LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wie zit er achter het podium? (10)

9 jan, 2025

‘Er zijn weinig plekken waar je zo dicht op de dichter staat.’

 

door Monique Wilmer-Leegwater

 

 

Maarten Praamstra, foto © Henk Veenstra

Kun je iets zeggen, Maarten, over het ontstaan van Dichters in de Prinsentuin?
Dichters in de Prinsentuin werd in 1998 opgericht door Tsead Bruinja en de 28e editie begint dit jaar op vrijdag 27 juni. Wat begon als een middag met poëzie in een monumentale renaissancetuin werd al snel een meerdaags poëziefestival. Die monumentale tuin is heel bepalend voor het festival. In de loofgangen treden veelal beginnende dichters naast gevestigde namen op. Er zijn weinig plekken waar je zo dicht op de dichter staat.
Het festival onderging enkele grote veranderingen: het werd onderdeel van de overkoepelende stichting (NOORDWOORD) en verhuisde van doordeweekse dagen naar het weekend. Tijdens de coronaperiode week het festival driemaal uit naar de Hortus in Haren.

Wanneer begon je met het organiseren van poëziebijeenkomsten? En waarom?
Toen ik in Groningen Geschiedenis ging studeren had ik al veel interesse in poëzie dankzij enkele docenten Nederlands van de middelbare school. De eerste keer dat ik Dichters in de Prinsentuin bezocht was in 2003 en toen er in 2009 plekken vrij kwamen in de redactie meldde ik me aan. De jaren erna kon ik met de organisatie meegroeien en nu ben ik redactioneel medewerker en webredacteur van NOORDWOORD. Ik ben daar een van de vijf medewerkers en in aanloop naar het festival krijgen we ook steun van enkele stagiairs.

Tijdens m’n studententijd heb ik ook twee jaar in het bestuur gezeten van een literaire studentenvereniging en daar kreeg ik de smaak voor het organiseren van evenementen te pakken. Mensen kennis laten maken met een auteur die ze nog niet kennen, maar wel heel interessant vinden vond ik toen al heerlijk en dat gevoel is gebleven. Daarnaast ben ik altijd geïnteresseerd in nieuwe talenten en projecten. Dat kan ik ook kwijt in een lokaal cultureel radioprogramma en in de zomer ben ik vrijwilliger bij een open podium in de Middeleeuwse kerk van Leegkerk.

Dat is toch wel mooi, dat docenten de liefde voor poëzie weten over te brengen op hun studenten. Wat heeft meer jouw interesse: poëzie of proza en kun je aangeven waarom?
Lastige vraag. Op dit moment heeft poëzie meer m’n interesse, maar ik wissel meerdere genres graag af voor de variatie. Niet elke dichtbundel leent zich om in een keer uit te lezen en het is fijn om over te stappen naar een totaal ander verhaal. Nu ik wat langer actief ben als organisator en lezer merk ik ook dat ik het steeds interessanter vind worden om te zien hoe een schrijver zich in de loop der tijd ontwikkelt. Als een dichter dan met een roman komt, wil ik die ook lezen. Een andere reden dat ik nu poëzie noem is dat ik in 2023 vader ben geworden en al een tijd liever kortere teksten lees. In dat eerste halfjaar vaderschap bleven er behoorlijk wat romans onuitgelezen.

Schrijf je zelf ook?
Ik heb na m’n middelbareschooltijd nooit echt de behoefte gevoeld om zelf gedichten te schrijven. Net als dat je van muziek kan genieten zonder de wens te hebben een instrument te kunnen bespelen. Mijn werk bood me wel de mogelijkheid om een cursus verhalende journalistiek te volgen aan de Schrijversvakschool in Groningen en interviews, verslagen en biografische stukken schrijven spreekt me wel erg aan. Ik hoop eens tijd vrij te maken voor een langer historisch onderzoek en een biografie schrijven over een auteur is een droom die ik eens hoop waar te maken.

