LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Het commentaar van Fred Papenhove

7 feb, 2025

‘Niet via taal met de rug naar de lezer staan’

door Janine Jongsma



Hettie Marzak vond We zitten in de nachtbus van Fred Papenhove en bundel met gedichten om van te genieten. Dat kunnen we lezen in haar recensie van april 2024. Met de dichter ga ik in gesprek over deze recensie.

Fred Papenhove (1956) debuteerde in 2005 met De rode soldatenvis. We zitten in de nachtbus is zijn zesde bundel. Wat mij opvalt is dat iedere bundel werd uitgegeven bij een andere uitgeverij zodat je ze onderling mooi kunt vergelijken. Hoe Fred begonnen is met dichten en wat zijn aardrijkskundeleraar daarvan dacht kun je in dit vermakelijke stuk lezen dat in het Hollands Maandblad stond.

Ik wil van Fred horen wat zijn eerste indruk was van de recensie van Hettie Marzak want zij zegt namelijk: ‘Wat hij schrijft gaat ook over hem. Maar evengoed is het een generiek ‘’we’’ dat alles veralgemeniseert, waardoor weer afstand gehouden wordt. Het is een knap en bijna verscholen procedé dat de dichter meesterlijk hanteert.’

Ik was uiteraard blij met haar positieve recensie. Ze is als recensente gepokt en gemazeld. We’ is een manier om niet steeds over ‘ik’ te spreken en meer afstand te creëren. Maar achter de vorm schuilt altijd de vent/vrouw, al is niet iedereen het daar mee eens, ha!   

Ja, dat zal een kwestie zijn van: wie de schoen past, trekke hem aan. Buiten het regelmatig gebruiken van de wij-vorm, komt de parlandostijl heel eenvoudig over, maar er zit altijd een laag onder. Als voorbeeld plaats ik dit gedicht:

Woke

kies voor black lives matters
meer diversiteit ’t oplossen van de opwarming
van de aarde geen vlees eten genderneutrale toiletten

kan soms stiekem naar een ander leven verlangen
geen afvalscheiden van roofkunst genieten hard

autorijden carnivoor zijn wildplassen ’s winters de cv hoog zetten
heb niet
de illusie dat ik me anders kan gedragen

m’n vriend bewondert me omdat ik zo woke ben

Hettie Marzak benoemt dit ook in haar recensie, zij zegt: ‘De sprekers in de gedichten drukken zich vaak heel naïef uit, maar zeggen daarmee meer dan ze zich bewust zijn. Papenhove doet het voorkomen alsof hij dicht op een haast terloopse manier, waarbij je als lezer goed moet kijken en nadenken om je bewust te worden van wat er werkelijk opgeroepen wordt tussen de bedrieglijk eenvoudige versregels.’

Nu ik de gedichten gelezen heb, valt wat Marzak zegt mij ook als eerste op. Ik vraag Fred of hij dit wil toelichten.

Poëzie die op poëzie lijkt, het mag uiteraard, ‘t cliché is dan vaak dat het zo moeilijk en onbegrijpelijk is, zulke poëzie wil ik in ieder geval niet schrijven. Communiceren met de lezer vind ik belangrijk en niet via taal met mijn rug naar hem of haar toestaan. Ik wil de poëzielezer(es)  ‘naar binnen halen’ via mijn gedichten dus in heldere taal. Wat er zich aan de oppervlakte bevindt is trouwens net zo belangrijk als wat eronder zit. Beide wil ik vatten.

Mijn voorkeur gaat ook uit naar heldere taal en ik vind de uitspraak: ‘niet via taal met mijn rug naar hem of haar toestaan’ goed omschreven want met hermetische poëzie heb je inderdaad het idee dat de dichter met zijn of haar rug naar je toestaat.

Jan de Jong zegt op Tzum in zijn recensie over Wij zitten in de nachtbus dat de gedichten swingen en hij haalt de afdeling ‘Jazz’ aan. Marzak is minder gecharmeerd omdat zij niets heeft met dat genre. Zij vindt de laatste twee afdelingen ook uit de toon vallen omdat er geen diepe laag in de gedichten is aangebracht. Smaken verschillen en dat mag, maar ik vraag aan Fred hoe het zit met die twee afdelingen. Waarom ‘staat er wat er staat’? Waarom zijn ze opgenomen in de bundel?

Ik ben een jazz fan en vond de gedichten geschikt om op te nemen, al eerder waren ze geplaatst in Twee soorten adem. En ik wou ze nog meer aandacht geven. Geldt ook voor de vogelgedichten; ik hou van vogels en ze werden eerder geplaatst in De Scharrelaar. Vond het zonde om te niet een nog grotere verspreiding te geven. Vooral over het vogelgedicht ‘Iets anders’ kreeg ik leuke reacties.

Iets anders

‘t roodborstje vliegt vanuit onze tuin de keuken in
en neemt plaats op de ijskast

kijkt naar ons blijft rustig zitten
volgens m’n vrouw is het haar pas overleden moeder

dik was mijn schoonmoeder Martijntje niet maar volslank net als
‘t vogeltje

herinner me de woorden van Ovidius een dode Romeinse gast
‘we vergaan tot stof en worden weer iets anders’

je wenst ’t iedereen toe waarom niet

via mijn Krups Nespresso Essenza Mini neem ik een Nespresso Volluto

dan vliegt Martijntje weg

Ja, dit gedicht vind ik ook leuk. Ik kan weinig over Fred vinden op het net, hij heeft geen website, hij staat niet op Wikipedia en ik moet gokken dat zijn voorlaatste bundel uit 2015 komt. Ik vraag of het klopt dat er acht jaar zit tussen Rechte paden doen ons niets en deze bundel. Bij Marzak ging geen belletje rinkelen bij zijn naam, bij mij ook niet en dat is best apart. Blijf de dichter bewust in de luwte? Of is deze bundel een comeback?

Ja, er zit acht jaar tussen. Heb wel regelmatig gepubliceerd in o.a. Hollands Maandblad en in Het Liegend Konijn (en o.a. ‘t boek- en tijdschrift als hierboven vermeld). Mijn eerste bundel verscheen in 2005 en mijn zesde bundel in 2023.  Binnenkort verschijnt mijn prozadebuut ‘ Verhalen over een opmerkelijke gast.’ Dus 7 boeken in 19 jaar….. wie schrijft blijft ook niet op de planeet aarde, maar is wel goed bezig.

     Andere berichten

Het commentaar van Martin Knaapen

Het commentaar van Martin Knaapen

‘Mijn sensitiviteit gebruik ik maar ik grom minder’ door Janine Jongsma - - Martin Knaapen is dichter en volgens zichzelf een cultureel...

Het commentaar van Jeroen van Wijk

'Het is vrij leerzaam om als dichter ook te recenseren' door Jeroen van Wijk - - Ik heb mijn werk als recensent nooit makkelijk gevonden,...