LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Jozef Deleu (samenstelling) – Het Liegend Konijn 2025 / 1

19 mei, 2025

Gedichten in overvloed

door Janine Jongsma



Het is altijd een cadeautje als Het Liegend Konijn in mijn brievenbus valt. Ik ben nieuwsgierig naar de gedichten die Jozef Deleu heeft uitgekozen om te publiceren. Welke bekende namen staan ertussen, wie is nieuw voor mij en wie is degene met de meest gepubliceerde gedichten? Dat is deze keer Marc Tritsmans, die maar liefst met acht gedichten acte de présence geeft. Ja, allicht, Tritsmans is een oude rot in het dichtersvak. Hij debuteerde in 1992, heeft veertien bundels uitgebracht en als je hier in de zoekfunctie zijn naam intoetst dan verschijnen er vele lovende recensies. De meest actuele is die van Terwijl wij nog slapen uit 2023.

Een aantal gedichten gaat over het verlies van zijn moeder. Het volgende gedicht sprak mij aan. Hoe het zacht sluiten van de grafkist oorverdovend hard kan klinken omdat het afscheid definitief is:

Laatste

Hoe het woord doodstil
voor mij toch plots een
heel nieuwe betekenis

kreeg toen ik jou daar
in je allerlaatste bed zag
liggen in dat raamloze

kamertje waarin men met
een vaag soort muziek
nog tevergeefs trachtte

om de totale afwezigheid
van geluid te overstemmen.
Maar het was vooral dit

voor het laatst zachtjes
sluiten van die laatste
deur tussen jou en mij.

Oorverdovend deed ik je
leven dicht. Waarna ik je
niet, nooit meer zou zien.

Er zijn veel publicaties van bekende dichters, zoals van Eva Gerlach, Luuk Gruwez, Miriam Van Hee en Benno Barnard, om er een paar te noemen. Het Liegend Konijn presenteert vijfendertig dichters en honderdzeventig bladzijdes aan poëzie, ik kan alleen een inkijkje geven. De formule die Deleu al drieëntwintig jaar succesvol hanteert, is uniek in zijn soort. Dichters (bekend en onbekend) mogen uitsluitend nieuwe, niet eerder gepubliceerde gedichten insturen en hij bepaalt welke gedichten voor zijn Konijn lezenswaardig worden geacht. Deleu omschrijft het als gedichten die ‘uit het nest worden geroofd’, maar de lat ligt hoog voor een publicatie. Voor de gevestigde dichter betekent dit: je bent zo goed als je laatste gedicht. Voor onbekend talent valt er niets te verliezen, maar als je werk wordt opgenomen is dat veelzeggend en een eer. Deleu heeft dan hoogstpersoonlijk het vakje ingekleurd waar ‘geschikt’ achterstaat. Daarnaast verschijnt het tijdschrift maar twee keer per jaar en dat voert de spanning op want geloof maar dat Deleu overstelpt wordt met gedichten. Tenslotte mag het een tijdschrift heten – wat letterlijk genomen ook klopt -, maar mag je het gerust een boekwerk noemen.

Over naar de inhoud. In het gedicht ‘Hetero’ van Barnard vergelijkt de ik-figuur het zich vergapen – voor één seconde – aan een willekeurige vrouw met het plots zien van een vergezicht in een verder stoffig landschap. Die vergelijking wordt goed uitgewerkt en dan luidt de formidabele slotzin: ‘Maar o die wulpse wolken, dat licht!’ Luuk Gruwez trekt je meteen een gedicht binnen met zijn sterke openingszinnen. Zoals in ‘Bed in Antwerpen’: ‘Het is een bed met te veel verte. Geen lief is hier ooit / in terug te vinden’. Mooi enjambement met die regelafbreking na ‘ooit’. En wat te denken van: ‘Zelf ben ik, toegegeven, zo dood als een fopei. / Toch staat diep in mij een bevriende koe te loeien’ (uit het gedicht ‘Gras’). Het is zo verrassend dat je wel móét verder lezen. In een gedicht van Mirjam Van Hee, ‘Missen verbinding’, staat de vader centraal die een fixatie heeft voor het bijhouden van hoeveel tijd hij kwijt is als hij onderweg is op reis. Hij maakt notities van aankomst- en vertrektijden en hoeveel vertraging hij oploopt. Het moet op de minuut af correct worden bijgehouden. In ‘3’ staat een ontroerend fragment: ‘toen ik vroeg voor wie hij dit schreef, voor jou / zei hij, hier lagen bewijzen van zijn vervoer / waarvan ik vervoering moest zien te maken’. Mooi.