Wat onderscheidt jouw podium van dat van een ander?
De afwisseling tussen nieuw talent en gevestigde namen: elk jaar worden er uit inzendingen zo’n veertig dichters geselecteerd en we nodigen auteurs die recent een bundel hebben uitgebracht uit om op te treden. Beginnende dichters kunnen van een redacteur feedback ontvangen en we bieden dichters (en publiek) workshops aan om hun performance te verbeteren. Drie dagen lang treden er zo’n zeventig dichters op, alleen dat aantal al maakt dat we eruit springen. Daar komt bij dat een groot deel van het programma gratis toegankelijk is. Dat is deels historisch zo gegroeid, maar anderzijds kost het ook geld als we de Prinsentuin, een openbare tuin, moeten afsluiten. Bovendien zorgt die gratis toegang ervoor dat we een heel breed en divers publiek trekken.

Zijn er voorwaarden om mee te doen? Stel je voorwaarden aan het publiek?
Als we de inzendingen beoordelen speelt je eigen smaak natuurlijk een rol, maar de hoofdvraag blijft of de dichter ons publiek kan boeien in de loofgangen. Dichters die niet eerder op het festival stonden gaan ook voor. Bij de discussie over wie we uitnodigen bespreken we veel: wat voegt dit type poëzie toe aan de line-up? Zijn alle stijlen goed vertegenwoordigd? Krijgt deze dichter wellicht een boost als we hem uitnodigen, of denken we dat deze persoon betere gedichten schrijft als ‘ie nog een jaartje ervaring kan opdoen? We hebben de luxe te mogen kiezen uit meer dan 160 inzendingen, die dichters verdienen het dat we hun werk serieus nemen. Helaas moeten we de meerderheid berichten dat we ze geen plek kunnen bieden, daar zitten dichters tussen die ik persoonlijk graag had willen uitnodigen. Dat hoort erbij. Het mooiste is als iemand stug doorzet en na een of meerdere vergeefse pogingen een uitnodiging krijgt.

Aan het publiek voorwaarden stellen past volgens mij niet bij ons. We zijn allemaal voor het eerst naar een voordracht gegaan en elke liefhebber kan een moment noemen dat een gedicht of een voordracht indruk maakte, zo’n moment gun ik iedereen.

Kun je een bijzonder optreden noemen?
In de beginjaren van het festival vond het slotprogramma plaats bij Schouwburgcafé de Souffleur en daar wordt nog steeds wel eens naar verwezen. Ik kan me zo optredens van Alfred Schaffer, Didi de Paris en Tonnus Oosterhoff voor de geest halen die toch al wel een jaar of 20 geleden plaatsvonden. Als ik kijk naar wat ik heb bijgedragen, denk ik terug aan het optreden van de (te vroeg overleden) Tom Pintens in 2009 en de Syrisch Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun in 2015. Het is ook heel tof als je dichters ziet groeien die in Groningen hun eerste schreden op het podium zetten. Ellen Deckwitz, Joost Oomen en Alara Adilow hebben als beginnend dichter bij ons opgetreden. En nu ik toch namen noem: ik hoop dat deze vlieger ook opgaat voor Richard Nobbe en Michael ter Maat die dit jaar komen voordragen uit hun debuut.

Hoe bereik je je publiek? Is het moeilijk om de zaal vol te krijgen?
Met onze naamsbekendheid zit het in het Noorden wel goed, maar je wilt natuurlijk ook nieuwe mensen bereiken en we hebben gelukkig de middelen om goed reclame te maken. Met meer dan duizend bezoekers, en soms meer, zijn we een van de grotere poëziefestivals. Corona maakte het door een nieuwe locatie en andere opzet wel spannender om het festival te promoten en afgelopen jaar speelde het slechte weer parten. De drempel om naar een gratis festival te gaan ligt lager, maar bij slecht weer is het ook makkelijker om niet te gaan. Toch trokken we verleden jaar genoeg bezoekers.

