door Pieter Sierdsma
foto © Bram Budel, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren
Tijd is een aanduiding die al voordat dit begrip zijn eenduidigheid verloren had in de moderne natuurkunde, omdat deze relatief bleek, in de filosofie veel aandacht had gekregen, in bespiegelingen over tijd en ruimte. De Griekse filosoof Heraclitus, zesde eeuw voor Christus, stelde dat alles stroomt, de hele schepping. Dat merk je, want je stapt nooit twee keer in dezelfde rivier. Voor de dichter Hans Tentije was tijd een kernbegrip. Hij heeft er zijn schrijversnaam naar gevormd. Om het stromende te benadrukken eindigen zijn gedichten open, zonder punt.
Johann Krämer (Beverwijk 1944 – Alkmaar 2023), leerkracht in het middelbaar onderwijs, exploreerde in zijn gedichten historische plekken, rafelranden van de samenleving, de natuur, het Noord-Hollands landschap, schreef Trouw recensente Janita Monna. Met zestien dichtbundels riep hij in lange, verhalende gedichten taferelen op, trefzeker van observatie, met oog voor detail en rake typeringen van personages en landschappen. Over zijn eerste bundel Alles is er uit 1975, schreef de Haagse Post: ‘Maar pas als het zo wordt opgeschreven bestaat het echt. Prima weer eens gedichten te lezen van iemand die uit het juiste, ruwe, kwasterige hout gesneden is.’ De vluchtige werkelijkheid wordt door de dichter niet zonder ironie en surrealiteit weergegeven. Op het omslag van de bundel zien we een man in sporttenue van rond 1900 gebogen trappend op zijn racefiets met op zijn rug een vleugelconstructie over een baan rijden waar het net geregend heeft. Hij hoopt los te komen en te vliegen. Maar niemand uit het publiek heeft maar enige aandacht voor zijn poging.
In 2017 ontving Hans Tentije de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele dichterlijke oeuvre. De jury merkte terecht op dat zijn werk een constante kwaliteit vertoont. ‘Zijn gedichten roepen bovendien ‘lieux de mémoire’ op, met bepaalde gevoelens geladen plekken. Poëzie wordt de kracht toegekend ‘alles nog eenmaal in lichterlaaie’ te kunnen zetten: de beelden in het gedicht roepen een herinnering in gedachten of zetten de fantasie in gang – de werkelijkheid als dusdanig terughalen vermag ze evenwel niet. Dat besef zorgt voor de licht unheimliche, melancholische sfeer van Tentijes poëzie.’
In de gedichten van Tentije is de tijd van de dag die beleefd wordt al achter op het ogenblik, als deel van een onafzienlijke keten van komen en gaan. Het wil niet zeggen dat het moment het meest echte is. Verleden en toekomst zijn van dezelfde keten, als een stroom, zoals in het tweede gedicht uit de serie Schepen, rivieren, uit de bundel Wat ze zei.
–
Doordrenk me van alles wat voorbij gaat –
Hier spreekt men Vlaamsch, staat er in
verleerd schuinschrift op de gevel van de winkel
bij de sluis, hier aan de Oise, al bijna Parijs
maar dagen varen oud is Het Laatste Nieuws
dat aan een vliegertouwtje voor de ramen hangt
zo haperen de momenten tussen aankomst
en vertrek, als tussen stilstand en verval
wanneer de loopplank doorbuigt naar armoedig mos
waar ’t eeuwig van sterft op de kade
–
Om de verschietende tijd bij elkaar te houden verknipt Tentije de ogenblikken en voegt deze, als bij de montage van een film, samen met andere, die sterk lijken op de voorgaande werkelijkheid, maar toch net ongrijpbaar, want ergens verder in de tijd neergezet. Het vierde gedicht uit de impressie van een reisje met een vriendin maakt dit invoelbaar.
–
Wat ze zei (IV)
Spiegels waarin met lomere precisie
afscheid wordt genomen. lippen voller worden
aangezet: zulk soort spiegels overal
andere oever, nog droeviger kafee
rook hangt laag in oneindig veel lokalen
je tipt je as boven ’t begin van de dansvloer en
doet dat even zo vele keren op datzelfde ogenblik
ligt dat pas met de ochtend wegsterft
de baas als een wisselwachter boven de stangen
van z’n tapkast – jij die hier was
versplinterd op al die plaatsen tegelijk
–
Hans Tentije is een goed regisseur van het beeld en het woord. In zijn voorlaatste bundel Nergens anders zwenkt hij naar een detail. Zoiets eenvoudigs als de trap aflopen naar buiten krijgt al iets dreigends.
–
voorzichtig de trap afdalend hoorde je altijd de krakende trede
duidelijk zeggen dat je nergens anders naar toe mocht
maar onmiddellijk voelde je hoe uit de straatstenen de kou optrok en de wind
omzichtig in de lagen dorre
bladeren van vorige herfsten groef
–
De auteur weet dat het beeld, een reeks beelden, dwingend voorbij kan trekken, ook aan het innerlijk oog. Het is dan ook geen toeval dat hij één van zijn bundels die hij belangrijk genoeg vond om te herschrijven De innerlijke bioscoop heeft genoemd. De beelden op de omslagen spreken een dwingende taal, geschilderd of gefotografeerd. Tentije schrijft vaak over schilderijen. Op het omslag van Nergens Anders een vitrage in een donkere kamer die licht doorlaat maar versluierd, raadselachtig. De cover van Om en nabij laat een hoek uit een oud stijlvol café zien met een paar ronde tafels, waar de tijd duidelijk halt heeft gehouden in een aarzeling om verder te gaan. In het volgende gedicht uit die bundel gaat de camera heen en terug over een landschap om wat verglijdt vast te houden.
–
Van over zee
Een strijklicht dat zijn schaduwen uitstrekt
naar onbereikbaar geworden, al verwilderde plekken
om wat zich er ooit voltrokken heeft
en misschien nog steeds niet is gewist –
met de wolken wegdrijvende, weer te binnen
geschoten, willekeurige momenten, maar er is zoveel
horizon waarachter ze vervolgens
moeten verdwijnen, terwijl een afgelegen
landschap als dit ze zich zelfs
zou horen te herinneren
als het kijken eindelijk het vergeten inwilligt
zijn alle beelden teruggebracht
tot hun essentie, het onderhuidse waar elk woord, elk lied
immer uit voortgekomen is
in een van over zee, van over duinvalleien
en verstuivingen komend licht, dat alles verheldert
maar niets verklaart
–
Bronnen :
Hans Tentije, Wat ze zei en andere gedichten, De Harmonie, Amsterdam, 1978
Hans Tentije, Om en nabij, De Harmonie, Amsterdam, 2016
Hans Tentije, Nergens anders, De Harmonie, Amsterdam, 2020
Literatuurmuseum, Hans Tentije (1944-2023) heeft de Constantijn Huygens-prijs 2017 gekregen voor zijn oeuvre, 2017
Hans Tentije, Wikipedia, 2024
Heracltus, Wikipedia, 2024
–