouw. Het vers heeft inhoudelijk maar bar weinig met dat van Van de Woestijne te maken.

Deze bundel doet denken aan het schilderij van Félicien Rops, Pornokrates, waarop een bijna naakte vrouw met een blinddoek om wordt geleid door een varken dat ze aan een riem houdt. De vrouw wordt afgebeeld als een femme fatale, een Kirke die mannen in varkens verandert. Zij lijkt de macht in handen te hebben. Toch is zij blind en moet zich laten leiden door het dier. Het schilderij laat dominantie, verleidingskracht, wreedheid en ontucht zien, waarbij het niet duidelijk is wie de baas is en wie de onderdrukte. Het verschil tussen het schilderij en de bundel is echter het plezier dat de dichter gehad moet hebben bij het schrijven van zijn gedichten. Bij alles wat er borrelt, druipt en spuit in deze bundel is het dat plezier dat er het hardste afspat.
____

Kees Godefrooij (2024). Wolkbreuk van begeerte. Stichting Spleen, 96 blz. € 15,00. ISBN 9789083391823

     Andere berichten

Anne Provoost – Decem

Dichterlijke aanklacht met urgentie door Paul Roelofsen - - De Vlaamse Anne Provoost is van vele markten thuis; zij schreef zowel romans...

Jan Glas – Een mooi verhaal

Jan Glas – Een mooi verhaal

‘Nog één gedicht en ik ontplof’ door Hans Puper Jan Glas zorgt al voor kortsluiting voor je nog maar één gedicht hebt gelezen. De...