LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Annet Zaagsma – In elk klokhuis schuilt cyanide

4 jul, 2025

Hoed U voor al te voorbarige, levendbarende conclusies

door Marc Bruynseraede



De naam Annet brengt onwillekeurig de herinnering op aan de Duitse Annette von Droste-Hülshoff (1797-1842). Deze romantische dichteres woonde  op een middeleeuwse burcht in Meersburg, een schilderachtig dorpje, aan de boorden van het Bodenmeer (lac de Constance, voor de Zwitsers aan de overkant).

Is er enige overeenkomst tussen het werk van Annette en Annet? De Duitse von Droste sprak, in één van haar meest bekende gedichten ‘Der Knabe im Moor’ (Het jongetje in het moeras) over het onheimelijke gevoel van een jonge knaap die, bij valavond, op wandel gaat in een zompig-dreigend moerasland:

O, schaurig ist’s, übers Moor zu gehn
Wenn es wimmelt vom Heiderauche
(…)
O, schaurig ist’s übers Moor zu gehn
Wenn das Röhricht knistert im Hauche!
O, griez’lig is’t om over moerasland te gaan
Als ’t wemelt van de heiderook
(…)
O, griez’lig is’t om over moerasland te gaan
Als ’t riet knettert in je adem!

In de poëzie van Annet Zaagsma knispert een gelijksoortig gevoel van onrust, wanneer ze zich begeeft over de onvaste, vrijgevochten ondergrond van haar beeldspraak. Opkomende twijfel, angst of onzekerheid wordt met een minimalistisch bezwerend spotlachje weggewuifd, of, zoals ze schrijft: als een ‘zombie die zich verraadt met een glimlach’.

Alle schoonheid heeft een verborgen snuifje lelijkheid of imperfectie. En tegenstellingen en contrasten stemmen nu eenmaal tot nadenken.

—–probleemzone
zelfst. naamw. (v., meervoud: -zones) uitspraak: [pro´blem´zone]

plekken met problemen heten nu zones en dienen weggewerkt
te worden. botox is net als poëzie onvermijdelijk. niemand
koopt een ongewassen auto. voor tijdelijke ontspanning
worden pluspunten geaccentueerd, oppervlakkige dode
en oude huidcellen verwijderd. Check buik √ dijen √ bovenarmen √
& meer oneffenheden op onrealistische kinderwensen
en fronsrimpels. zombies verraden zich altijd door hun glimlach.

Annet Zaagsma verblijft weliswaar niet in een schilderachtig slot, te midden van hellende wijnvelden, maar achter kippengaas, weelderig begroeid met exotische bloemensoorten. Daar heeft de dichteres haar nest gebouwd. Althans, dat is wat we opmaken uit de bijzonder mooie cover die rond de dichtbundel gewikkeld is. Een heerlijk bloementapijt weeft zich symbolisch door de ‘kiekendraad’. Want schoonheid kent ook zijn grenzen, zoals de titel van de bundel aangeeft: In elk klokhuis schuilt cyanide. En dat klopt ook: met al wat lekker is, kan je ook aan je einde komen.

Daarmee wil niet gezegd zijn dat onder de verzen van Zaagsma venijn verdoken zou zijn. Alleen zijn er geen rozen zonder doornen en een addertje schuilt maar al te graag onder het gras.

Zaagsma’s poëzie kenmerkt zich door een weelderig en geschakeerd vocabularium; een feest van heerlijke-ongewoon, moeilijke woorden: ‘cyborg’, ‘amoergrondel’, ‘goniometrie’, ‘koraalmeerval’, ‘restkwarts’, ‘eloneten’, ‘perineum’, ‘totaalruptuur’. Bedoeling hiervan is niet de verstaanbaarheid te bemoeilijken maar het JUISTE woord te gebruiken in liefst zijn meest exotische verschijningsvorm. Als dokters in hun onverstaanbaar latijn helder kunnen communiceren, waarom dichters dan niet met hun publiek? Overigens, onverstaanbaarheid betekent niet ‘gebrek aan betekenis’. Wel integendeel.

En, nu we het toch over woordenschat en stijl hebben, dienen we nog even, naast de pirouettes van taalgebruik, de meest onverwachte associaties te vermelden. De vermenging van het vreemdste met het doodgewoonste, het redelijke met het onredelijke doet ons knipperen met de ogen. Het noopt ons tot herlezen.

We bevinden ons op het terrein van poëzie voor gevorderden, waar een mengeling van spitsvondigheid met humor en zachte ironie, gekoppeld aan een goed structurele opbouw, meerwaarden zijn. Voor de liefhebber van deze dichtkunst: eten en drinken.

projecteer jezelf in een hypothetische situatie

in mei krijg je eindelijk een auto van de zaak
dan wordt dit waarschijnlijk de kinderkamer
licht valt zacht door de gele gordijntjes
eerst nog dertig letselschadeformulieren verwerken

dit wordt dan waarschijnlijk de kinderkamer
badeendjes maken het feest compleet
eerst nog dertig letselschadefomulieren verwerken
om onnodig leed voorgoed te voorkomen

in mei krijg je eindelijk een auto van de zaak
badeendjes maken het feest compleet
het effect van pasteltingen wordt zwaar onderschat
om onnodig leed voorgoed te voorkomen.