Interessant zijn de nieuwkomers met potenties die nog geen bundel op hun naam hebben staan en hun visitekaartje mogen afgeven. Ik ken twee namen uit die lijst. De eerste is Bo Vanluchene van wie ik onlangs een gedicht heb geprobeerd te analyseren. Uit het gedicht ‘transgender zwemuurtje (2)’ de tweede strofe: ‘wij zwemmen in bonte scholen / vinnige versies van millennia / evolutie van vis naar mens’. Ik moet zeggen dat ik ‘vinnige versies van millennia’ een pracht van een omschrijving vind en ik zie ze voor me, zwemmend en wel. Tussen de nieuwkomers met veel potentie staat ook een recensent van ons: Jeroen van Wijk!

Ik ben onder de indruk van het gedicht ‘Het is alsof er niks verandert’ en citeer de vierde strofe ervan:

de dood is praktisch aangelegd
en vraagt een flinke prijs voor
kleding die matcht met het grauwe lijk
hoe erfenissen schulden toeslagen
zwaarder wegen dan jouw gedenksteen
hoe een mens binnen een week
machinaal werk verwerkt de week erna bekaf
op de bank pas beseft dat jij er niet meer bent
en denkt de dood is praktisch aangelegd

Iemand die al wel een bundel mocht uitgeven en ook werkt bij Meander is Monique Wilmer-Leegwater. Haar debuut Wisselplaats kreeg lovende recensies, en stond op de longlist van de Grote Poëzieprijs 2024. In het gedicht ‘Wake’ is de ik-figuur een onderdeel van de natuur, daar leest ze alles aan af. De winter is net geweken: ‘Vorst zag ik lang geleden in een laat december / in de ogen van een adelaar, zijn / uitgeslagen borst’. Er wordt een lam geboren. Onderstaand fragment toont hoe de ik-figuur zich vereenzelvigt met de ooi als de nageboorte zich aandient:

In mijn aderen klopt het bloed van een nomade
zij neemt grond en dieren op, verzorgt hun wonden.
Het bleke lam in de emmer, op het punt

van wegen. Gewicht van vlees, geur van weeën
het lichaam scheurt, onvolkomen, lauwwarme wol
dunne rode strepen.

Het vloeit en stroomt uit mij.

Ik sluit af met een gedicht van Eva Gerlach omdat ik het te mooi vind om niet te delen.

Boedel

Je stem van ver: ‘Kind, hoe heet ik ook weer?’
Ik zeg je voor. Nog eens. ‘Is dit verkeerd?’
Letter voor letter. ‘Zo dus?’ ‘Nog een keer?’

Doodlopend spoor. ’s Nachts laten ze je gaan.
Ik ruim op, zie een kladblok lang je naam
regel na regel in verdwaalschrift staan.

Navelstreng uit mijn lijf vandaan, klop door.

____

Het Liegend Konijn 2025 / 1. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie (2025). Onder redactie van Jozef Deleu. Uitgeverij Pelckmans, 248 blz. € 24,50. ISBN 9789463838054

     Andere berichten

Yasmin Namavar – Verblijf

Yasmin Namavar – Verblijf

Zeep uit Aleppo door Hettie Marzak - - De titel van de debuutbundel van dichter en psychiater Yasmin Namavar wordt door het gebruik van...