Werk je met subsidie? (bijvoorbeeld om je gasten te betalen)
NOORDWOORD wordt structureel gesteund door de Gemeente Groningen, de provincie en het Letterenfonds. We heffen natuurlijk entree op sommige programmaonderdelen en vragen soms een aanvullende subsidie aan voor een bijzonder project. Dichters die al gepubliceerd zijn krijgen van ons een honorarium aangeboden. Nieuw is dat we in 2025 ook de talenten die zich bij ons aanmelden een vergoeding gaan bieden. Natuurlijk kregen die mensen een reiskostenvergoeding en redactionele begeleiding, maar een aantal probeert al wel inkomsten te verkrijgen uit optredens en als je het werk van iemand serieus neemt, mag je er ook voor betalen. De fair practice code die in 2025 van kracht is geworden is hier natuurlijk een reden voor en het is fijn dat we deze stap nu kunnen zetten.

Kun je iets zeggen over je publiek, qua leeftijd bijvoorbeeld. Zijn het lezers van poëzie of de dichters zelf, of een combinatie hiervan?
De bezoekers variëren van tieners tot senioren en ik denk dat het gemiddelde ergens in het midden zit. Veel dichters blijven de hele dag luisteren en er zijn ook veel lokale dichters die ons graag bezoeken. Veel bezoekers zullen af en toe poëzie tot zich nemen, maar ik weet niet of ze allemaal bundels lezen. Natuurlijk heb je ook mensen rondlopen die specifiek voor een bepaalde dichter komen en graag op de hoogte zijn van wat er nu gebeurt.

Kunnen dichters zichzelf aanmelden of worden ze door jou gevraagd?
Dichters kunnen zichzelf aanmelden via onze site en dat kan tot 15 januari. Afgelopen jaar hadden we zo’n 160 aanmeldingen en vanwege dat aantal is het heel fijn om alles via ons inschrijfformulier te laten lopen. Dan hebben we alle gegevens centraal en lopen we niet het risico iets kwijt te raken.

Heeft de locatie invloed op de opkomst denk je?
Na corona kunnen we deze vraag met een ja beantwoorden. Het festival is natuurlijk in naam verbonden aan de Prinsentuin. Voor de editie van 2021 gingen we uit van een doorstroomlocatie, zoals dat toen heette, en de Prinsentuin is dat nu net niet. In de Hortus konden we een evenement organiseren waarbij het publiek afstand kon houden. Om het publiek goed te spreiden moest er ook meer georganiseerd worden, verspreid over het terrein. Zo ontstonden er programmaonderdelen die we in de Prinsentuin waarschijnlijk niet bedacht hadden vanwege de beperkte ruimte.

In 2022 kozen we vanwege de onzekerheid rondom corona ook voor de Hortus in Haren en in 2023 wilden we de ervaring die we op die locatie hadden opgedaan graag inzetten om het evenement nog mooier te maken. Toch merkten we dat mensen terugverlangden naar de Prinsentuin en in 2024 keerden we terug naar de stad. De ervaringen die we opdeden in Haren namen we wel mee terug en zo betrokken we enkele omliggende gebouwen en het Martinikerkhof bij ons festival.

Hoe combineer je alles omtrent dit evenement met je dagelijkse bezigheden?
Aan m’n werk bij NOORDWOORD heb ik een fijne parttime baan. Daarnaast heb ik een flexibele baan als schoonmaker in een café. Ik vind het fijn om iets met je handen te doen en waar je bij een festival soms buiten werktijd zit na te denken over een mail of deadline kan je schoonmaken gewoon achter je laten.

     Andere berichten

Interview Myriem El-Kaddouri

Interview Myriem El-Kaddouri

‘Poëzie is een manier om mijn betrokkenheid vorm te geven zonder dwingend te zijn’ door Annet Zaagsma   Myriem El-Kaddouri (1994) is...

Interview Alfred Schaffer

Interview Alfred Schaffer

‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...