De lezer(es) zal stilaan merken dat stijl en kunstgrepen van de dichteres leiden tot een verrassende en verfrissend-ongeziene poëzie. In bovenstaand gedicht is de gelijktijdige gedachtegang van twee personen synchroon door elkaar vermengd, door simpele herhaling en verplaatsing van versregels. Pratend naast elkaar en over een ander onderwerp wordt dit toch een samenspraak.

De bundel bestaat uit drie cycli. De argeloze lezer verwijlt in ‘lichaamsvreemd’ bij het lichamelijke, dat tegelijk vreemd en niet vreemd is, in het licht van de achterliggende realiteit. In cyclus twee komt ‘bijkomende schade’ aan bod. Hierin wordt de mens, spijts koppige weerstand, tot Cyborg (half)robot getransformeerd. En afgesloten wordt met ‘nachtnatuur’, een soort nocturne van al het geleden lief en leed, dat tot schoonheid met diamantallure wordt samengeperst.

De nietsvermoedende lezer(es) wordt bij het begin getroffen door het feit dat de dichteres haar titels behandelt als een woord uit het verklarend woordenboek, mét bijpassend onderschrift, zoals bij hoger vernoemd gedicht ‘probleemzone’.

Gaandeweg, naarmate de lectuur vordert, wordt duidelijk dat Zaagsma het heeft over zwangerschapssituaties en het ingrijpende beleven van het baren van een kind. Beetje bij beetje wordt klaar dat de gedichten handelen over lichamelijke veranderingen en fysieke maanstanden die dat meebrengt. Kinderen worden nu eenmaal niet in poëzie geboren maar in gekrijs, en in luiers geborgen. En dat is toevallig ook de samenhang van de cyclus ‘lichaamsvreemd’, met gedichten als ‘doorbraakbloeding’, ‘indalen’, ‘persneiging’, ‘totaalruptuur, ‘tepelnijd’ en ‘borstenhouder’.

—-borstenhouder
zelfst. naamw. (m) uitspraak: [borstehauder]

een borstenhouder is een opwaarderend niet-medisch hulpmiddel,
voorzien van nasa-technologie. onzichtbare voorwaarde
voor deelname aan het maatschappelijk speelveld. steunt
en separeert de eeuwige jeugd. geen middel wordt geschuwd
voor een aanvaardbaar silhouet. kant, elastiek en schaamte
worden als steigers ingezet. snijdt, knelt en bezweet de realiteit.
ballast, direct af te werpen bij thuiskomst. best vervangbaar
door warme handen.

Zo wil ik wel een héél verklarend woordenboek lezen en en paar warme handen ter beschikking houden. Want het gedicht definieert en verklaart niet alleen; je krijgt er nog gratis een gebruiksaanwijzing bij. De dichteres behandelt elk van haar zelfstandige naamwoorden met een speelse luchthartigheid, ook wanneer het onderwerp beladen is of een ingrijpend karakter heeft. Andermaal: tegenstellingen en contrasten, die tot reflectie oproepen. En geen zwaar-op-de-handse poëzie.

In de cyclus ‘bijkomende schade’ verplaatst de lichtvoetigheid zich naar speelse ironie voor artificiële toestanden die de mens herleiden tot onnadenkende robotten en andere technologische, ontmenselijkende hoogstandjes.

In de laatste cyclus ‘nachtnatuur’ zitten we in het natuur- en kosmisch element en het avondlijk, huishoudelijk gebeuren. De ‘Ursa major’ wisselt af met ‘je gaat er altijd met gestrekt been in’.

De bundel sluit af met :

dat het ’s morgens pijn doet om te praten
twintig vlindernissen spelen in je hoofd
je droomwereld wemelt van faunaten

bereken strafpunten in kwadraten
belangrijk is dat je in je paard gelooft
vierkant staan door volledig vrij te laten

hoeven klateren door de straten
een reus wordt van zijn oog beroofd
zijn blackouts veroorzaken zwarte gaten

schapen beloven niet te blaten
hun vacht natuurlijk in kleur belooft
dat het ’s morgens pijn doet om te praten.

Gelukkig doet het geen pijn om deze bundel te lezen, te lezen en te herlezen, voor alle zekerheid.

Een Jan Campert of Herman de Coninckprijs – niet dringen, dames en heren juryleden – zou de bundel niet misstaan.
____

Annet Zaagsma (2025). In elk klokhuis schuilt cyanide. Uitgeverij Opwenteling, 60 blz. € 19,50. ISBN 9789063381967

     Andere berichten

Paul Bezembinder – Kamermuziek

Paul Bezembinder – Kamermuziek

Van pastiche tot poëzie door Jeroen van Wijk - - Totaal witte kamer, meedogenloos licht. Grammatica, wiskunde en jouw gezicht. Paul...